De IgM-productie is maximaal tussen 2 tot 6 weken na begin van de symptomen. IgG is simultaan of een paar dagen later aantoonbaar. IgM neemt snel af, een maand na het begin van klachten is nog maar 44% positief en na 3 maanden is IgM meestal niet meer aantoonbaar.
IgG-antistoffen verschijnen kort na de IgM-antistoffen en zijn levenslang aantoonbaar. IgM-antistoffen zijn aantoonbaar gedurende 4-6 maanden na infectie.
Antistoffen tegen lymeziekte zijn gemiddeld pas zes tot acht weken na de infectie meetbaar in het bloed. Aan het begin van de infectie is de uitslag van een bloedonderzoek dus nog niet betrouwbaar.
Positief IgM: Patiënten met een positief IgM-testresultaat in één monster worden geclassificeerd als vermoedelijke, recente denguevirusinfecties . Negatief IgM: Patiënten met een negatief IgM-resultaat tussen dag 0-7 van de ziekte, en afwezige of negatieve NAAT- of NS1-resultaten, worden beschouwd als onbevestigde gevallen.
De uitslag
Rapportage duurt 1 a 2 werkdagen (afhankelijk van digitaal dan wel per post). Rapportage van niet routinematige diagnostiek duurt ca. 2 weken.
De resultaten van de serologische test (IgG) worden doorgaans binnen 3-5 dagen geleverd. Na het afnemen van de test zal een zorgverlener u informatie geven over wat de resultaten betekenen en hoe u de informatie die u eruit leert, kunt toepassen.
De IgM antistoffen zorgen voor een acute afweerreactie op de Borrelia-bacterie; deze antistoffen verdwijnen meestal binnen enkele weken weer. IgG antistoffen zijn het geheugen van het afweersysteem; deze blijven bij de meeste mensen levenslang aanwezig.
IgM-antilichamen bevinden zich in uw bloed en lymfevocht (een waterige vloeistof die de cellen die infecties en ziektes bestrijden naar alle delen van uw lichaam vervoert). IgG-antilichamen zijn erg belangrijk voor het bestrijden van infecties door bacteriën en virussen. De meeste immunoglobulinen in uw bloed zijn IgG.
Omdat specifiek IgG 6 maanden of langer aanwezig kan blijven na succesvolle behandeling van buiktyfus, terwijl een positieve IgM-test doorgaans 3 maanden aanhoudt (Choo et al., 1997), kan het kind zich in de 'vensterperiode' bevinden waarin alleen Typhidot IgG positief is.
Aanwezigheid van IgM antistoffen tegen Borrelia kan onder bepaalde omstandigheden een aanwijzing zijn voor een recente/actieve infectie. Anderzijds kunnen de antilichamen (met name IgG) nog jarenlang aanwezig blijven, ook als de patiënt al volledig hersteld is van de ziekte.
Bloedonderzoek. Heb je geen ring of rode vlek op je huid na een tekenbeet, dan zal je arts een bloedonderzoek aanvragen. Daarmee kan hij kijken of er antistoffen tegen de Borrelia burgdorferi-bacterie in jouw bloed te vinden zijn. Het heeft pas enkele weken na de tekenbeet nut om deze bloedtest te doen.
Een paar dagen tot weken na de teek kun je je ziek voelen. Je kunt deze klachten hebben: koorts, hoofdpijn, spierpijn, pijn in je gewrichten en moeheid.
IgM wordt beschouwd als een marker voor acute infectie. Bij de meeste virusziekten wordt een daling tot ondetecteerbare niveaus verwacht rond de 2-3 maanden na infectie.
Lymeziekte: wat als klachten langer duren? Symptomen van de ziekte van Lyme ontstaan niet door de Borrelia-bacterie zelf, maar door de ontstekingsreactie van ons eigen lichaam tegen de Borrelia-bacterie. Deze kan soms lang aanhouden, ook nadat de Borrelia-bacterie spontaan of na antibiotische behandeling is verdwenen.
Na een acute CMV (respectievelijk EBV) infectie kan CMV IgM (resp. EBV IgM) 2 tot 4 jaar positief blijven.
IgM- of IgG-antilichaamreacties op B. burgdorferi kunnen 10–20 jaar aanhouden, maar deze reacties zijn niet indicatief voor een actieve infectie. Onderwerp: ziekte van Lyme.
Positieve IgG-klasse antilichamen tegen B.burgdorferi (ziekte van Lyme) gedetecteerd . Resultaten zijn consistent met B. burgdorferi-infectie (ziekte van Lyme) in het recente of verre verleden. IgG-klasse antilichamen kunnen maanden tot jaren na het verdwijnen van de infectie detecteerbaar blijven.
IgG is verhoogd bij chronische bacteriële infecties, chronisch actieve hepatitis en bij B-cel maligniteiten. IgG kan de placenta passeren. Na ongeveer 3 maanden is het maternale IgG uit de neonatale circulatie verdwenen.
Deze antistof kan doorgaans pas na enkele weken tot maanden (8-12 weken) na de besmetting in het bloed gemeten worden. IgM verdwijnt doorgaans na een aantal weken tot maanden uit het bloed. IgG antistoffen kunnen blijven het hele leven in het bloed aanwezig zijn.
Immunoglobuline M (IgM): Wordt voornamelijk aangetroffen in bloed en lymfevocht. Dit is het eerste antilichaam dat het lichaam aanmaakt wanneer het een nieuwe infectie bestrijdt . Immunoglobuline E (IgE): Wordt normaal gesproken in kleine hoeveelheden aangetroffen in het bloed.
De meest voorkomende klachten bij de ziekte van Waldenström is moeheid en bloedarmoede. Ook komen voor nachtzweten, bloedingen, vergrote milt en/of lymfeklieren en pijn en tintelingen aan de voeten. De ziekte kan niet genezen maar groeit bij de meeste patiënten traag. Daardoor is de levensverwachting meer dan 10 jaar.
IgM is een groot eiwit en als het IgM-gehalte heel hoog wordt kan het bloed stroperig worden. Hierdoor kun je klachten krijgen. IgM is de afkorting van immunoglobuline M. IgM is een bepaald type M-proteïne of monoklonaal eiwit.
Normale waarden Volwassenen: IgG 6,0 - 16,0 g/l. IgA 0,8 - 3,0 g/l. IgM 0,4 - 2,5 g/l.
De ziekte van Waldenström is kanker van de witte bloedcellen. Meestal zit de ziekte in het beenmerg. De ziekte ontwikkelt zich langzaam. Met medicijnen kun je soms jarenlang leven met Waldenström.