De getijbeweging ontstaat door de aantrekkingskracht van de maan en de zon op het water op aarde. De maan (en in mindere mate de zon) trekken als het ware aan het water, waardoor het water in de zeeën een bepaalde kant op beweegt.
De periode waarin het verschil tussen hoog en laag water het kleinst is, wordt doodtij genoemd. Hoog water is bij doodtij minder hoog dan gemiddeld en laag water minder laag dan gemiddeld. Doodtij treedt ongeveer eens in de 14 dagen op, ongeveer 48 uur na het eerste kwartier en na het laatste kwartier van de maan.
Springtij komt twee keer per maand voor. Zeven dagen na volle maan of nieuwe maan staan de zon en de maan haaks op elkaar. De krachten van de hemellichamen werken elkaar dan tegen. Dit noemen we doodtij: tijdens hoogwater stijgt het water niet zoveel, tijdens laagwater zakt het water niet zoveel.
Eb en vloed worden hoofdzakelijk veroorzaakt door aantrekkingskracht van de maan. De zwaartekracht van de maan (en die van de zon in mindere mate) trekt aan de aarde, maar ook aan het water van de aarde. Hierdoor verplaatst het water naar de maankant van de aarde. Het is daar dan vloed.
Als de maan en de zon ten opzichte van de aarde een rechte hoek maken, werken de aantrekkingskrachten mekaar tegen. Gevolg: de getijdenbeweging is minder groot. Het hoogwater is minder hoog dan anders: dat noemen we doodtij. Ook dit gebeurt twee keer per maand, vlak na eerste kwartier en vlak na laatste kwartier.
De aantrekkingskracht van de maan en aantrekkingskracht van de zon merken wij op aarde door eb (laag water) en vloed (hoog water). Het is twee keer per dag eb en twee keer per dag vloed.
Getij in de Noordzee
Een getijcyclus duurt 12 uur en 25 minuten. De getijdenbeweging in de Noordzee wordt veroorzaakt door twee getijgolven, waardoor : Vanuit het zuiden vanaf de Atlantische Oceaan via het Nauw van Calais. Vanuit het noorden vanaf de Atlantische Oceaan om Schotland heen.
De maan heeft ook zwaartekracht en trekt dus ook aan de aarde. Ook al het water op aarde wordt door de maan aangetrokken. Zo komt het dat het water, aan de kant waar de maan staat, hoger is. Het is daar dan vloed.
Reacties. Door aantrekkingskracht van de maan op de aarde (en omgekeerd) wordt het water in de zee richting de maan getrokken. Door de draaing van de aarde & van de maan om de aarde krijg je 2 keer per dag een 'vloedgolf' langs.
In quasi volledig afgesloten zeebekkens zoals de Middellandse Zee of de Baltische Zee is het tijverschil nog kleiner dan op de wereldoceanen, omdat ze zo ingesloten liggen dat de getijgolf nauwelijks binnen- en buitengeraakt.
Reacties. Het getij zoals het in Nederland wordt waargenomen wordt vooral veroorzaakt door de invloed van maan en zon op het water van de Zuidelijke IJszee, de enige plek op aarde waar de vloedgolf niet wordt gedempt door een landmassa. Daarom treedt springtij in Nederland 2 tot 2½ dag na volle maan op.
Springtij treedt eens in de ongeveer 15 dagen op en volgt gemiddeld ruim twee etmalen op het moment dat de getijkrachten van de maan en die van de zon dezelfde richting hebben en elkaar maximaal versterken.
Bij vloed is het water hoog en dicht bij de duinen. Eb betekent dat het water laag staat en verder weg. Soms vallen hele gebieden droog als het eb is. De aarde, zon en maan werken als magneten op elkaar.
PROGRAMMA SPRINGTIJ FORUM 2022. Het versnellen van de duurzame transitie in Nederland. Dat is de missie van Springtij. We willen mensen informeren, confronteren en inspireren om zelf in actie te komen en te kiezen voor verandering.
Springtij komt voor wanneer de maan en de zon op een lijn staan ten opzichte van de aarde, en de zwaartekracht van de beide lichamen dus samen aan de watermassa op aarde trekt. De getijden op aarde worden veroorzaakt door de maan en in mindere mate door de zon.
Het tijdsverschil tussen het begin van de ene vloed en het begin van de daaropvolgende vloed is gemiddeld 12 uur en 25 minuten. Bij volle maan en nieuwe maan zijn de getijkrachten sterker. Als gevolg daarvan komt het hoogwater in de dagen direct daarna sneller op en bereikt een hogere stand.
De maan heeft bijvoorbeeld effect op je emoties, energie en slaap. Rond volle maan is de invloed het sterkst. Wat veel mensen merken is dat ze rond volle maan onrustig zijn, slecht slapen of veel (intenser) dromen. Er is veel tegenstrijd of er tijdens volle maan ook meer baby's geboren worden en/of ongelukken gebeuren.
Doordat de aarde in 24 uur één maal om haar as draait, is het per etmaal tweemaal hoog water en ook tweemaal laag water. De aarde draait als het ware onder de twee vloedbergen door. Doordat de maan in ongeveer een maand om de aarde draait, is de maan in dat ene etmaal ook een stukje opgeschoven.
Gemiddeld draait de maan met een snelheid van 3680 kilometer per uur om de aarde. De maan staat gemiddeld 384.400 kilometer van de aarde.
De maan cirkelt om de aarde en de hoge waterstand volgt de beweging van de maan. Als de maan er niet zou zijn, zouden de getijden niet helemaal verdwijnen – omdat de zon ook getijden veroorzaakt – wel zijn de getijden zonder inbreng van de maan tot wel 75 procent minder sterk. De getijden worden dus zwakker.
Waar kan je maanwater voor gebruiken? Je kunt het drinken, maak er thee van, doe een beetje maanwater in je gevulde bad, vul je diffuser met het water en geef het aan je dieren en planten.
Volgens gebruikers is maanessentie heel zacht om te drinken, dus je zou het ook puur voor de smaak kunnen doen. Ook kun je maanwater gebruiken als basis voor je eigen Edelsteenwater.
Omdat de aarde zelf ook nog in z'n geheel naar de maan getrokken wordt, en de waterlaag door haar losse 'gladde' massa iets achterblijft bij de beweging van de aarde, wordt deze er in feite vanaf 'geslingerd', en hoopt het water zich daar aan de kant het verst van de maan dus ook op.
De maan draait om de aarde en trekt het water op aarde naar zich toe. Daardoor ontstaat vloed. De aarde draait langzaam rond, waardoor de maan steeds een ander stuk water naar zich toetrekt. Als het water niet wordt aangetrokken door de maan, dan wordt het eb.
Ontstaan van hoogwater
Hoogwater op de rivieren ontstaat vooral na langere perioden met veel neerslag (regen, maar ook sneeuw). In de zomer en de herfst kan de bodem nog veel water opnemen. Ook verdampt er meer water door de hogere temperaturen en via de opname van water door begroeiing.