Een scheur van de scapholunaire gewrichtsband geeft pijn aan de pols ter hoogte van het scheepsvormig bot. Dit is ook het geval bij opdrukken, belasten en wringen. Vaak is er ook een hoorbare en voelbare klik in de pols aanwezig. De pijn wordt in de loop van de jaren erger, vooral bij het belasten van de pols.
Een gezwollen pols.Verminderde kracht in uw hand.Uw pols staat in een ongewone stand.U kunt uw hand of pols niet meer zoals gewoonlijk gebruiken.
U gaat naar huis met een draagdoek (mitella), zodat de arm rust krijgt en u de pols hoog kunt houden in verband met de zwelling. Deze draagdoek kan 's nachts af en om uw arm dan rust te geven, kunt u deze op een kussen leggen. U krijgt een recept mee voor een pijnstiller.
Je hebt minder kracht en/of gevoel in je vingers. Je hand of vingers tintelen/prikken. Het lukt niet om je pols te gebruiken bij normale bewegingen. De stand van je pols is anders dan normaal.
U kunt uw arm niet zwaar belasten en uw pols niet bewegen. Wel is het belangrijk om uw vingers goed te bewegen zodat deze niet stijf worden. Als het gips eraf gaat is het belangrijk om een paar keer per dag hand- en polsoefeningen te doen.
Een SL scheur kan ontstaan door een val op de gestrekte pols. In enkele gevallen is er bij een gebroken pols ook sprake van een gescheurde SL band. Hierbij gaat vaak onterecht alle aandacht naar de breuk, omdat deze duidelijk zichtbaar is op een röntgenfoto. Een SL scheur is niet direct zichtbaar op een röntgenfoto.
Het proces van breukgenezing (herstel van een botbreuk) duurt over het algemeen, onder normale omstandigheden ongeveer 6 tot 8 weken. Dit kan langer duren als het om een bot gaat dat een zwaar gewicht moet dragen. Ook bij oudere mensen duurt dit proces langer. Bij kinderen genezen botten juist vaak sneller.
Hoe herken je een botbreuk? Het doet pijn als je het lichaamsdeel stilhoudt, en vaak nog meer pijn bij bewegen. Het slachtoffer kan het lichaamsdeel niet normaal bewegen of erop steunen. Soms kan het lichaamsdeel op een gekke manier bewogen worden of is er een krakend geluid bij bewegen.
Het duurt vaak tot wel 6 weken tot een gekneusde pols is hersteld. Dit is uiteraard wel afhankelijk van de ernst van de klachten.
Een lichte kneuzing kan binnen een week genezen zijn, maar een ernstige kneuzing kan drie tot zes weken nodig hebben om te herstellen. Na deze periode is het belangrijk om weer te gaan bewegen met de pols zodat het gewricht zijn normale beweeglijkheid terug krijgt.
Bij een twijgbreuk is 1 tot 2 weken voldoende. Bij een uitgebreidere breuk is 4 weken meestal voldoende. Als de breuk zover is genezen dat gips niet meer nodig is, dan is het raadzaam nog minimaal 2 weken te wachten voordat sport of gymnastiek wordt hervat.
De pols en vingers kunnen pijnlijk, gezwollen en stijf zijn. Dit is normaal. Om de pijn te verminderen kunt u pijnstilling nemen, bespreek dit met uw behandelend arts. De pols is ook nog kwetsbaar en de spieren en pezen raken nog snel overbelast.
Deze greenstick breuk van de pols of onderarm komt vaak voor bij kinderen. Het wordt ook wel een twijgbreukje genoemd, omdat het knikje in het bot lijkt op het buigen van een flexibel takje. We behandelen deze breuk met softcast (zacht gips) en een sling. Uw kind kan weer sporten en gymmen.
Als uw pols misschien gebroken is, stuurt uw huisarts u door naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis worden eerst röntgenfoto's van uw pols gemaakt. De foto's worden van meerdere kanten gemaakt, zodat de botten in uw pols goed te zien zijn. Vaak moet u hiervoor uw pols in verschillende standen houden.
Een overbelaste pols kun je het best behandelen door het gewricht voldoende rust te geven. Daarnaast is het zaak om de polsblessure direct te koelen met ijs. Dit vermindert de zwelling en verdooft het de pijn.
De beste behandeling van een gekneusde pols is het geven van voldoende rust aan het gewricht zodat deze kan genezen. Dit betekent dat de pols zo min mogelijk belast moet worden en er geen verkeerde bewegingen gemaakt kunnen worden waardoor de klachten erger worden.
Bij de meeste polsblessures gaat het om een verzwikking als gevolg van een geforceerde beweging van het polsgewricht. Als de pols door een val plotseling 'dubbel' klapt, komen de banden en pezen van het gewricht vervolgens op spanning te staan. Vervolgens ontstaat een verstuikte pols.
De klachten van een kneuzing of verstuiking lijken soms erg op die van een botbreuk. Bij twijfel kan een röntgenfoto in het ziekenhuis uitsluitsel geven.
Bij een botbreuk is er vaak sprake van verkleuring van de huid. Meestal wordt de huid rondom de breuk rood, maar er kunnen ook blauwe of paarse bloeduitstortingen optreden. Ook zwelling van de huid rondom de breuk is een duidelijk kenmerk, al hoeft dit dus niet altijd voor te komen.
Geen behandeling
Als de botstukken goed tegen elkaar aan liggen en er weinig kans is op verschuiving, kan de breuk zonder behandeling herstellen. Soms is een brace, verband of mitella voldoende. Hierdoor kunt u nabij gelegen gewrichten beperkt en gecontroleerd blijven bewegen.
Over het algemeen ontwikkelt het slachtoffer na de botbreuk symptomen als pijn en zwelling. Hierbij voelt het slachtoffer pijn op de plaats waar het bot is gebroken. Vooral bij bewegingen is deze pijn voelbaar. Het is ook moeilijker, soms zelfs onmogelijk, om deze bewegingen uit te voeren.
Een scheur is een lijnvormige onderbreking, een spleet of reet in een materiaal, die zonder hulpmiddelen of andere controle tot stand komt. Een breuk begint als een scheur op de plaats waar de trekkrachten het eerst de weerstand tegen vormverandering overtreffen.
Je voelt pijn op de plaats waar de breuk zit, bewegingen zijn moeilijk en heel pijnlijk en rondom de pijnlijke plek ontstaat een zwelling. Deze zwelling is eigenlijk een diepe blauwe plek die ontstaat door de breuk. Soms kan je het bot horen breken, maar dat hoeft niet.
De eerste 6 weken mag u de pols wel oefenen maar niet zwaar belasten of op steunen. Na 6 weken mag u het gebruik van uw pols weer rustig opbouwen. Na 3 tot 4 maanden kunt u uw pols meestal weer gewoon gebruiken. Bij ernstige breuken duurt het herstel langer.
Een fractuur aan het uiteinde van het spaakbeen (distale radius fractuur) komt het meest voor. Distale radiusfracturen ontstaan na bijvoorbeeld een val op de uitgestrekte onderarm, een val van grote hoogte of betrokkenheid bij een verkeersongeval.