Vasculaire dementie is een van de meest voorkomende soorten dementie. Problemen in de doorbloeding van de hersenen veroorzaken deze ziekte. Bij één op de zes mensen met dementie is vaatschade de hoofdoorzaak. Dan spreken we van vasculaire dementie.
De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer (70%), gevolgd door vasculaire dementie (16%).
Van de mensen met de diagnose dementie heeft ongeveer 65 procent de ziekte van Alzheimer. Bij 22 procent ligt de oorzaak van dementie bij problemen in de doorbloeding van de hersenen: vasculaire dementie.
Vasculaire dementie ontstaat als de patiënt meerdere herseninfarcten heeft gehad. Bij een herseninfarct raakt een bloedvat verstopt, waardoor bepaalde hersendelen geen zuurstof meer krijgen en afsterven. Vasculaire dementie kan ook sluipend ontstaan. Dan zijn er in de loop der tijd vele kleine bloedvaatjes aangetast.
Het verloop van vasculaire dementie is grillig en onvoorspelbaar. De ziekte begint vaak plotseling. Iemand met vasculaire dementie kan geleidelijk achteruitgaan, maar het kan ook plotseling slechter gaan.
Bij vasculaire dementie kan wél veel pijn worden beleefd. Dat komt, bij deze vorm van dementie kunnen de hersenen pijnprikkels niet meer op de juiste manier verwerken. Gevolg: er kunnen meer pijnprikkels ontstaan, spontaan vanuit het zenuwstelsel, terwijl het lichaam daar geen aanleiding toe geeft, weet Erik Scherder.
Oorzaken vasculaire dementie
Veel mensen met vasculaire dementie hebben hart- en vaatziekten (gehad). Bijvoorbeeld langdurig een hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, suikerziekte of TIA's (kortdurende afsluiting van een bloedvat in de hersenen).
De afwezigheid van een vasculaire afwijking op de CT- of MRI-scan is een uitsluitingscriterium. Verder wordt als voorwaarde gesteld dat een causale relatie tussen de cerebrovasculaire aandoening en de dementie aannemelijk moet zijn. Het laatstgenoemde hoofdpunt is nieuw in de historie van de VD-criteria.
Verloop vasculaire dementie
De achteruitgang bij vasculaire dementie is niet zo geleidelijk als bijvoorbeeld bij de ziekte van Alzheimer. Het verloop is vaak grillig, in stappen, met momenten van verslechtering en gedeeltelijke verbetering. Dit kan soms van dag tot dag verschillend zijn.
Erfelijkheid andere vormen dementie
Bij het ontstaan van vasculaire dementie speelt erfelijke aanleg waarschijnlijk een kleine rol.
Vasculaire dementie
De ziekte wordt veroorzaakt door een storing van de doorbloeding van de hersenen. In de bloedvaten in de hersenen treedt aderverkalking op, waardoor er bloedingen of infarcten ontstaan. Het achterliggende hersenweefsel krijgt hierdoor geen bloed meer en sterft af.
Moeite met het opnemen en verwerken van nieuwe informatie. Wisselingen in stemming of juist onverschilligheid. Overzicht verliezen in drukke situaties zoals op het werk (bij complexe situaties) of in het huishouden. Gedragsveranderingen zoals minder remmingen en/of initiatiefverlies (apathie).
Dementie op jonge leeftijd begint meestal tussen de 40 en 65 jaar. Bij het woord dementie denkt men het eerste aan problemen met het geheugen. Bij dementie op jonge leeftijd vallen juist veranderingen in het gedrag meer op. Het gaat bijvoorbeeld mis op het werk.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
Mensen die bezig zijn met gezonde voeding, letten vaak ook op andere dingen. Zoals voldoende bewegen en niet roken. En dat heeft allemaal weer invloed op gewicht, hoge bloeddruk en de kans op suikerziekte. Allemaal risicofactoren voor dementie.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
De bloedtest toont een eiwit aan dat exclusief voorkomt bij de ziekte van Alzheimer. De test kan dus niet uitsluiten dat iemand aan een andere vorm van dementie lijdt. Daarom zijn er verschillende testen nodig om te kijken of iemand dementie heeft, en zo ja, welke vorm van dementie hij heeft.
Er zijn veel verschillende vormen van dementie, met elk een andere levensverwachting. Gemiddeld is de verwachting tussen de één en de twintig jaar na de diagnose. Voor de ziekte van Alzheimer is de gemiddelde levensverwachting acht tot tien jaar.
In het begin van de ziekte van Alzheimer zijn de afwijkingen op een ct-scan ten opzichte van 'gezonde' mensen vaak nog te gering om te kunnen vaststellen dat er echt sprake is van hersenatrofie. In de vergevorderde stadia zijn de afwijkingen echter wel duidelijk zichtbaar.
Daarnaast is iemand die zich in een vergevorderd stadium van dementie bevindt, veel kwetsbaarder om te overlijden aan een beroerte, hart- en vaatziekten of kanker. Dementie is een ziekte die niet te genezen is en toeneemt in ernst.
Vaatschade is een verzamelnaam voor allerlei problemen van de hersenvaten en -doorbloeding, met negatieve gevolgen voor de hersenen zelf. Duidelijk voorbeelden zijn een beroerte (herseninfarct) door een plotse afsluiting van een bloedvat of een hersenbloeding doordat een bloedvat knapt.
Stress als oorzaak
“In de jaren daarna volgden nog 4 beroertes en meerdere TIA's. De grootste oorzaak bleek stress.