6,4% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep A-negatief (A-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam, maar er zijn wel veel mensen die deze bloedgroep kunnen ontvangen van donors. Mensen met bloedgroep A-positief, A-negatief, AB-positief en AB-negatief kunnen bloed ontvangen van iemand met bloedgroep A-negatief.
Zeldzaamste bloedgroepen
AB is de zeldzaamste bloedgroep. Donoren met de bloedgroep AB-positief ontvangen iets minder vaak een oproep, juist omdat dit een relatief zeldzame bloedgroep is en er dus minder vraag naar is. Bloedgroep AB-positief kan over het algemeen van iedereen bloed ontvangen.
Welke bloedgroepen zijn er en hoe vaak komen ze voor? Er zijn honderden verschillende bloedgroepen, maar er zijn er 8 die het belangrijkst zijn voor bloedtransfusie: Bloedgroep A-positief (36,6% van de Nederlanders) Bloedgroep A-negatief (6,4% van de Nederlanders)
Bloedgroep O-negatief
6,8% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-negatief (O-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam in Nederland, maar het voordeel is dat patiënten met alle bloedgroepen bloed van donors met bloedgroep 0-negatief kunnen ontvangen. Ze worden daarom ook wel universele donors genoemd.
Bloedgroep A
Bij deze bloedgroep wordt het advies gegeven om vooral plantaardige producten, peulvruchten en granen, groenten, tofu, fruit, sappen, water met citroen, rode wijn, koffie en thee te nemen. Producten die zeer beperkt zijn toegestaan: vlees, vis en schaaldieren en zuivel.
Bloedgroep 0 is de koning der bloedgroepen
Onderzoek wees namelijk uit dat mensen met bloedgroep A, B en AB 15% meer risico lopen te overlijden aan hart- en vaatziekten dan diegenen met bloedgroep 0. Bovendien lijkt het erop dat bloedgroep 0 je lichaam ook beschermt tegen kanker.
Als je resus-positief bloed hebt, kan je zowel bloed met als zonder resusfactor ontvangen. De resusfactor wordt aangeduid met een + of – achter de letter van je bloedgroep. Bloedgroep A- zijn dus personen waarvan de rode bloedcellen het antigeen A dragen zonder resusfactor.
Als uw bloedgroep Rhesus D negatief of Rhesus C negatief is, kan uw lichaam antistoffen gaan aanmaken tegen het bloed van uw kindje. Tijdens de zwangerschap kan bloed van het kind in het bloed van de moeder komen. Bij de geboorte is de kans dat dit gebeurt zelfs vrij groot.
Rhesusfactor betekenis
Als de factor ontbreekt, ben je rhesus negatief. Dit is bij de andere 15% van de mensen het geval. Of je Rh-positief of Rh-negatief bent, is erfelijk bepaald. In jouw DNA zit één kopie van de rhesusfactor-genen van je moeder en één kopie van je vader.
'Bloedgroep O, Rhesus D negatief (in de volksmond O negatief, afgekort O RhD) is de bloedgroep die in nood aan bijna alle patienten veilig gegeven kan worden', legt Ligthart uit. Mensen met bloedgroep O RhD negatief kunnen alleen bloed ontvangen van hun eigen bloedgroep.
Een donor met bloedgroep AB noemen we 'de universele ontvanger'. Deze donor kan uitsluitend aan een patiënt met bloedgroep AB doneren. Wanneer een patiënt met bloedgroep AB zelf een orgaan nodig heeft, kan hij ontvangen van de bloedgroepen A, B, AB en 0.
Genen van ouders bepalend
Iedereen heeft één van de volgende bloedgroepen: A, B, O of AB. Je bloedgroep erf je van je ouders. Je vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan jou door.
Als je rhesus positief bent, dan is de rhesusfactor aanwezig. Ben je rhesus negatief, dan is de rhesusfactor afwezig. Zo'n 15% van de Nederlandse vrouwen is rhesus-D negatief en zo'n 18% is rhesus-c negatief. Dit wordt bepaald door middel van een bloedtest in het eerste trimester van de zwangerschap.
Als er tijdens de zwangerschap of bevalling bloed van uw baby in uw bloedbaan terecht is gekomen, is er een kans dat u antistoffen gaat aanmaken tegen het bloed van uw kind. De antistoffen uit de anti-D injectie herkennen de resus-D-bloedcellen van het kind en breken deze snel af.
Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
Vrouwen met bloedgroep Rhesus D-negatief krijgen tijdens de zwangerschap extra aandacht. In Nederland is ongeveer 15% van de inwoners RhD -negatief (zij zijn zelden tegelijkertijd ook Rhc-negatief). Dit komt neer op zo'n 27.000 zwangeren per jaar.
Bij 15% is de rhesusfactor negatief. Omdat dit gevolgen voor het kind kan hebben, is extra bloedonderzoek rond 30 weken en na de bevalling nodig. Meer informatie vindt u verderop in deze brochure. Irregulaire antistoffen Irregulaire antistoffen zijn normaal niet in het bloed aanwezig.
Een vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan hun kind door. Dit kan een A, B of O zijn. Samen bepaalt dit welke bloedgroep het kind heeft; A, B, AB of O. Je hebt dus altijd twee bloedgroep-genen.
Bloed doneren en bloedtransfusie
Bloedgroep O positief en A positief komen veel voor, waardoor de de meeste bloeddonaties uit deze bloedgroepen bestaan. Bloedgroep B negatief en bloedgroep AB negatief komen weinig voor, hier is dus veel vraag naar. Bloed kun je in Nederland vrijwillig doneren bij bloedbank Sanquin.
Het AB0-bloedgroepensysteem
Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar.
Bloedgroep O was van de jager-verzamelaar, de oudste mens. Bloedgroep A zou volgens hem zo'n 20 duizend jaar geleden ontstaan zijn en zou passen bij de agrariër, de sedentaire mens die vooral groente verbouwde. Later ontstond toen bloedgroep B die meer paste bij boeren met melkvee.
36,6% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep A-positief (A+). Deze bloedgroep komt dus vaak voor. Als je bloedgroep A-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep A-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
Er zit goud in je bloed
Het lichaam bevat zo'n 0,2 milligram goud – waarvan het grootste deel zich in je bloed bevindt. Even snel rekenen: om een gouden ring van 8 gram te kunnen maken, moet je dus het bloed van 40.000 mensen aftappen.
Ongeveer de helft van ons bloed bestaat uit rode bloedcellen. Een volwassen mens heeft er heel veel in zijn bloedvaten. Zeker wel 25.000 miljard. Per dag maakt ons lichaam 200 miljard cellen aan.