iemand die met een fiets rijdt.
(-en), rijwiel. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: fiets (zn) : brik, kar, karretje, rijwiel, stalen ros, tweewieler, velo, zwijntje.
Juist is fietsster, met twee s'en. Met het achtervoegsel -ster kun je vrouwelijke persoonsaanduidingen afleiden van werkwoorden. Het achtervoegsel komt achter de ik-vorm van het werkwoord: bestuur - bestuurster, speel - speelster, medewerk - medewerkster, aanvoer - aanvoerster, enz.
Een fiets is een voertuig dat oorspronkelijk veelal louter met spierkracht werd aangedreven. De hedendaagse fiets bestaat doorgaans uit twee wielen, een frame, een zadel, een stuur en een trapas met pedalen.
Goed nieuws: die machine bestaat en we hebben er hier in Nederland al miljoenen van: de fiets. De fiets is een geluksmachine die mensen vrijheid geeft en gezonder maakt. Op de fiets kom je verder zonder al te veel fysieke inspanning te hoeven leveren. Onderweg maak je contact met anderen en de omgeving.
De geschiedenis van de fiets of het rijwiel gaat terug tot de uitvinding van de draisine of loopfiets in 1817. Daarna volgden de velocipede van 1866, de hoge bi van 1871 en uiteindelijk de 'veiligheidswieler' of safety in 1885.
velo Onder personeel van de luchtmacht in Belgisch Limburg gebruikt voor de 'laatste borrel of pint'. Velo is een acroniem of letterwoord, dat is samengesteld uit de beginletters van de woorden: Very Extreme Last One. Het gaat hier dus om de aller-, maar dan ook de allerlaatste versnapering.
Wat is het meervoud van fiets? Het meervoud van fiets is 'fietsen'. Eén fiets, twee fietsen.
Zorg nadat u bent aangereden of als u iemand heeft aangereden eerst voor medisch hulp. Zeker als er een kind is aangereden, is het zaak meteen medisch hulp in te schakelen. De schade bij het aanrijden van kinderen is vaak groot. Is de aanrijding minder ernstig vul dan het Europees Schadeformulier in.
De bestuurder van het motorrijtuig is aansprakelijk en moet de schade van de fietser of voetganger vergoeden, tenzij de bestuurder overmacht kan aantonen. Bij overmacht krijgt de fietser of voetganger geen schadevergoeding.
De fietser hoeft geen schuld aan te tonen. De bestuurder van een motorrijtuig kan de fietser aansprakelijk stellen voor de schade door de aanrijding, maar dat is wel complex. De zwakke verkeersdeelnemers worden door de wet beschermd, in artikel 185 Wegenverkeerswet.
het lachertje zelfst. naamw. Uitspraak: [ˈlɑxərcə] Verbuigingen: lachertje|s (meerv.) iets wat je niet serieus kunt nemen, waar je een beetje spottend om moet lachen Voorbeeld: `Als we ons huidige energieverbruik voortzetten, is het klimaatbeleid e...
Een dikke garde is veilig, omdat het voorkomt dat je per ongeluk op het lemmet glijdt met je hand of vingers. Een te dikke garde vermindert de bruikbaarheid van het mes als je niet het hele lemmet kunt slijpen.
Deutoplasma = dooier. Vittelus = synoniem voor dooier. Mesolecithaal = ei met slechts een matige hoeveelheid aan dooier. Oligolecithaal = eicellen met een weinig aan dooier.
Het woord 'school' is afgeleid van het Griekse 'σχολή', dat 'vrije tijd' betekent. Onderwijs was namelijk oorspronkelijk iets waarvoor men vrije tijd moest hebben: de meeste mensen, ook kinderen, besteedden al hun tijd aan werk.
eeuw * [honderd jaar] {oudnederlands ewa 901-1000, middelnederlands e(e)we, eeu [eeuwigheid]} oudhoogduits ewa, oudfries ewe [eeuwigheid], oudnoors æfi [leven, tijdperk], gotisch aiws [eeuwigheid], latijn aevum [tijdperk, eeuwigheid], grieks aiōn [levensduur, levenskracht], oudindisch āyus- [leven(sduur), lang leven]; ...
dat “fiets” zowel “m. & v.” is, net zoals “boot”, “jas” ( m. & v.)
Voor de uitgangen s en 's zijn er duidelijke regels. Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s. Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's. Als er een klinker voor de y staat, schrijf je de s eraan vast.
Je gebruikt een apostrof om verwarring over de uitspraak van een woord te voorkomen. Neem bijvoorbeeld het woord auto. In het meervoud schrijf je : auto's. De apostrof zorgt ervoor dat de uitspraak van de o gelijk blijft.
Hierin worden twee klassementen getoond. Een dagklassement dat ook echt maar op die datum geldig is. En een allertijden klassement. Sta je in laatstgenoemde bovenaan dan ben jij de KOM.
Het antwoord is: de fiets.
De prijs van een nieuwe transportfiets schommelde vroeger tussen 500 en 700 euro. Hoewel minstens tweedehands, nu zijn ouderwetse transportfietsen een stuk zeldzamer, er zou nog een soort 'zeldzaamheidstoeslag' bovenop deze prijs komen.