In de volle grond heeft Rozemarijn nauwelijks tot geen extra voeding nodig. Gooi hooguit na het bloeien een klein handje compost of gewone tuinmest. Staat de plant in potten dan kan wat extra voeding geen kwaad. Gebruik bijvoorbeeld vloeibare voeding of een tablet met een langzaam werkende meststof in pot of bak.
Rozemarijn vraagt wat kalk in de grond. Regelmatig water geven. Gebruik de stengels en blaadjes om mee te kruiden.
Rozemarijn gedijt het beste op een droge, goed doorlatende grond. Geef de plant minimaal water, alleen bij erge droogte kunt u wat meer geven. Geef rozemarijn een mulchlaagje in de lente en herfst en een kalkhoudende basisbemesting. Rozemarijn is een wintergroene plant, maar wel vorstgevoelig.
De grond waarin rozemarijn het best tot zijn recht komt is een droge en zanderige grond. Zorg ervoor dat de grond goed waterdoorlatend is. Op grond die veel kalk bevat wordt rozemarijn wat kleiner, maar geurt daarentegen wel meer. Rozemarijn heeft geen extra voedingsstoffen nodig.
Veel water heeft deze rozemarijn niet nodig. De plant heeft liefst staat liefst op een droogje. Lekker verwaarlozen dus. Als je tuiniert in potten moet je je rozemarijn wat beter in de gaten houden.
Een rozemarijn kun je snoeien na de bloei en na de winter in maart. In de zomer kun je de lange bloemtakken halveren, maar dit is niet noodzakelijk. Als je regelmatig takjes afknipt voor gebruik in de keuken snoei je de rozemarijn uiteraard ook al.
Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een houtachtig en aromatisch kruid dat 15-20 jaar oud kan worden. Het is een groenblijvende struik met een gemiddelde hoogte van 1,2 m. Rozemarijn heeft witte, paarse of blauwe bloemen en geurige, leerachtige bladeren, die op dennennaalden lijken.
Gele naalden duiden meestal op te veel water
Als de rozemarijnnaalden geel worden, is dit meestal een duidelijke indicatie van fouten bij het bewateren - in dit geval is de rozemarijn te nat.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
Steek enkele stekjes van je rozemarijn langs de randen van de pot in de grond, of plant ze afzonderlijk van elkaar in zaaimodules. Geef de stekken water van boven om de grond rond de stekjes goed in te laten klinken. Zet de potten vervolgens in een koude kas of op de vensterbank op een beschutte, beschaduwde plek.
Check elke dag of de planten nog in een laagje water staan en vul zo nodig bij. Zet de planten achter het raam in de zon, zodat ze genoeg licht (drie tot zes uur zon per dag) krijgen, maar de temperatuur niet teveel wisselt. Harde kruiden zoals rozemarijn, tijm, laurier en salie kunnen ook goed buiten overleven.
Standplaats. Plant rozemarijn op een warme, zonnige plek. Zorg bij aanplanten in de volle grond, bijvoorbeeld in een border, dat er voldoende ruimte tussen de rozemarijn plantjes zit. Houd in ieder geval 30-35 cm aan.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Met welke planten/bloemen kun je rozemarijn goed combineren
Je kunt de rozemarijn heel mooi combineren met de laurier en tijm.
Als je rozemarijn in je tuin wilt, kun je deze naast oregano en marjolein planten. Deze kruiden kunnen goed samen groeien en vullen elkaar prachtig aan.
Rozemarijn is een groenblijvende plant die het hele jaar door zijn blad behoudt. Bijzonder is de vroege bloei, die in maart begint in een beschermde teelt (vorstvrije overwintering). Rozemarijn bloeit vanaf mei als hij buiten groeit. Na de bloei is het het perfecte moment om rozemarijnstruiken te snoeien.
Rozemarijn kan goed tegen droogte en heeft niet veel voeding nodig. Je kan doorlopend volgens behoefte blaadjes afplukken. De takken van Rozemarijn verhouten, wil je kleine compacte planten behouden kan je best terugsnoeien na de laatste vorst (eind mei). Oude of grote planten mogen niet sterk worden teruggesnoeid.
Hoewel rozemarijn winterhard is, is hij wel vorstgevoelig, waardoor de combinatie van kou en overmatige regenval funest kan zijn voor jonge planten. Als je kleigrond in de tuin hebt, moet je voor het planten de drainage verbeteren door bijvoorbeeld grind, schors en bladaarde door de grond te mengen.
Nee, de rozemarijn is niet giftig. Het is wel aan te raden om rozemarijn matig te gebruiken in de keuken en als thee.
De smaak van van het kruid rozemarijn is mild, maar snel overheersend. Het is een oud keukenkruid, dat vooral in Italiaanse gerechten goed past. Het smaakt lekker in vleesgerechten (zoals varkens- en lamsvlees), groenten, soepen en salades. Het kruid is ook zeer geschikt bij schelp- en schaaldieren.
Zowel de bladeren als de bloemen van de plant zijn eetbaar. De smalle naaldachtige bladeren zijn aan de bovenkant donkergroen en aan de onderkant wit. Het wordt als kruid toegevoegd aan zoete gerechten, maar is ook lekker bij vis en vlees.
Maar na de winter is het wel een must, omdat de rozemarijn snel verhout en ouder wordt. Snoei alle takken wat terug, maar nooit tot in het kale hout; zorg dat er altijd nog groen aan de takken zit. Door vormsnoei dwing je de plant om binnenin jonge takjes te maken. Kort hem daarom aan de toppen zo'n 5 á 8 cm in.
Voor overwintering zoekt u een lichte, koele plaats. De serre, het lichte trappenhuis of het raam van de garage of slaapkamer zijn ideaal. Tussen 5 en 10 graden Celsius is het voldoende om rozemarijn te laten overwinteren. Het mag ook niet warmer zijn, want hoe hoger de temperatuur, hoe groter de scheutgroei.
Rozemarijn is wat langer houdbaar dan andere kruiden, want de stelen en bladeren zijn wat stugger. Zit het blad nog aan de steel, dan kun je dit kruid 4 dagen in de koelkast bewaren. Zonder steel kunnen de blaadjes maximaal 3 dagen bewaard worden. In de vriezer kan rozemarijn 8 tot 10 maanden bewaard worden.