Kinderen met ADHD zijn beweeglijk, kunnen moeilijk op hun plaats blijven zitten, wiebelen, praten veel, hebben vaak ongelukjes, verstoren het spel van andere kinderen, zijn snel gefrustreerd, ze zoeken sterke prikkels, hebben moeite met op tijd komen of op tijd dingen afmaken en missen een deel van de instructies.
Bij ADHD is uw kind sneller afgeleid, drukker en/of doet het vaker dingen zonder na te denken dan andere kinderen van dezelfde leeftijd. Dit geeft problemen: thuis, op school en/of in het omgaan met andere kinderen. Als ouder kunt u training krijgen om hiermee om te gaan.
Kinderen met ADHD hebben soms moeite met emotieregulatie. Daar kunnen ze weinig aan doen, dat heeft te maken met een minder goed functioneren van de executieve functies. Let dus goed op in situaties waar emoties aan te pas komen, zoals sportlessen, woordenwisselingen, enz.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
Officieel wordt de diagnose bij kinderen pas gesteld vanaf 5, 6 jaar. Natuurlijk begint ADHD al eerder, maar dan is het vaak moeilijk om hyperactiviteit te onderscheiden van normaal druk gedrag bij peuters en kleuters.
Mensen die de stoornis hebben, hebben echter vrijwel alle symptomen en worden vanaf de kindertijd al belemmerd in hun functioneren. De problemen worden erger naarmate iemand ouder wordt, omdat er steeds meer verantwoordelijkheden bijkomen in het leven.
Kinderen hebben regels en structuur nodig. Dat geeft duidelijkheid en daardoor veiligheid. Kinderen met ADHD vinden het moeilijker dan andere kinderen om structuur te zien en zelf structuur aan te brengen. Ze hebben dus veel langer duidelijke, uitwendige structuur nodig.
De beste benadering in situaties als deze kan eenvoudigweg zijn om je kind eraan te herinneren dat hij moet doen wat je hem wilt laten doen. Straf is logisch als het overduidelijk is dat je kind uitdagend is – bijvoorbeeld als hij weigert het bed op te maken. Maar geef hem het voordeel van de twijfel.
Bij kinderen die problemen hebben met hun concentratie en/of hyperactief zijn, wordt al vaak gedacht aan ADHD. Rusteloosheid, onoplettendheid, erg energiek zijn of dagdromen zijn zaken die bij hoogbegaafde kinderen vaak voorkomen en tevens allemaal kenmerken zijn van ADHD.
omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan bepaalde stoffen tijdens de zwangerschap (nicotine, alcohol), de eetgewoonte van moeder tijdens zwangerschap, vroeggeboorte of laag geboortegewicht, stress in het gezin en vroege traumatische ervaringen.
ADHD komt vaak in families voor, dit blijkt uit tweeling-, adoptie-, en familie onderzoek. ADHD is dus in veel gevallen erfelijk, maar er kunnen meerdere factoren een rol spelen zoals de omgeving in de prenatale fase (bijv. roken of drinken in de zwangerschap door de moeder, zuurstofgebrek in de baarmoeder).
Attention Deficit/Hyperactivity Disorder (ook wel ADHD) is meestal aangeboren. Dus het zit vaak in de familie, maar het kan ook wel eens een generatie overslaan. Heel soms krijgen mensen ADHD door zuurstofgebrek bij de geboorte. Je hebt ADHD dus al vanaf de kinderleeftijd, meestal met een begin voor het 12e jaar.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
De eerste ADHD kenmerken komen vaak aan het licht wanneer je kind 3 of 4 jaar is, maar het kan ook op jongere of oudere leeftijd naar boven komen. We noemen ADHD een ontwikkelingsstoornis. Zo'n stoornis belemmert de ontwikkeling van een kind of jongere en is op latere leeftijd vaak moeilijk te herkennen of behandelen.
Twee sporten die vaak goed passen bij kinderen met ADHD, zijn badminton en tennis. Je leert je op de bal of de shuttle te concentreren. Als wedstrijden met winnen of verliezen te spannend is, kan je bij deze twee sporten ook prima alleen lekker trainen.
Gedragsprobleem. Maar ADHD is een gedragsprobleem, in verreweg de meeste gevallen. Dus hoort behandeling ervan thuis bij gedragsdeskundigen zoals (ortho)pedagogen en psychologen. Niet bij medici, die vaak een medische oplossing zoeken en medicijnen zullen voorschrijven.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Chaos in je hoofd of een vol hoofd. Snel wisselende stemmingen. Prikkelbaarheid of woede-uitbarstingen. Verstrooid zijn.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.