Het trollen gebeurt met één hengel in de hand, hierdoor kun je door de hengel voorwaarts te bewegen er toch een soort van versnelling en stop in brengen. Soms is het een gekkenhuis, niet zo groot maar wel speciaal!
SNELHEID. Tijdens het slepend vissen varen we doorgaans met een snelheid van rond de 4 km/u. Bij speedtrollen op snoek hanteer ik graag een snelheid tussen de 6,5 en 9,5 km per uur.
Trollen doen we dus het meest met "pluggen" Maar welke pluggen zijn nu geschikt om mee te trollen? Eigenlijk de meeste pluggen wel, zolang ze maar niet te klein zijn. Een plug mag flink wat aandacht trekken onder water.
Pluggen zijn het soort kunstaas waar veel grote snoekbaarzen vissen mee worden gevangen. Het beste zijn slanke pluggen van een centimeter of 10. Zorg wel dat je met dieplopende (of zinkende )pluggen vist. Je zal de pluggen namelijk tegen de bodem moeten binnenvissen als je snoekbaars wilt vangen.
Daarbij mogen ze met koudere omstandigheden maar wat graag dieptes op zoeken, tot wel 25 meter, puur om de elementen te vermijden. Natuurlijk gaan wij daar naar niet vissen, aangezien snoekbaars het loodje legt als je ze van grote diepte vangt. Raadzaam is om een maximale visdiepte van 10 meter te hanteren.
Knoop je onderlijnen met een lengte van ongeveer 80cm. Het voordeel hiervan is dat je er nog een stukje af kunt knippen als de eerste paar centimeters beschadigd raken na een flinke dril.
Hangt er een beetje vanaf waar je het koopt en welke kwaliteit, maar het wordt geregeld voor tussen de € 10,- en de € 20,- p/kg. aangeboden.
Meestal houdt het op bij zo'n 6 tot 8 meter en dat is net niet diep genoeg onder veel winterse omstandigheden.
Snoekvissers gebruiken graag een wat dikkere lijn. Een dikte van 14/00 – 16/00 is dan een goede keuze. De vissers die voor een zwaardere visserij gaan, bijvoorbeeld met groot kunstaas of doodaas, doen er goed aan een nog wat dikkere lijn te gebruiken.
Op rivieren vind je de snoekbaars vooral op plekken die uit de stroming liggen, zoals havens en de uitgangen hiervan, in de buurt van sluizen, langs diepe kribben of op plekken waar warmer water in de rivier stroomt. Op stilstaand water dien je de diepste plekken te bevissen.
In maart wordt snoekbaars bij een zachte winter en dito voorjaar zeer actief in voorbereiding op de paai. Shads doen het nu zeker, met wat wind, driftend en heffend. Na de gesloten tijd wordt het eind mei en kunnen we terug aan de slag. De maand die nu volgt is dikwijls de beste vang maand.
Snoekbaars vissen natuurlijk aas
Dode visjes en stukjes vissen worden door ruim 40% genoemd als het beste aas voor het snoekbaars vissen. Een dood visje is hierbij favoriet en scoort nauwelijks lager dan de nummer 1 aassoort shads en andere softbaits.
Snoek kunstaas keuze
Pluggen en jerkbaits zijn de allrounders als je gaat snoek vissen. Je kan ze bijna overal gebruiken. Spinners worden daarentegen vooral in ondiep water zoals sloten, kleine vaarten en kanalen, en stadsvijvers gebruikt. Shads staan juist weer bekend om hun geschiktheid voor dieper water.
Het slepend vissen is de vistechniek waarbij aas achter de boot wordt gesleept. Deze techniek wordt overal ter wereld beoefend en kan zowel in zout water als in zout water gedaan worden. De snelheid van het slepen hangt af van het type aas dat men gebruikt en ook van de vissoort die men probeert te vangen.
Hoe snel een snoek exact kan versnellen en zwemmen is onduidelijk, maar er zijn onderzoeken die erop duiden dat ze snelheden kunnen bereiken van 7 meter per seconde (omgerekend 25,2 km/h!).
Forel – ΠΕΣΤΡΟΦΑ – Pestrofa, leeft in het koude water van de bergrivieren in Noord-Griekenland. Goudbrasem of Dorade Rosé – ΤΣΙΠΟΥΡΑ – Tsipoura, leeft in de Griekse zee in kleine scholen in vrij ondiep water. Wordt in zee gevangen maar ook gekweekt. De vis wordt gebakken of gegrild, is zacht van smaak, een aanrader.
In de Vikingtijd dook de eerste trol op in Scandinavië. In de eeuwen daarop leefden de mensen in angst voor deze wezens, die kinderen ontvoerden naar donkere grotten. Het geloof in trollen was zo sterk dat er zelfs wetgeving tegen bestond. In de Vikingtijd dook de eerste trol op in Scandinavië.
De snoekbaars heeft stevig visvlees, waardoor hij zich voor vrijwel alle bereidingen goed leent, zoals bakken, grillen, pocheren, stomen en garen in zoutkorst of bladerdeeg. In tegenstelling tot snoek, heeft de snoekbaars geen grote hoeveelheden graten, waardoor het ook met hele vissen fijn werken is.
Snoekbaars heeft een voorkeur voor kleinere vis en eet ook dood aas. Baars eet voornamelijk nog kleinere levende prooivis. Roofblei begeeft zich voornamelijk in de bovenste waterlagen met flinke stroming, terwijl de snoekbaars foerageert nabij de bodem of obstakels.
Leefgebied. De snoekbaars is een vis van het open water en leeft voornamelijk in diep water. De snoekbaars paait bij temperaturen van 12 tot 15 °C van april tot mei. De mannetjes maken in ondiep water een kuil die wortels van waterplanten blootlegt.
Snoekbaars vissen kant techniek
Je werpt de shad in, draait de lijn strak en draait hem met een aantal slagen van je vismolen naar je toe. Dan wacht je even om vervolgens weer met een aantal slagen van je vismolen de shad naar je toe te halen. Je kan hierbij ook je hengel wat bewegen.
Het is ook niet onbelangrijk om weten dat grote snoekbaars in de winter soms veel ondieper ligt. Zeker wanneer na een vorstperiode de zon terug begint te schijnen. Snoekbaarzen die niet actief zijn zoeken ook graag de luwte van de rietkragen of de oever op. Hier liggen ze rustig stijf tegen de kant vlak op de bodem.
Roofvis maximaal 2 snoekbaarzen en 1 snoek per persoon per visdag. Op, aan of nabij het viswater mag een visser niet meer dan 10 dode zoetwatervissen groter dan 15cm in zijn bezit hebben.
Waar zitten ze dan? In de maand maart (de laatste wintermaand dat het vissen op snoekbaars nog geoorloofd is) zijn veel snoekbaarzen de rivier al weer gaan opzoeken. Op de Maas gebeurt dat als eerste en daarna volgen vrij snel de Rijn, Waal en IJssel.