Fossielen vinden in Nederland is het makkelijkst aan het strand. Voor het behouden van de kust wordt namelijk zand gespoten. Dat houdt in dat zand in de zee wordt opgezogen om daarmee stranden te verbreden. Fossielen komen soms uit het diepe door de stroming aan land spoelen.
Botten en fossielen. Als je een bot of fossiel gevonden hebt en je wilt weten wat het is, kan je het beste met het bot naar Ecomare gaan. Als dat niet kan, maak dan foto's van het bot aan alle kanten, met een liniaal erbij voor de maat.
De meeste fossielen zijn versteend en vaak miljoenen jaren oud. Fossielen zijn te vinden op plekken waar vroeger een zee of een meer is geweest. Als het zeeniveau gedaald is, komen de oude lagen met gesteenten boven water. In Zuid-Limburg bijvoorbeeld worden fossielen van zee-egels en Maashagedissen gevonden.
De haaientanden zijn tussen de schelpen en het schelpengruis te vinden. Maar ook langs de vloedlijn (na hoogwater) is vaak een strook met schelpen en steentjes te vinden. Ook bij deze stroken is de kans groot dat er hier een haaientand tussen te vinden is, hier worden ook vaak de wat grotere tanden gevonden.
In Cadzand in Zeeland worden regelmatig tanden van megalodons gevonden. Uit de Westerschelde brengen vissers regelmatig megalodontanden in hun netten naar boven. Andere belangrijke vindplaatsen zijn Brunssum in Zuid-Limburg en het Twentekanaal in de Achterhoek.
Herken de tanden van een witte haai aan hun brede, driehoekige vorm. Als je een haaientand hebt die plat is en de vorm van een brede driehoek heeft, dan heb je mogelijk de tand van een witte haai vast. Er zouden ruwe kartels moeten zitten langs het blad van de tand en hij zou ca. 3,5-7 cm lang moeten zijn.
Fossielen zoeken en prepareren
Het enige wat je dan nodig hebt zijn goede ogen. In andere gevallen heb je gereedschap nodig om fossielen te vinden. Om fossielen te zoeken in gesteenten heb je een hamer en een beitel nodig.
Wat ga je doen? Je downloadt de gratis app op je smarthpone of surft naar de website van Beach Explorer en registreert je. Heb je al enig idee wat je hebt gevonden, dan kllik je op de link 'determinatie'. Je vindt er een lijst met foto's en kan op die manier jouw vondst een naam geven.
Wie fossiele schelpen of haaientanden wil vinden, kan niet om de stranden langs de Westerschelde en de Noordzeekust van Zeeuws-Vlaanderen heen. Zeestromingen woelen hier fossielen uit afzettingen voor de kust los en deponeren ze vervolgens op het strand.
Fossielen zijn meestal diep onder de grond verstopt en komen pas naar boven als de bovengrond verdwijnt. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het wegzuigen van zand of bij opgravingen. Fossielen vinden in Nederland is het makkelijkst aan het strand.
Bij een wandeling op het strand is de kans groot dat je ze tegenkomt: zeeschuim. Het is de bijnaam van het rugschild van de inktvis. Inktvissen zijn goede zwemmers die grote afstanden kunnen afleggen. Soms spoelen de dieren zelf op onze kust aan, maar veel vaker de losse rugschilden.
In Nederland kun je op allerlei plekken botten vinden: in de tuin, in het zand, of op het strand. De meeste botten die je op het strand vindt zijn niet van dolfijnen of zeehonden, maar van paarden, koeien of andere boerderijdieren.
Als je haaientanden nadert, ben je niet verplicht te stoppen, maar let op dat er geen ander verkeer aanwezig is. Dan alleen mag je doorrijden. De haaientanden komen vooral in straten waar er verkeerslichten zijn. In geval de verkeerslichten uitvallen moet er dus naar de haaientanden gekeken worden.
Deze tanden worden gezocht. De meeste exemplaren zijn klein, amper 1 centimeter groot. Grotere exemplaren zijn meer gezocht en brengen wel eens 4 à 5 euro op. Maar meest gezocht zijn de echt hele grote haaientanden, van de Megalodon, die wel 16 centimeter lang kunnen zijn en soms voor meer dan 30 euro worden verkocht.
Op de akkers rondom Cap Blanc Nez bij Escalles zijn sponzen en zee-egels te vinden. Op het strand (naar rechts het strand op bij Escalles) zijn op het strand ook deze fossielen en ammonieten te vinden. Cap Blanc Nez is ook vanuit Sangatte te bereiken over het strand. Kom niet te dicht bij de klif!
1. Fossiele schelpen laten geen, of sterk verminderd, licht door in verge- lijking met recente schelpen, wanneer men ze voor een felle lichtbron houdt (zoals een bureaulamp). 2. Fossiele schelpen hebben minder kleur, of zijn juist sterk verkleurd in vergelijking met recente schelpen.
Kwallen, krabben en schelpen herkent iedereen wel. Er spoelt nog veel meer aan: stukken net, touw, plastic, lege melkpakken en flessen, vaak gedumpt vanaf schepen. Ook badgasten laten afval en verloren voorwerpen achter. Mensen die op het strand naar waardevolle dingen zoeken heten jutters.
Bij laagwater vind je meer levende krabben, slakken of schelpen (alhoewel die zich goed in het zand verstoppen). Langs de hoogwaterlijn vind je vooral drijvende dingen, zoals zeewier, haaieneieren of schilden van krabben.
"De schatting van de ouderdom van de fossielen is gebaseerd op twee technieken die allebei zijn gebaseerd op de aardlagen waar die vondsten gedaan zijn. Die lagen zijn licht radioactief. Als je daar de jaarlijkse radioactieve dosis van vaststelt dan kun je op hun ouderdom uitkomen. De datering is zeer solide."
Fossielen zijn meestal héél oud. De jongste fossielen (zoals bijvoorbeeld uit de ijstijd) zijn al gauw 10.000 jaar oud. Sommige hele oude fossielen zijn wel 550 miljoen jaar oud. Dat is 550.000.000 jaar!
Paleontologen houden zich bezig met opgravingen. Als ze fossielen vinden dan graven zij deze voorzichtig uit met speciale gereedschappen. Ze gebruiken pikhouwelen, hammers, schoppen en borstels. Ze moeten tijdens hun werk erg goed opletten dat zij de fossielen niet beschadigen.
De reuzenhaai is de één na grootste vis ter wereld, en kan wel 10 meter lang worden. De grootste vis is de walvishaai. De reuzenhaai weegt ongeveer 5000 tot 7000 kilogram. De nakomelingen van de reuzenhaai zijn flinke baby's: ze kunnen al anderhalve meter tot twee meter groot zijn bij geboorte.
Alle hamerhaaien eten octopussen, (inkt)vissen en kreeftachtigen. Grote hamerhaaien zijn bovendien gek op pijlstaartroggen. Die hebben een gifstekel, maar grote hamerhaaien slikken die door zonder er last van te hebben. Ook vallen grote hamerhaaien soms kleinere haaien aan die ze vervolgens opeten.
Voorrangsregels. Voorrangsregels gelden voor alle bestuurders, dus ook voor fietsers. Voetgangers vallen niet in de categorie bestuurders, maar wel in de categorie verkeer en verkeersdeelnemers. De voorrangsweg wordt aangegeven door haaientanden en/of door voorrangsborden.