Een beenprothese of kunstbeen is een prothesevoorziening, samengesteld uit onderdelen of componenten, bedoeld om in functie, gebruik, uiterlijk (of een combinatie hiervan) een niet (meer) bestaand oorspronkelijk been of gedeelte daarvan te vervangen.
Een prothese is een kunstledemaat ter vervanging van een ontbrekend ledemaat of een deel hiervan. In deze folder vindt u informatie over de opbouw van een beenprothese.
De beenprothese bestaat uit verschillende delen: een koker (waarin de stomp komt), een kniegewricht (bij amputaties boven de knie), een enkelgewricht (soms wel, soms niet beweegbaar), een voet. Er zijn verschillende manieren waarop een prothese aan het lichaam vastgemaakt kan worden.
Onder een amputatie wordt verstaan het verwijderen van een deel van het menselijk lichaam, bijvoorbeeld een hele teen, voet, been, of een deel ervan. Met een amputatie zal er afstand gedaan moeten worden van een deel van het lichaam en daarmee wordt de compleetheid van het menselijk lichaam verstoord.
Een amputatie van een been is een operatie waarbij (een deel van) uw been wordt weg gehaald. Een amputatie is een heftige gebeurtenis. Praat hierover met naasten, of met mensen die ook een amputatie hebben. Voor de operatie wordt u in een diepe slaap gebracht (narcose) of krijgt u een ruggenprik.
Wat gebeurt er met verwijderd lichaamsmateriaal? In de medische praktijk wordt na een amputatie of extirpatie pathologisch onderzoek verricht op het verwijderde lichaamsmateriaal, dat vervolgens meestal als specifiek ziekenhuisafval wordt weggegooid of wordt gebruikt voor medisch onderzoek.
Mensen die een amputatie hebben ondergaan, voelen soms na de operatie het geamputeerde lichaamsdeel nog. Het voelt dan alsof het geamputeerde been, oftewel het fantoombeen, nog aan het lichaam zit. Dit is een normaal verschijnsel dat regelmatig voorkomt na een amputatie.
Een beenamputatie kan verschillende redenen hebben. In ongeveer 90% van de gevallen is een amputatie het gevolg van vaatproblemen.Verder kan een amputatie nodig zijn door een ongeluk (trauma), een infectie of een bottumor. Een amputatie is een ernstige, onherstelbare ingreep.
Na de amputatie is op de stomp een wond zichtbaar. Deze wond is gehecht met hechtdraad of met nieten die over het algemeen twee tot drie weken moeten blijven zitten. Het hechtmateriaal wordt uiteindelijk verwijderd in opdracht van de (vaat-)chirurg of de (revalidatie-)arts.
Hoe lang gaat een heupprothese mee? In het algemeen functioneert ruim 90% van de patiënten na 10 jaar en ongeveer 85% na 15 jaar nog goed met de heupprothese. Lichaamsgewicht, leeftijd waarop de prothese geplaatst word en activiteitenniveau hebben op de overleving van de prothese een groot effect.
Het is mogelijk met een beenamputatie in de auto te rijden. Wettelijk gezien bent u wel verplicht uw lichamelijke beperking te melden. De procedure hiervoor loopt via het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
Levensduur van een kunstgebit
Een kunstgebit gaat tussen de 5 en 8 jaar mee. De exacte levensduur verschilt per persoon. Dit heeft te maken met het verzorgen van het kunstgebit, maar ook met het slinken van je kaken. Naarmate je een kunstgebit langer draagt, slinken je kaken.
Een ander woord voor kunstgebit is prothese en bestaat uit een plaat van kunsthars waarop tanden en kiezen zijn bevestigd.
Prothesen zijn uitwendige hulpmiddelen die een lichaamsdeel, dat niet volledig ontwikkeld is (deficiënt) of ontbreekt, geheel of gedeeltelijk vervangt.
Revalidatie met prothese
De maat voor de prothese wordt genomen. Soms kan dit al na enkele weken, maar bij wondproblemen kan deze periode meerdere maanden in beslag nemen. Deze consultatie gebeurt door de revalidatiearts, prothesist en zo nodig andere zorgverleners.
Na een amputatie hebben veel mensen het gevoel dat hun ledemaat nog aanwezig is. Ze ervaren pijn, jeuk of andere sensaties in het ontbrekende lichaamsdeel. We noemen dit fantoomgewaarwordingen of fantoompijn.
Vlak na de amputatie komt fantoompijn heel veel voor. Meestal vermindert de fantoompijn in de loop van een jaar.Bij ongeveer één op de tien geamputeerden blijft de fantoompijn echter langer bestaan en soms zelfs altijd.
In 90 procent van de gevallen is amputatie nodig vanwege problemen met de bloedvaten. De andere 10 procent komt door een ongeluk, na een infectie, een tumor, een verbranding of bevriezing. U ligt 7 tot 10 dagen in het ziekenhuis.
Er is het gevoel van aanwezigheid, houding en afmeting van het afwezige lichaamsdeel. Bij het gevoel van afwezigheid, voelt het alsof het lichaamsdeel er nog gewoon is; het voelt als voorheen. Ook is er het houdingsgevoel. Hierbij heeft u het gevoel dat het lichaamsdeel in een bepaalde stand staat of ligt.
Maar in de meeste gevallen (90%) is een amputatie nodig in verband met vaatproblemen. Bij vaatproblemen is de doorbloeding van het been verstoord. Dit kan ook in de andere vaten van het lichaam voorkomen. Deze doorbloedingsstoornis kan acuut zijn.
De orthopedisch chirurg is meestal voor de amputatie al betrokken bij uw behandeling. Als een amputatie onvermijdbaar is, voert de orthopedisch chirurg deze bij u uit. De orthopedisch chirurg is eindverantwoordelijk voor de gehele zorg tijdens de operatie.
Veel patiënten dragen na een dergelijke amputatie een prothese. Soms ontstaan er klachten aan de beenstomp, die forse invloed kunnen hebben op het leven van de patiënt.De klachten variëren van huidirritaties tot bot- of zenuwwoekeringen. Als er klachten optreden kan de prothese vaak tijdelijk niet gedragen worden.
Bij medisch onderzoek wordt altijd de voorafgaande toestemming van de patiënt ver- kregen. Als het verwijderde lichaamsmateriaal wordt weggegooid, is vragen om voorafgaande toestemming van de patiënt echter minder gebruikelijk.
De operatie duurt ongeveer één uur, afhankelijk van welk gedeelte van uw been wordt geamputeerd. Wat gebeurt er na de operatie? Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer waar u rustig kunt bijkomen. De ver- pleegkundige controleert uw bloeddruk en polsslag.