De kabel is zeer geschikt voor woning- en bedrijfsruimtes, voor ruimtes waar het vochtig kan zijn en ruimtes met hoge brandveiligheidseisen. YMvK kan een maximale geleidertemperatuur van 90°C verdragen en mag zelfs tijdelijk overbelast worden tot een temperatuur van 130°C.
Bij een kabel met voldoende dikke aders is de warmteontwikkeling zeer beperkt. Verlengkabels mogen bij normaal gebruik niet warmer worden dan 60 graden, incidenteel mogen kabels 85 graden worden, bij kortsluiting mag de kabel kortstondig 200 graden heet worden.
YMVK kabels zijn geschikt voor laagspanningsvoedingen en stuurstroom tot 1kV. XMVK kabels worden voornamelijk gebruikt voor lichte voedingen tot 450/750V. Ze zijn dunner en minder goed geïsoleerd, maar zijn daardoor ook makkelijker verwerkbaar. XMVK kabels zijn bovendien niet geschikt voor het bundelen.
YMvK 5 x 2,5 mm2 GRIJS (per meter)voor zonnepanelen installaties. YMvK 5 x 2,5 mm2 GRIJS (per meter) is een installatiekabel die veel gebruikt wordt in zonnepanelen installaties en bovengrondse laagspanningsinstallaties . De YMVK 5 x 2.5 mm2 kabel is tevens zeer goed toe te passen in huisinstallaties.
Een YMvK-as kabel kan buiten en onder de grond worden gebruikt.
Niet alle kabels mogen gebundeld worden omdat ze hitte afgeven en dit gevaar kan opleveren. Bij de YMvK kabel is dit dus niet het geval. Hierdoor zijn ze o.a. te verwerken in kabelgoten.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Wanneer hier rekening mee wordt gehouden blijft het kabelverlies ruim onder de 1%. De kabel van de omvormer naar de meterkast moet bij voorkeur ook niet langer zijn dan 20 meter.
Voor de AC-bekabeling (wisselstroom) van omvormer naar groepenkast wordt standaard uitgegaan van 2,5 mm2 installatiekabel. Het soort installatiekabel is afhankelijk van het aantal fasen.
Wanneer u bijvoorbeeld uw tuinverlichting gaat aansluiten waarbij een grondkabel nodig is, is het van belang dat u weet hoe diep u uw grondkabel legt. Een grondkabel moet op een diepte van ongeveer 60 cm worden gelegd. Op die manier legt u uw verbinding veilig weg.
Een grondkabel dient op een diepte van ongeveer 60 cm te liggen, dit is vergelijkbaar met twee spades diep. Voor het aansluiten van elektriciteit in de tuin is het dus belangrijk dat de grondkabel op ongeveer 60 centimeter diepte in de grond ligt.
Je hebt de YMvK-as grondkabel en de XMvK-as grondkabel. Een XMvK-as grondkabel heeft een isolatiedikte van 0.6 mm2. En de YMvK-as grondkabel heeft een isolatiedikte van minimaal 0.7 mm2.
YMvK-as kabel (grondkabel)
De stalen mantel wordt ook wel eens gebruikt als aarde, maar dat is niet de bedoeling. Voor tuinverlichting wordt deze elektrakabel toegepast. Het is wel aan te raden om de YMvK-as kabel in een pvc-buis met een diameter 32 of 40mm te leggen.
Wanneer de stroom, die door een draad of kabel loopt, te hoog wordt, dan gaat dit ervoor zorgen dat de draad of kabel warm wordt. Een te warme draad of kabel kan uiteindelijk brand veroorzaken.
Als mensen hebben we verschillende manieren om af te koelen als de hitte zo intens wordt, maar kabels niet en toch verwachten we dat deze kabels de hitte kunnen weerstaan en soepel en foutloos functioneren. De levensduur van kabels hangt af van veel verschillende factoren en de temperatuur is een van de belangrijkste.
Het elektrisch aansluiten van de warmtepomp wordt gedaan met installatiekabel. Deze kabel wordt aangeduid met XMvK of YMvK. Beide kabels zijn vrijwel identiek, met het verschil dat de YMvK kabel een iets dikkere isolatie heeft. Als de kabel in de grond wordt geïnstalleerd, moet een kabel met aardscherm gebruikt worden.
Zelfs tot omgevingstemperaturen tot meer dan 40 of 50 graden Celsius functioneren ze goed. Toch is het verstandig om er rekening mee te houden dat de omvormer ook warmte produceert en dat hij deze warmte moet kunnen afvoeren. Sommige omvormers zijn uitgerust met temperatuurgestuurde ventilatoren.
In dat geval zijn er meerdere mogelijkheden, maar voor huizen gaat het daarbij meestal om 3x25A. Dit betekent dat je per fase 25/1,6A = 16A kan aansluiten. Het gaat daarbij om een omvormer van maximaal 16A * 230V = 3680 Watt per fase. Je kan dus 3 omvormers plaatsen, maar handiger is één 3-fase-omvormer.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling.
In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig. Dit kan al snel een behoorlijke puzzel worden, dus is het belangrijk dat je een stringplan maakt.
Omvormers tot een stroom van 2,25A mogen direct op het lichtnet worden aangesloten, via een bestaande wandcontactdoos. Bij omvormers groter dan 2,25A heeft u twee mogelijkheden. Het uitbreiden van de installatiekast met extra groepen of het zonnepaneel aansluiten via de onderverdeler ZV16.
Parallel schakelen zorgt dan voor een hogere opbrengst, waardoor je het prijsverschil terugverdiend. Bij serie geschakelde zonnepanelen kan de opbrengst van alle panelen namelijk omlaag gaan als één paneel minder oplevert.
Als je een 16 Ampere zekering hebt dan kan je ongeveer 18 zonnepanelen kwijt. Het vermogen dat dan op zijn hoogst terug geleverd kan worden is 3600 Watt.
Op een gewoon stopcontact mag je wettelijk maximaal 600 Wp aansluiten. Dat komt neer op 1 set van 2 zonnepanelen. Als je dus meerdere zonnepanelen rechtstreeks op een stopcontact wil plaatsen, heb je een aparte groep nodig in je meterkast.