oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
Dit betekent dat broers en zussen bloedverwanten zijn in de tweede graad, ooms en tantes in de derde, en volle neven en nichten in de vierde graad. Kinderen van broer of zus zijn bloedverwant in de derde graad.
Een schoonouder betreft de moeder of de vader van de persoon met wie men is (of was) getrouwd.
Je moeder is 1e graads (in rechte lijn). Je opa is 2e graads (in rechte lijn). Je zus is 2e graads (in zijlijn): moeder (1) – zus (2). Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – tante (3).
Derde graad
overgrootouders;achterkleinkinderen;neven en nichten (kinderen van broers of zussen);ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Voorbeelden van een familielid in de derde graad zijn een neef/nicht, overgrootouder, overgroottante, overgrootoom, achternicht/nicht, achterneef/nicht, achterkleinkind, halftante of halfoom . Ook wel TDR genoemd.
betovergrootouders van uw partner; achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen) van uw partner; neven en nichten (kinderen van broers of zussen van ouders) van uw partner; oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
1e graads familie: Dit zijn de directe familieleden, namelijk de ouders, partner en kinderen van een persoon. 2e graads familie: Dit zijn de broers, zussen, grootouders, kleinkinderen en (schoon)ouders van een persoon.
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden: ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van een broer of zus), overgrootouders, achterkleinkinderen.
We zeggen normaal gesproken de oma/beppe van mijn partner/vrouw/man/echtgenoot/vrouw, de moeder van mijn schoonmoeder/schoonvader.
Aangetrouwde familie, of schoonfamilie is: Schoonvader en schoonmoeder (schoonouders) – ouders van de partner. Schoonbroer of zwager en schoonzus – partner van broer of zus. Schoonzoon en schoondochter (schoonkinderen) – partner van een kind.
Neven en nichten zijn vierdegraads verwanten van de overledene (vier geboorten namelijk, geboorte overledene (1), geboorte ouder (2), geboorte oom/tante (3), geboorte neef/nicht (4)). Aangetrouwde familieleden zijn geen bloedverwanten, maar aanverwanten.
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Een verwantschapsrelatie in de vierde graad is een broer, zus, oom, tante, neef, nicht, grootouder, overgrootouder, oudtante, oudoom, oudovergrootouder, nicht, neef, achternicht, achterneef of stiefouder .
Familie (eigen of aangetrouwd) in eerste graad. Dit zijn: partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract) ouders (inclusief stiefouders en adoptieouders)
Onder directe familie worden de leden van iemands gezin verstaan, waaronder de echtgenoot, kinderen, ouders en broers en zussen.
Het kind van een neef of nicht is een achterneef/achternicht.
Oudoom of oudtante: de broer of zus van je opa of oma. Oftewel de oom of tante van je vader of moeder. Overoudoom of overoudtante: de broer of zus van je overgrootvader of overgrootmoeder.
neef/nicht .
In Vlaanderen spreekt men van achterneef/achternicht (kleinkind van broer of zus) en kozijnskind(eren), kleinkind van oom of tante.
Schoonbroer wordt hoofdzakelijk in België gebruikt, zwager vooral in Nederland. De woorden hebben allebei dezelfde betekenis, namelijk 'de broer van iemands partner' of 'de mannelijke partner van iemands zus of broer'.
Een eerstegraads verwant van een persoon is een van de volgende: de echtgenoot (of echtgenoot-equivalent), kinderen, stiefkinderen, broers, zussen, halfbroers, stiefbroers, -zussen, ouders of stiefouders van die persoon. Een tweedegraads verwant van een persoon is een eerstegraads verwant van een van de eerstegraads verwanten van die persoon.
Voorbeelden van een tweedegraads familielid zijn een tante, oom, grootouder, kleinkind, nicht, neef of halfbroer of -zus . Ook wel SDR genoemd.
Dit zijn: broers en zussen (inclusief stiefbroers en stiefzussen) zwagers en schoonzussen. kleinkinderen.