In het alledaagse spraakgebruik spreekt men tot een leeftijd van 12 à 14 jaar van 'kinderen' en daarna van 'jongere', 'tiener' of 'puber'. In de ontwikkelingspsychologie spreekt men niet meer van 'pubers' en 'puberteit' maar van 'adolescenten' en 'adolescentie'.
Een tiener is een persoon die, strikt genomen, een leeftijd heeft tussen de tien en negentien jaar. Doorgaans wordt hiermee een puber bedoeld.
Kinderen Tijdens je kindertijd zit je van groep 3 t/m groep 8 op de basisschool. Kinderen van 6 tot 12 jaar oud noemen we schoolkinderen. Je leert lezen, schrijven, rekenen en nog veel meer. Aan het einde van de basisschool lijkt een schoolkind absoluut niet meer op een kind uit groep 3.
Je kind moet naar school rond de 5e verjaardag. Dit staat in de leerplichtwet. Sommige kinderen gaan vanaf 2,5 jaar naar de voorschool of vroegschool. Je kind moet dan uiterlijk rond de 5e verjaardag de overstap maken naar de kleuterklas.
De Wereldgezondheidsorganisatie definieert adolescentie als de periode van iemands leven tussen de het 10e en 20e levensjaar. De Van Dale stelt dat een adolescent een jongere is van ca. 11 tot 20 jaar.
De peutertijd duurt tot de leeftijd van 4 jaar. Daarna wordt je kindje een kleuter en mag hij naar de basisschool. In de periode tussen 1 en 2 jaar wordt je kind vaak een dreumes genoemd. De term 'peuter' wordt ook weleens breder gebruikt, voor kinderen tussen de 1,5 en 4 jaar.
Puberteit versus adolescentie
Adolescentie is de periode tussen de late kindertijd en de jongvolwassenheid waarin een kind zich ontwikkelt tot volwassene. De puberteit is de periode waarin je hormonen ervoor zorgen dat je je ontwikkelt van kind tot volwassene.
Schoolkind. Wikipedia vermeldt deze termen voor kinderen: baby, dreumes, peuter, kleuter, schoolkind en puber. De term "tiener" wordt dus officieel niet gebruikt.
Je kind van 9 jaar: kan rekenen tot tienduizend en maakt de eerste berekeningen tot honderdduizend. kan de tafels van 1 t/m 10 foutloos en snel uit het hoofd. heeft begrip voor hoeveel een 'miljoen' is en weet dat dit een getal is met zes nullen.
tiener - (iemand in de leeftijd tussen 10 en 19 jaar)
Er is een lichamelijke ontwikkelingsstoornis waarbij een kind veel eerder dan normaal in de puberteit komt: pubertas praecox. Een meisje ontwikkelt dan bijvoorbeeld al voor haar achtste jaar schaamhaar en borsten. Ook kan ze veel te vroeg beginnen met menstrueren. Bij jongens ligt de grens op de leeftijd van 9 jaar.
Bij meisjes begint de puberteit op de leeftijd van 10 à 11 jaar en daarmee begint ook de ontwikkeling van de borsten en het schaam-, oksel- en beenhaar.
Levensfase 10-12, groep 7 en 8
Ook in de laatste fase van het primair onderwijs, groep 7 en 8, wordt een kind schoolkind genoemd. Doordat de puberteit in deze periode begint zijn er grote ontwikkelingsverschillen waar te nemen tussen jongens en meisjes. Deze periode wordt ook wel pre-puberteit genoemd.
Eerst is het met handen en voeten en vanaf twee jaar is het vaak al rechtop waarbij ze zich aan jou of een trapleuning vast moeten houden. Als het een tijdlang goed gaat laten de meeste ouders ze zelfstandig lopen zonder begeleiding, vaak vanaf een jaar of 3. Een kleuter kan al zonder vast te houden de trap oplopen.
De meeste kinderen starten met het herkennen en benoemen van kleuren als ze twee, drie jaar zijn. Aan het begin van groep 1 kennen de meeste kinderen de primaire kleuren rood, geel en blauw. Veel kleuters hebben ook al een lievelingskleur. Bij kleine meisjes is dat vaak roze.
Bij de 15-18 jarigen is dit percentage bijna verdubbeld. Van de 18-jarige jongens geeft 92% aan te masturberen, van de meiden is dat 66%. De gemiddelde leeftijd waarop jongens voor het eerst masturberen, is 13,5 jaar, de meiden beginnen gemiddeld met 14,6 jaar.
Baby, dreumes, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene en oudere, zijn de levensfases van de mens die ik op meerder plekken tegen kwam.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
De middelbare leeftijd is de levensfase tussen het veertigste en vijfenzestigste jaar. Deze periode wordt vaak gekenmerkt door het evalueren van de beslissingen die in de jonge volwassenheid zijn genomen. Het gaat om keuzes op het gebied van relaties, werk en het leven in het algemeen.