Boven 45°C C ontstaat gevaar. Gevaar dat oploopt, als de temperatuur blijft stijgen. Ook neemt de kwaliteit en energiewaarde van hooi door broei snel af. Als de balen dan ook nog eens dicht tegen elkaar en hoog opgestapeld zijn kan de warmte nog minder makkelijk afgevoerd worden.
Broei ontstaat door een natuurlijke opwarming van samengepakt hooi of stro. De stijgende temperatuur kan leiden tot zelfontbranding. Ook als er geen brand ontstaat, kunnen de gevolgen van broei nadelig zijn. Want de voedingswaarde van het hooi vermindert door stijging van de temperatuur.
Het hooi is droog genoeg als het minimaal 80% droge stof bevat. Het vochtgehalte kun je bepalen door het uitvoeren van een ruwvoeranalyse, maar gebeurt in de praktijk vaak op gevoel. Als de temperatuur van het hooi erg oploopt (boven 65 graden) dan begint de situatie gevaarlijk te worden.
Als het hooi een temperatuur van 55°C bereikt volgt er een chemische reactie waarbij brandbare gassen vrijkomen. De biologische activiteit neemt door de toegenomen temperatuur sterk af. Uiteindelijk bereikt de reactiehitte de buitenkant van de hooiopslag.
Het weer laat het niet altijd toe om hooi onder de ideale omstandigheden van 13 tot 15% vochtgehalte te persen. Hooi boven 17% geeft broei en stof en verliest voedingswaarde en smakelijkheid.
Hooibroei is de benaming voor een biochemisch, exotherm proces, waarbij een hoeveelheid hooi of ander organisch materiaal (uiteindelijk) tot zelfontbranding komt. Hierbij kunnen complete boerderijen afbranden. Doordat hooi vaak opgeslagen wordt in de nabijheid van vee wordt dan ook snel dit vee bedreigd bij een brand.
45 % droge stof) en bij de hooiwinning (ca. 65 % droge stof) (6). Hierbij werd zo mogelijk één keer per dag geschud. Er wordt echter nog vaak geadviseerd twee maal per dag te schudden om de droog- snelheid nog meer te bevorderen.
Omdat het gras nog wat vochtig van aard is moet het stevig en luchtdicht verpakt worden om het ruwvoer goed te conserveren. Door het insealen wordt het fermentatieproces geremd wat ervoor zorgt dat het natte gras geconserveerd wordt. Onverpakt kuilgras bestaat dus niet, dan is het eigenlijk traditioneel hooi.
Stapel ze niet te dicht op elkaar, zodat er wat lucht tussen de balen kan komen. Houd het hooi en stro uit de buurt van vrachtwagens, machines, warmtebronnen en brandversnellers zoals benzine. Als u buiten stapelt, zoek dan een open, goed gedraineerde en zonnige plek.
Het beste is om hooi droog te bewaren in een loods, zoals een hooischuur. Wanneer het hooi nat wordt is de kans op schimmels groot met als resultaat dat het hooi niet meer gevoerd kan worden. Let daarbij ook op eventuele ongedierte.
Voordroog maaien en hooien
Door het hoge vochtgehalte (ca. 25-30% vocht) kan een aangebroken baal kuil gaan schimmelen. Zorg ervoor dat een aangebroken baal voordroogkuil binnen 4 à 5 dagen wordt verbruikt. In de warme zomermaanden kan de houdbaarheidstermijn van een aangebroken baal nog kleiner zijn door broei.
Dompel het hooi onder in een bak met water en laat het even uitlekken zodat niet de hele stal nat wordt. Voer het hooi vervolgens direct aan je paard. Om de hoeveelheid stof te verminderen is het voldoende om het hooi onder te dompelen en hoeft niet lang te worden geweekt in een bak met water.
Zolang het droog heeft gelegen kun je het jaren "goed'' houden. Hou er rekening mee dat vitamines/mineralen wel (sterk) verminderd zullen zijn. Begin de winter voerde ik hooi van 2011, nu van 2012. Ik heb enkele jaren terug nog hooi gevoerd wat 10 jaar oud was.
Onder optimale omstandigheden kan het vochtgehalte, in 5 à 8 maanden, gereduceerd worden tot <35%. Gecontroleerde broei werkt beter in de winter dan de zomer, omdat er een grotere vochtuitwisseling is door het grote temperatuurverschil. De start van het broeiproces wordt vooral bepaald door biologische factoren.
Hooi kan, net als (voordroog)kuilgras, ook gewikkeld worden in plastic. Het beste is om dit direct tijdens het oogsten te wikkelen onder droge omstandigheden. Als het hooi enige tijd na oogsten onder vochtige omstandigheden wordt gewikkeld, dan is het mogelijk dat er condens in het pak komt en dit gaat schimmelen.
Hooi is gedroogd gras en is daarom soms ook wat groenachtig gekleurd. Hooi wordt gebruikt als voedsel voor heel veel dieren denk bijvoorbeeld aan paarden, maar ook konijnen. Stro is een verzameling van stengels van graan en heeft daarom ook een grovere structuur.
Het stro moet goed droog zijn, met een vochtgehalte van ca. 12 tot 15 %.
De kans op broei is groot in hooi of stro dat nat is. Probeer je hooi of stro daarom in te pakken als het droog is. Grote, strak geperste, pakken zijn gevoelig voor broei.
Re: zitten er nadelen aan nat hooi voeren? Nee, er zitten geen nadelen aan! Wanneer je zelfs rijk hooi minimaal 20 minuten weekt in water is het grootste gedeelte van het fructaan er uit. Ga je het heel lang weken moet je er wel rekening mee houden dat ook goede voedingsstoffen er uit gaan.
Schimmelig hooi kan ontstaan als het product na het oogsten te lang aan slechte weersomstandigheden is blootgesteld. Dit zorgt er ook voor dat het hooi allerlei waardevolle voedingsstoffen verliest. Door schimmel aangetast hooi is een slecht product en bepaald geen verborgen gebrek.
gemiddelde prijs voor een baal hooi? kost minstens $20 per baal.
Als de balen echt goed ingepakt zijn (en dus echt nog mooi fris als je hem open maakt), blijven ze hier 's zomers een week/10 dagen goed. Wij zetten ze op een pallet (anders gaat de onderkant schimmelen) en uit de zon. De stal is bij ons redelijk koel. Als je hooi kunt voeren, zou ik daar echt voor kiezen.
16 en 20 kg droge stof per pak. Bij een snedeopbrengst van 3500 kg droge stof per ha komt dit neer op 175 tot 220 pakken per ha.
Hooi wordt gebruikt als voedsel voor dieren tijdens de winter of in droge perioden als er weinig grasgroei is. Vroeger werd het veel aan vee op boerderijen gevoerd, maar tegenwoordig veel meer aan de verschillende herbivoren die als huisdier, zoals paarden, schapen en geiten of in dierentuinen worden gehouden.
Spontane zelfontbranding is mogelijk bij onder meer plantaardige en dierlijke oliën (zoals lijnzaadolie en visolie). Maar ook bij verven en lakken op basis van lijnolie, lijmen of vluchtige oplosmiddelen, houtskool en houtkrullen. Vooral de combinatie van olie en textiel vormt een groot brandrisico.