Wanneer men voortbouwt op foutieve argumenten is er sprake van een drogredenering. Een voorbeeld van een drogredenering is 'Mijn oma dronk elke dag wijn en zij is 100 geworden, dus alcohol is helemaal niet gevaarlijk'. In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt.
Drogreden van traditie stelt dat als iets in het verleden zo gedaan is dit ook een geldig argument is om het weer op die wijze te doen. 'We doen het altijd al zo…' of 'We hebben nooit online gewerkt, dus dat kan gewoon niet'. Tip: In het geval van een drogreden van de historie kun je gewoon toegeven aan de ander.
Een drogreden is een vrij breed begrip voor een redenering waar iets niet aan klopt maar die op het eerste gezicht of gehoor wel aannemlijk lijkt.
Argumentum ex silentio (wie zwijgt stemt toe)
Een conclusie op grond van iets dat niet gezegd wordt, dus een stellingname die wordt afgeleid uit zwijgen.
De cirkelredenering is een discussiefout waarbij iemand een argument opvoert dat gelijk is aan het standpunt. Bijvoorbeeld: Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.” of met iets meer uitgebreider. Je hebt geen goede literaire smaak, want je leest Kluun en niet Grunberg.
Een vals dilemma is in feite een simpele keuze die je iemand voorlegt waarbij hij of zij slechts uit twee opties kan kiezen. “Het is A of B!” Daarmee kan je het iemand makkelijk maken door bijvoorbeeld optie A de voor de hand liggende optie te maken ten opzichte van optie B.
Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).
Een verzwegen argument is een argument dat niet direct uitgesproken wordt, maar wel een belangrijke rol speelt in de discussie. Een verzwegen argument wordt altijd als volgt geformuleerd: 'Als (argument), dan (standpunt)'.
In een betoog wil je, net als tijdens een debat, anderen overtuigen om jouw standpunt in te nemen. Dit doe je door argumenten te brengen die jouw (opgelegde) mening ondersteunen. Je gaat er in een betoog vanuit dat de lezer het oneens is met jouw standpunt óf nog geen mening heeft over het onderwerp.
Een persoonlijke aanval is in de taal een geschreven of gesproken uiting die tot doel heeft andere persoon te kwetsen. Persoonlijke aanvallen komen in allerlei verschillende situaties voor.
Toch kan een argumentatieschema juist dienen om de structuur van een standpunt met argumenten duidelijk te maken. Je begint in een argumentatieschema altijd met het bovenste vakje. Hier zet je het standpunt neer. Vervolgens komen onder dit standpunt de argumenten te staan.
Proeven met dieren voor onderzoek moet verboden worden. Ouders moeten verplicht één dag in de week voor hun kinderen zorgen. Roddelbladen moeten verboden worden. De regering moet roken verbieden.
Autoriteitsargument of verkeerde autoriteit
Hierbij wordt een autoriteit gebruikt die het met het standpunt eens is, dus dan moet het ook wel waar zijn. Dit hoeft geen deskundige autoriteit te zijn. Er wordt dan ten onrechte beroep gedaan op deze autoriteit.
Een valse analogie of valse vergelijking is een logische misvatting waarbij twee zaken worden voorgesteld als gelijk aan elkaar, zonder dat de onderliggende verschillen, die de vergelijking ongeldig maken, in acht zijn genomen.
Onjuist beroep op causaliteit: het gevolg is niet altijd een gevolg van oorzaak A; het kan ook een ander gevolg zijn of het gevolg kan een andere oorzaak hebben. Voorbeeld: Ik zal wel een onvoldoende hebben voor Frans, het was niet stil tijdens het SO.
Een mooie formule voor een goede slotzin is om terug te grijpen op de aandachtstrekker van het begin van je betoog. We noemen dit een cirkelrede: dit stijlmiddel maakt het betoog tot een afgerond geheel. Een ander stijlmiddel is om een boodschap, wens of laatste zin krachtig uit te spreken als drieslag.
Het hellend vlak of glijdende schaal (Latijn locus lubricus, glibberige plek) is een type argument waarbij een uiterste conclusie wordt gepresenteerd als logische uitkomst van een toestand, keuze of handeling.
Een overhaaste generalisatie, ook bekend als de "wet van de kleine aantallen" (de tegenhanger van de "wet van de grote aantallen"), "secundum quid" of "overgeneralisatie", is een drogreden waarbij een standpunt wordt beargumenteerd op basis van te weinig en niet-representatieve gegevens.