Algemeen Secundair Onderwijs (ASO); Kunst Secundair Onderwijs (KSO); Technisch Secundair Onderwijs (TSO); Beroepssecundair Onderwijs (BSO).
Sociale en technische wetenschappen biedt je een brede vorming aan op sociaal, wetenschappelijk en technisch vlak. Het uitgangspunt voor elk vak is de mens en zijn omgeving. De wetenschappen worden niet zuiver abstract en theoretisch benaderd, maar verwijzen voortdurend naar concrete toepassingen.
Het begrip humane wetenschappen (soms ook menswetenschappen) wordt in het Nederlands (vooral in Vlaanderen) meestal gebruikt om die wetenschappen te benoemen die niet tot de exacte wetenschappen behoren. De term dekt echter niet steeds dezelfde lading.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs. Het BSO is een praktijkgerichte onderwijsvorm waarin de jongere naast algemene vorming vooral een specifiek beroep aanleert. Het KSO koppelt een algemene ruime, vorming aan een actieve kunstbeoefening.
Als je met je 18jaar je middelbaar met succes hebt afgerond krijg je in ASO en TSO richtingen je diploma van het secundair onderwijs.
We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) met een vwo-diploma.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Het technisch onderwijs (TSO) biedt net als het algemeen secundair onderwijs een theoretische opleiding, maar biedt daarnaast ook keuzevakken die concreter en technischer zijn. Het beroepsonderwijs (BSO) laat toe om meteen na de studies een beroep uit te oefenen. Het is sterk op de praktijk gericht.
Het aso volgt op de eerste graad (de observatiegraad) van het secundair onderwijs en wordt ingedeeld in een tweede (de oriëntatiegraad) en derde graad (de determinatiegraad). Een graad bestaat uit twee leerjaren.
ASO = algemeen secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs ASO is het hoogste, daarna kun je naar de universiteit. Dan heb je TSO, dat is vergelijkbaar met de Havo. Daarna kun je naar de hogeschool. BSO is vergelijkbaar met het VMBO.
Studierichting "Humane wetenschappen"
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO. Alle studierichtingen van het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) bereiden enkel voor op verder studeren in het hoger onderwijs.
A2 is de oude benaming voor het huidige 'diploma secundair onderwijs'. Hoewel de benaming al officieel werd afgeschaft in de 70-er jaren, wordt deze nog veel gebruikt. Benaming voor een intussen niet meer bestaand onderwijsniveau, namelijk Lager Secundair Technisch. De term wordt soms nog gebruikt bij vacatures.
Kan je dokter worden met STW? Reacties. Geneeskunde, de opleiding tot dokter, arts, kan je alleen studeren aan de universiteit. In Vlaanderen staat de studie Geneeskunde open voor al wie een diploma secundair onderwijs (of gelijkwaardig) bezit en slaagt in een toelatingsproef.
Vroegere benamingen voor diploma's in verschillende onderwijsniveaus. Afgestudeerden in een hogeschool behaalden een A1-diploma, afgestudeerden in het technisch secundair onderwijs (tso) behaalden een A2-diploma, enz.
Het lager beroepsonderwijs (lbo) is de voorloper van het hedendaagse vmbo en was bedoeld voor leerlingen die meer praktisch dan theoretisch waren ingesteld.
In deze onderwijsvorm krijg je een brede theoretische vorming die je niet rechtstreeks voorbereidt op een beroep. Handenarbeid komt in deze onderwijsvorm niet aan bod.
Je krijgt een getuigschrift van het secundair onderwijs als je de eerste of de tweede graad secundair onderwijs hebt afgerond. Je krijgt een diploma van het secundair onderwijs als je de derde graad hebt afgerond. Elk diploma secundair onderwijs uit aso, bso, kso en tso geeft toegang tot het hoger onderwijs.
Dit is opgedeeld in 3 niveaus: ASO (algemeen secundair onderwijs), TSO (technisch secundair onderwijs) of KSO (kunst secundair onderwijs) en BSO (beroeps secundair onderwijs).
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
Een hbo-opleiding leidt mensen op voor hogere functies bij de overheid of in het bedrijfsleven, zoals verpleegkundige, accountant of bouwkundig ingenieur. Hbo-opleidingen volg je aan een hogeschool. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is het hoogste niveau. Een wo-opleiding volg je aan een universiteit.
Daaruit blijkt dat over alle UHasselt-opleidingen 48 procent van de studenten slaagde in het eerste jaar. Er zijn echter grote verschillen als men kijkt naar de aso-richtingen waaruit de studenten komen. Zo scoort de richting Latijn-Wiskunde het best, met een slaagpercentage van 69 procent.
Het hbo (Hoger Beroeps Onderwijs) onderwijs in Nederland kennen wij als een onderwijsvorm binnen het hogere onderwijs. HBO opleidingen zijn te volgen aan een hogeschool. Je kunt het hbo onderwijs pas gaan volgen wanneer jij een mbo (niveau 4), HAVO of VWO diploma hebt gehaald.