Selecteer een stukje grond in je tuin of bos en begin een klein gat te graven.Terwijl je de aarde opgraaft, zeef je het op zoek naar wormen en verzamel je de wormen die je vindt. Een goede plek om naar wormen te graven is nabij een beek of waterbron.
- De riek of schep hard heen en weer bewegen! - Altijd vragen aan je ouders of juf of meester of het wel mag! PAS OP: voordat je de regenworm oppakt, wacht dan eerst totdat hij helemaal uit de bodem is gekomen.
Stampen en trillen
Door te stampen veroorzaak je trillingen in de grond. Regenwormen zijn daar erg gevoelig voor. Zodra ze de trillingen voelen, kruipen ze omhoog.
Regenwormen komen wereldwijd algemeen voor, uitgezonderd in droge klimaten en op Antarctica. Meestal zijn ze in grote aantallen te vinden, enkele soorten zijn zelfs uitgezet om de bodemstructuur te verbeteren.
Je kan gewoon een put(je) graven die je afdekt, dus niet de bak letterlijk in de grond te plaatsen, alhowel dit ook een mogelijkheid is als je de bodem zou verwijderen. Deze zal wormen aantrekken als je wat geduld hebt of je kan er zelf een handvol in zetten.
“Onder de tegels maar ook onder de potten zelf zitten vaak wormen. Als een plantenpot gaten heeft aan de onderkant, kunnen wormen die onder de tegels leven via die weg de pot in kruipen.” Als de grond de regenwormen toch niet bevalt, zijn zij overigens even snel weer weg als dat zij gekomen zijn.
Regenwormen leveren een belangrijke bijdrage aan de bodemvruchtbaarheid. Ze zorgen voor de afbraak van organisch materiaal dat ze composteren tot humusrijke grond. Bovendien vermalen ze fijne gronddeeltjes waardoor de aanwezige mineralen beter voor de plant beschikbaar komen.
Maar er is ook een dier dat zo'n sadistisch experiment wél overleeft, wil het verhaal: de regenworm. Sterker nog: als je die doormidden knipt, hakt of trekt, zullen beide helften uitgroeien tot 2 levensvatbare ongewervelden.
De wormen kunnen op vele verschillende manieren springen. Je moet ze allemaal leren om over deze obstakels te komen! Springen: Als je één keer op Sprong1 drukt, springt de worm vooruit. Terug springen: Als je twee keer snel achter elkaar op Sprong1 drukt, springt de worm naar achteren.
Regenwormen leven van dat wat ze op en in de grond vinden: dode en rottende plantenresten, bladeren en soms uitwerpselen van andere dieren. Ze trekken het voedsel hun gangen in waar ze het verder verteren.
Vlees, vis, zuivel: Gaan te snel rotten voordat de wormen de kans hebben om het te eten. Dit afval trekt ook vliegen en maden aan in je wormenbak. Bovendien heeft het effect op de pH waarde en kan het te zuur worden.
De regenworm kan wel tot enkele jaren leven en wel tot dertig centimeter lang te worden, maar de meeste wormen halen dit niet. In gevangenschap kan het voorkomen dat de worm wel een leeftijd van zes jaar halen.
Een goed werkende wormenbak ruikt naar verse bosgrond, met misschien een vleugje koffie of banaan, net wat je als laatste aan je wormen gevoerd hebt. Compostwormen eten je afval op zodra het begint te rotten. Vòòrdat de bacteriën die de stank van rottend fruit veroorzaken zich kunnen ontwikkelen.
Je vindt ze in compost- of mesthopen. Je kunt ze ook kopen via internet. De makkelijkste manier is natuurlijk om wat wormen op te halen bij een collega-composteerder. Je hebt dan genoeg wormen om te starten én je krijgt er wat van hun oude omgeving bij – dat maakt de verhuizing naar jouw wormenbak makkelijker.
Wormen komen over de hele wereld en in de meest uiteenlopende omgevingen voor. Sommige soorten leven op het land of in zoet water, maar de meeste wormen leven in zee. Ook de levenswijze is zeer variabel; veel soorten leven parasitair op of in andere dieren, andere zijn vrijlevend of niet-parasitair.
Worm en mestpier, aas bij uitstek.
Met een worm of mestpier als aas kun je eigenlijk heel veel vissoorten vangen. Er zijn zelfs vissoorten bij zoals zalm, zeeforel en forel waarbij het verboden is om een worm als aas te gebruiken. Dit geeft aan dat de worm een enorme aantrekkingskracht heeft op de vis.
Plop! Zoals je hierboven kunt horen maken de wormen een soort 'ploppend' geluid, dat je misschien wel het beste kunt vergelijken met een luide knip met de vingers. Het geluid wordt waarschijnlijk veroorzaakt door hun farynx in de keelholte.
Regenwormen kunnen wel drie meter diep graven. Dit zorgt voor een perfecte water aan- en afvoer. De plantenwortels groeien in de gangetjes en krijgen hierdoor een prachtig wortelgestel.
Boven de grond zul je wormen niet vaak zien. Ze komen in de nacht naar boven of als het regent. In de zon zouden ze anders door hun dunne huid snel uitdrogen. En tijdens regenbuien zouden ze onder de grond kunnen verdrinken.
De uiteindelijk conclusie is dan ook dat ongewervelden, vanwege hun zeer eenvoudige zenuwstelsel, hoogstwaarschijnlijk geen pijn kunnen ervaren. Er kan dus ook geen schade optreden aan hun welzijn.
Daarvoor is een partner nodig. Als twee wormen willen gaan paren gaan ze naast elkaar liggen, standje 69. Hun lijven scheiden dan slijm af dat uitgroeit tot een slijmkoker die hun lichamen omhult. Nu kan het zaad van de geslachtsopening van de ene worm naar de zaadzakjes van de andere vloeien.
Hij heeft dan wel veel harten, maar tanden hebben ze niet. Hij eet zijn voedsel met zand en al, waardoor het voedsel door het zand in zijn maag vermalen wordt. Het zand poept hij weer uit. We praten nu wel over een 'hij', maar een regenworm is zowel een man als vrouw!
Regenwormen zijn niet eng en ze voelen een beetje als levende spaghetti. Regenwormen bijten je echt niet, dus je hoeft er niet bang voor te zijn.
Het lichaam van een worm is een soort buis, die uit heel korte geledingen of segmenten bestaat. De huid is zo dun dat wormen geen longen of kieuwen nodig hebben. Ze ademen gewoon door de huid heen.
Onder een stukje gazon leven veel wormen, en dat weet de merel ook. Daarom zit de vogel met zijn goudgele snavel vaak op een gazon heen en weer huppen. Hierbij let de merel op elke beweging en grijpt bliksemsnel toe als een worm zich laat zien. Het gehup merken de wormen in de grond op.