Overgrootmoeder - 7 definities - Encyclo.
Al snel zie je dat vanaf generatie 6 de basis hetzelfde blijft (groot, overgroot, betovergroot), en komt daarvoor telkens een andere benaming. Dus de vader/moeder van jouw betovergrootvader/moeder is dus officieel jouw oudvader/moeder.
Ze wordt 'omama' genoemd.
de moeder van de grootvader of de grootmoeder
Voorbeeld: `Mijn overgrootmoeder is twee dagen geleden overleden.
"Overgrootoma is geen Nederlands, het is overgrootmoeder." Ik wil het uitleggen, maar het lukt niet. "Het staat mooi in het rijtje", zegt hij. "Onze geliefde moeder, schoonmoeder, oma, overgrootoma." Ik kijk mijn moeder aan.
Oudoom of oudtante: de broer of zus van je opa of oma. Oftewel de oom of tante van je vader of moeder.
Overgrootouders moet je koesteren
"Met vier generaties op de foto!" Dat is een trotse uitroep van overgrootouders bij de geboorte van een achterkleinkind.
De juiste benamingen zijn: grootmoeder, overgrootmoeder, betovergrootmoeder.
Een grootmoeder of oma is een vrouw die een kleindochter of kleinzoon heeft. Dit kan een kind zijn van haar (plus)zoon of van haar (plus)dochter.
De gemeenschappelijke voorouder zelf kan als eerste generatie beschouwd worden, zijn kinderen zijn generatie twee, zijn kleinkinderen generatie drie, zijn achterkleinkinderen generatie vier, enzovoorts. Bij de meeste mensen is tijdens de geboorte wel een of meerdere grootouders in leven.
[familie] een vader van een grootouder.
estaan een heleboel synoniemen in het dialect voor grootmoeder. In het Vlaams bestaan onder andere: bomma, meme, metje (of metjen of metj`n), moemoe en moeke, in het Fries: beppe en in nog andere dialecten best......
Eerstegraads familieleden: partner, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en schoonzonen. Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers.
In tegenstelling tot genealogisch verwantschap worden naast ouders ook broers en zussen tot de eerstegraads verwanten gerekend. Uit antropologisch oogpunt zijn kinderen, ouders, broers en zussen dan eerstegraads verwant, terwijl ooms, tantes, grootouders en kleinkinderen tweedegraads verwant zijn.
(v.) Verbuigingen: achternichtenVerbuigingen: achternichtje de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante Voorbeeld: `Anna is mijn achternicht.
opoe znw. v. is een kinderterm die uit omoe, verkorting van grootmoeder onder invloed van opa ontstaan is. In de verbinding van opa en omoe ontstond opoe evenals het zuidholl. poe voor moeder een kruising is van pa en moe (G.
Een kleinkind is de sekseneutrale benaming voor een kind van een kind. Het is dus in afstamming de derde generatie, gerekend vanaf de grootouders van het kind. Een mannelijk kleinkind wordt kleinzoon genoemd, een vrouwelijk een kleindochter.
Het voorvoegsel "bet-" wordt niet gebruikt bij kleinkinderen, maar bij verre voorouderen. De vierde generatie van een familie zijn de achterkleinkinderen. De vijfde generatie zijn de achterachterkleinkinderen. Bij elke generatie wordt het bijwoord achter gebruikt van kleinkinderen.
Ook de echtgenote van een oom of tante wordt meestal een (aangetrouwde) tante genoemd. Een tante is een derdegraads bloedverwantschap. Degene van wie iemand een tante is wordt een neef (man) of nicht (vrouw) genoemd.