Je kunt beter omgaan met kritische mensen als je hun beweegredenen begrijpt. De manier en mate van kritiek geven zegt vaak meer over de persoon zelf dan over jou. Deze mensen reageren op deze manier omdat ze bepaalde overtuigingen hebben over het leven.
Overkritisch: altijd kritiek en commentaar hebben.
Achterbaks is niet open maar stiekem, achter de ellebogen, geniepig of slinks. Een tweede kenmerk: het is niet eerlijk. Men heeft bijbedoelingen of men speelt onder één hoedje. Kortom: je kunt er niet op aan, het is gemeen, gluiperig, gehaaid, slinks, sluw, doortrapt en vals.
Je wilt er voor iedereen zijn en iedereen tevreden houden. Als iemand – naar jouw idee – boos, verdrietig, of teleurgesteld richting jou is, betekent dit dat je dit niet hebt volbracht en daarom betrek je het op jezelf. Het alles persoonlijk nemen komt dan vanuit je angst om niet goed voor anderen klaar te staan.
De onplezierige ervaringen die we hebben opgeslagen kunnen ons bewust of onbewust triggeren. Vaak hoeft iemand maar iets te zeggen of op een bepaalde manier te reageren en deze ervaringen worden getriggerd en hiermee ook jouw automatisch aangeleerde reactie hierop.
Jouw valkuil is dat je over-kritisch wordt of veroordelend. Dat je met jouw scherpe pen of tong de vloer aanveegt met jouw mening en zienswijze. Jouw valkuil kan zijn dat je pietluttig wordt, op alle slakken zout legt, spijkers op laag water zoekt, gaat muggenziften of dat je negatief kritisch wordt.
In situaties waarin de persoon die jou kwetst dit niet bewust heeft gedaan, kan dit perspectief een ruzie voorkomen. Wat je kunt doen, is – met deze kennis – toch even het gesprek aangaan. Door, zonder beschuldigingen, aan te kaarten dat je iets niet fijn vindt, kan dit het vervelende gevoel bij jou wegnemen.
Niet op een agressieve manier – houd het assertief. Wees open en oprecht over het gedrag van de ander. Laat hem inzien dat hij of zij aan het klagen is zonder einde en zonder oplossing. Kans bestaat dat diegene niet eens doorhad dat hij of zij zo negatief overkwam.
Mensen die erg negatief zijn, zijn overgevoelig voor kritiek. Ze kunnen het dus niet hebben als jij iets op hun aan te merken hebt, ook al is het niet eens echt kritiek, maar alleen een andere mening. Ook betrekken ze alles op zichzelf, dus voelen ze zich veel sneller aangevallen dan andere.
Vaak is het zo dat iemand zich helemaal niet bewust is wat zijn of haar oordeel met jou doet. Bespreek wat je dwars zit en geef de ander de kans tekst en uitleg te geven. Door het stellen van een vraag voorkom je bovendien dat je gelijk in de verdediging schiet of boos wordt, waardoor het gesprek mogelijk escaleert.
Negatief denken komt voort uit angst. Angst voor het onbekende, angst voor verlies aan controle, angst dat het niet goed komt. Niet voor niets is er de uitspraak: 'de mens lijdt nog het meest aan het lijden dat hij vreest'.
Neem niets persoonlijk: Dan durf je voluit te geven wat je hebt, als mens en in je rol als leidinggevende. Dan lever je de beste bijdrage vanuit je kracht. Niet tegengehouden door je onbewuste saboterende gedachten, niet tegengehouden door aannames over wat anderen er wel van zullen vinden en zeggen.
Het kan zelfs een blik zijn, een bepaalde houding die je al persoonlijk kunt opvatten. Wat je doet is het op jezelf betrekken. De emoties die hierbij naar boven komen, zijn je licht gefrustreerd voelen, gevoelens van boosheid of teleurstelling tot een koken diep van binnen.
Gisteren had ik een gesprek over 'dingen persoonlijk opvatten'. Als we iets te persoonlijk opvatten voelen we ons boos of beledigd; we interpreteren een opmerking of gedrag alsof deze op ons persoonlijk gericht is.
Kort gezegd is boosheid een emotie waarbij er uiting wordt gegeven aan onderliggende frustraties. Een frustratie die overal over kan gaan, onbegrip van de omgeving of juist onbegrip over jezelf. Op het moment dat frustratie toeneemt, neemt ook de emotionele spanning toe.
Kritiek op hun gedrag leidt in hun gedachte vaak direct tot het onderuithalen van hen als persoon. Ze reageren in dit soort gevallen vaak met woede, maar verbergen daarmee de onmacht, onzekerheid en schaamte die ze diep van binnen voelen.
Boosheid is vaak een reactie op onrecht en onmacht. Onrecht dat je ziet gebeuren om je heen en het raakt je. Of het onrecht dat jou is aangedaan, recent of langer geleden. Onmacht: iets willen doen, maar je kunt het niet (meer).
Valt collega's niet af en zeker niet tegenover anderen of in het openbaar maar spreekt eigen gevoelens direct uit naar de collega die het betreft. Gaat op grond van gelijkwaardigheid om met anderen. Komt afspraken na. Houdt rekening met collega's.
Iemand die manipuleert gebruikt regelmatig passief-agressief gedrag. Voorbeelden van passief-agressief gedrag zijn liegen, kritiek geven, overdrijven, negeren en sarcastisch zijn. Je kunt dit soort gedrag ook scharen onder een sluwe en achterbakse manier van omgaan met anderen.