Van de mensen die een beroerte overleven, krijgt één derde binnen vijf jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Hierbij spelen risicofactoren zoals hoge bloeddruk en leefstijlfactoren (weinig bewegen en roken) een grote rol.
Vooral de eerste dagen na het herseninfarct of TIA is de kans sterk verhoogd. In de jaren na een herseninfarct of TIA hebben patiënten jaarlijks ongeveer 15% kans op een beroerte of hart- en vaatziekte. Rond de 10% van de patiënten krijgt, zonder behandeling, binnen drie maanden na een TIA een herseninfarct.
beperk je alcoholgebruik (drink niet meer dan 2 glazen alcohol per dag) houd je cholesterolgehalte onder controle (met voeding of door medicatie) vermijd zwaarlijvigheid. beweeg voldoende.
Na een herseninfarct of hersenbloeding kun je bijvoorbeeld minder goed bewegen, praten of zien. Je krijgt oefentherapie, zoals oefeningen voor je evenwicht, leren opstaan en lopen, of training voor je arm. Bij psychische klachten kan een psycholoog je helpen.
Onder een gezonde levensstijl verstaan we: niet roken, een gezond gewicht krijgen of behouden, matig alcoholgebruik en beweging. Verder is het belangrijk dat u regelmatig uw bloeddruk en bloedsuikers (voor diabeten) laat controleren, en in sommige gevallen uw medicatie volgens afspraak inneemt.
Tegelijkertijd weten we dat bloedverdunners ook bijwerkingen hebben, de belangrijkste is een verhoogde kans op bloedingen. Er is weinig bekend over het risico op bloedingen bij jonge mensen die bloedverdunners gebruiken na een TIA of herseninfarct.
Vergelijk je de kans op overlijden in deze groep met de gezonde Nederlandse bevolking, dan zie je dat ze een aanmerkelijk hoger risico lopen. Patiënten met een herseninfarct hebben een vijf keer hogere overlijdenskans. Bij patiënten met een hersenbloeding is de kans op overlijden zelfs meer dan acht keer zo groot.”
Waarschuwingstekens voor een beroerte
Plotse gevoelsstoornissen in gelaat, arm of been. Plotse last om te spreken of om mensen te verstaan. Plotse blindheid of een wazig zicht uit een of beide ogen. Plotse duizeligheid of evenwichtsstoornissen.
De overlevingskans na een herseninfarct is hoger dan na een hersenbloeding. Herseninfarct: 80% kans op overleving na 1 maand. Hersenbloeding: 60% kans op overleving na 1 maand. Van de overlevenden met een hersenbloeding heeft ongeveer 50% nog last van een ernstige invaliditeit.
Ergotherapeut Marike Jansen adviseert daarom alert te zijn in de periode na een beroerte. 'Trek aan de bel iemand zich anders voelt of gedraagt dan normaal. Symptomen als moeheid, een verminderde concentratie of snel geprikkeld zijn kunnen duiden op onzichtbare gevolgen van een beroerte.
Medicijnen na een herseninfarct of TIA
Na een herseninfarct of TIA krijgt u medicijnen om de kans op nóg een herseninfarct of TIA te verkleinen. Deze medicijnen blijft u in principe uw leven lang gebruiken.
Kleine herseninfarcten
Schade aan de kleinste bloedvaten in de hersenen (cerebral small vessel disease) is de belangrijkste vasculaire oorzaak van dementie en de oorzaak van ongeveer een vijfde van alle herseninfarcten en hersenbloedingen wereldwijd.
Van de mensen met een herseninfarct overlijdt 14% binnen 30 dagen en van de mensen met een intracerebrale bloeding is dat zelfs 50%.
Vermoeidheid komt na een TIA of CVA vaak voor. De vermoeidheid is voor uw omgeving niet zichtbaar, maar kan grote invloed hebben op uw dagelijks leven. De vermoeidheid kan direct na het CVA ontstaan. Twee jaar na een CVA heeft de helft van de mensen nog last van vermoeidheidsklachten.
Na een CVA kun je verschillende uitvalsverschijnselen, problemen en klachten krijgen. De ernst en omvang van deze gevolgen hangt af van de grootte en locatie van het CVA. Zo zijn de gevolgen van een CVA links heel anders dan de gevolgen van een CVA rechts.
Vaak volgt er een herseninfarct in de periode na de TIA. Eén op de tien TIA patiënten krijgt binnen 3 maanden een herseninfarct. De TIA kan dus een voorbode zijn van iets ernstigers. Een TIA moet daarom dus gezien worden als een waarschuwing; een medisch noodgeval.
Belangrijke risicofactoren zijn: een hoge bloeddruk, suikerziekte, roken en overgewicht.Een andere bekende oorzaak is een hartritmestoornis. Als u bij ons komt vanwege een herseninfarct, besteden we ook ruim de aandacht aan deze onderliggende oorzaken en de behandeling hiervan.
Leg uit wat er is aan mensen om je heen
Het kan helpen om de mensen om je heen uitleg te geven. Vertel bijvoorbeeld dat je elke dag voor iemand zorgt die een beroerte heeft gehad. En wat een beroerte is. Je kunt ook vertellen wat je allemaal doet en hoe dat jouw leven verandert.
Wat de vooruitzichten zijn na een herseninfarct, hangt af van de plek waar het infarct is ontstaan en of de behandeling op tijd is gestart. Ook leeftijd en de ernst van het infarct spelen een rol. De eerste weken na de CVA zijn daarom het belangrijkst. Dan vindt het meeste herstel plaats.
In tegenstelling tot het vroeger vaak gebruikte 'aspirientje' heeft paracetamol geen invloed op de bloedstolling zodat het ook aangewezen is bij mensen die bloedverdunners innemen. Het antwoord is ja; paracetamol hoort dus zeker thuis in je medicijnkastje, op voorwaarde dat je het correct gebruikt.
Jezelf verplaatsen: na een TIA mag je 2 weken niet zelf autorijden. Dit kan het soms lastig maken om naar werk en andere plekken te gaan. Als deze 2 weken voorbij zijn, bepaalt de neuroloog of je weer mag autorijden.
Risicofactoren voor het krijgen van een hersenbloeding zijn: hoge bloeddruk. als complicatie bij het gebruik van bloedverdunners (zoals sintrom) overmatig alcoholgebruik.
In de eerste plaats geeft chronische stress een verhoogd risico op hart- en vaatproblemen. Eerst raakt namelijk de vethuishouding verstoord en de bloeddruk verhoogd, wat kan leiden tot aderverkalking en trombose, en dus een verhoogde kans op een hart- of herseninfarct.