Maar het vuur zou veel eerder gemeengoed zijn geworden: tussen 400.000 en 350.000 jaar geleden. Daarmee zou het met afstand de oudste innovatie tot nu toe zijn die mensachtigen aan elkaar doorgaven.
Vuur ontstaat als er een brandbare stof, zuurstof en een ontstekingsbron in de juiste verhouding en hoeveelheid aanwezig zijn. Deze drie elementen vormen samen de vuurdriehoek. Bij het stoken van een houtkachel is hout de brandstof, regel je zelf de zuurstof en is het aanmaakblokje de ontstekingsbron.
In de prehistorie had men twee manieren om vuur te maken: Door twee stokken tegen elkaar aan te wrijven of door met twee stenen (vuursteen en ijzerhoudend gesteente) op elkaar te slaan een vonk te creëren.
Er is slechts één plaats die wellicht ouder, onomstootbaar bewijs van gecontroleerd vuur bevat: een archeologische vindplaats in Israël. Dat bewijs wijst erop dat de mens nog iets eerder dan 400.000 jaar geleden vuur kon maken en gebruiken.
De beheersing van vuur door de mens is het maken, gecontroleerd beheren en doven van vuur. Vermoedelijk gebruikten mensachtigen vuur al passief in de prehistorie voordat actief vuur gemaakt en gecontroleerd kon worden, met name als warmtebron en voor voedselbereiding.
De vaardigheid 'vuurtje stoken' heeft zich tussen 400.000 en 350.000 jaar geleden als een lopend vuurtje over de wereld verspreid, stellen Nederlandse archeologen. Daarbij lijken verschillende soorten mensachtigen het idee aan elkaar te hebben doorgespeeld.
Karakterisering en samenstelling. Plaatvormige vuursteen uit Zuid-Limburg. Vuursteen ontstaat als kiezelzuur (silica of siliciumdioxide, chemische formule SiO2) neerslaat in kalkafzettingen. De vorming van vuursteen vindt al plaats sinds het Precambrium 3,6 miljard jaar geleden.
'Er is geen waterdichte definitie van leven. Je kunt kenmerken geven, bijvoorbeeld iets wat zichzelf in stand houdt en zich kan vermeerderen. Maar dan zou vuur ook leven, en dat klopt niet.
Het ontsteken van vuur gebeurt met warmte. Deze warmte moet zo erg zijn, dat brandstof en de aanwezige zuurstof ontbranden. Als dit het geval is, vatten de brandstof en zuurstof vlam en verspreid de brand zich. Vuur is dus heet, omdat hitte nodig is om de brand te ontsteken en om de brand te laten branden!
Dieren hebben invloed op het ontstaan en verspreiden van bosbranden. Grote grazers zorgen ervoor dat er minder brandstof is door planten te eten, zo was al bekend. Maar ook vogels, bevers, olifanten en zelfs termieten kunnen een groot verschil maken.
Vuur slaan met vuursteen met markasiet oftewel percussie
Door de stenen tegen elkaar aan te slaan, ontstaat een vonk. Deze techniek is zeker gebruikt tot aan de ijzertijd. Archeologische bewijzen voor deze techniek zijn er al vanaf de steentijd.
Voor het meeste voedsel is de matige hitte van sintels en as voldoende, zodat het vuur vezels afbreekt, suikers omzet, vergiften en bacteriën onschadelijk maakt, maar toch nog wat voedsel overlaat voor de mensen om te verteren. Direct op de grond is een beter vuur te bouwen dan op een barbecue.
Overal vind je stenen en ook vuursteen. Je moet het alleen leren herkennen – kijk naar de vorm en de glans – het lijkt op mat glas. Vers vuursteen kan bruin zijn, maar dan komt het uit het zuiden, denk aan Limburg. Uit het noorden komt grijs tot zwart vuursteen.
Een rode, gele of oranje vlam komt door een lage temperatuur, een blauwe of witte vlam wordt veroorzaakt door een hogere temperatuur. Ten tweede wordt de vlam gekleurd door aangeslagen (energierijke) radicalen.
Vuur is het geheel van lichtverschijnselen en warmteontwikkeling dat optreedt als een brandbare stof een oxidatiereactie ondergaat bij hoge temperatuur.
Vuur heeft geen schaduw, omdat vuur licht manifesteert en duisternis verdrijft. De boodschap: zend licht uit en duisternis verdwijnt.
Vuur kan ook gevaarlijk zijn. Doordat het zo heet is, kun je ernstig gewond raken. Ook rook is erg gevaarlijk. Je kunt erdoor stikken.
Gassen kunnen namelijk oneindig hun vorm behouden. Dat betekent dat ze dus oneindig in dezelfde staat kunnen verkeren. Vuur is echter iets dat uitbrandt en niet altijd in dezelfde vorm bestaat.
Deze kleuren worden bepaald door de temperatuur van de vlam. Het blauwe deel is het heetst, daarna het witte deel en het gele deel van de vlam is het minst warm. Niet alleen de temperatuur kan de kleur van de vlam bepalen, de brandstof kan de kleur ook veranderen.
Granieten, diamanten, smaragden, goud, zilver, kwarts, ze zijn allemaal levenloos. Ze bestaan niet uit cellen en hebben nooit geleefd. Fossielen zijn de lastigste groep. Dat zijn versteende dieren of planten uit het verleden.
Het maken van vuur kan door warmte op te wekken bij de wrijving van twee oppervlakken. Bij voldoende druk en beweging gaat het hout verkolen en zelfs gloeien. Dit gloeien is meteen het begin van vuur (je gebruikt geen tondel). Er zijn twee manieren: een handboor en een vuurboog.
Is deze paprika levend of dood? Je weet het antwoord al want dat staat in de titel. Onze groenten en fruit zijn opgebouwd uit levende cellen.
Een prachtige edelsteen die veel waarde voor ons heeft. Wij merken dat Vuursteen een krachtige edelsteen is. Dit betekent dat Vuursteen meewerkt aan en verbetering van de energie die wij nodig hebben.
De meeste vuursteen is aanwezig in kalksteenlagen uit het Krijt (ca. 100 miljoen jaar oud). Oorspronkelijke voorkomens van vuursteen vinden we onder meer in het zuidwestelijke deel van het Oostzeegebied (Zweden en Denemarken), Zuid-Limburg, België en Frankrijk. Vuursteenknollen zijn er in allerlei vormen.
Daarvoor heb je drie dingen nodig: een vuursteen, pyriet en een tondel of tonderzwam, die brandt heel snel. Als je de vuursteen tegen het pyriet slaat, ontstaan er kleine vonkjes waardoor de tondel gaat branden. Vroeger hadden mensen altijd een vuursteen bij zich, tot een paar eeuwen geleden.