De bevestigingen van de neus-maagsonde worden losgemaakt en de sonde wordt afgeknikt uit de neus naar buiten getrokken. In plaats van gebruik van een kocher kan de sonde, om deze af te sluiten, geknikt worden.
Alleen een maag-darm-leverarts kan de neus-duodenumsonde verwisselen. Wanneer uw sonde kapot is of wanneer het tijd is voor het wisselen (max 8 weken), neem dan contact op met uw voedingsverpleegkundige voor het maken van een afspraak.
De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Doorspoelen van een neusmaagsonde, PEG-katheter of jejunostomie. Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Een neus-maagsonde is een dun, flexibel slangetje dat via uw neus, keel en slokdarm naar uw maag loopt. Aan het uiteinde van de sonde zitten kleine gaatjes waar de voeding doorheen loopt. De sonde kan door een verpleegkundige ingebracht worden. Of de sonde goed ligt, controleert de verpleegkundige met een pH-meting.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
De eerste dagen na het inbrengen van de sonde voelt u deze steeds zitten. Vooral slikken geeft een vervelend gevoel. Meestal went u hier na een paar dagen aan. Om verstoppingen te voorkomen, is het belangrijk om de sonde frequent door te spuiten.
De bevestigingen van de neus-maagsonde worden losgemaakt en de sonde wordt afgeknikt uit de neus naar buiten getrokken. In plaats van gebruik van een kocher kan de sonde, om deze af te sluiten, geknikt worden.
Schuif tijdens de slikbeweging de sonde rustig door totdat de markering op de sonde bij de neus zit. Controleer daarna of de sonde in de maag ligt. Als de sonde goed zit, plak deze dan meteen goed vast op de wang. Dan kan deze er niet meer uit glijden.
Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje (sonde) in uw maag of dunne darm komt. Het bevat alle voedingsstoffen die u nodig heeft, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Sondevoeding kan de normale voeding helemaal vervangen, maar kan ook een aanvulling zijn op de normale voeding.
Sondevoeding is dunne, vloeibare, volwaardige voeding die via een slangetje (sonde) rechtstreeks in de maag of de dunne darm (jejunum) kan worden toegediend. Het wordt gebruikt als volledige voeding of als aanvullende voeding. Sondevoeding wordt ook wel enterale voeding genoemd.
Bij een sonde via de neus en keel blijft er voldoende ruimte over om daarnaast nog 'gewone' voeding te kunnen slikken als dat medisch gezien toegestaan is. Sondevoeding kan als volledig voeding worden ingezet maar ook als aanvullende voeding worden voorgeschreven.
Via een dun soepel slangetje (de sonde) wordt dunne vloeibare voeding direct het maag-darmkanaal ingebracht. De sonde wordt door de neus doorgeschoven via de keel en de slokdarm naar de maag (neus- maagsonde) of darmen (neus-duodenumsonde).
Bridle betekent letterlijk ʻteugelʼ of ʻlusʼ en in dit geval is het bedoeld om een neus-maagsonde vast te zetten (fixeren) waarbij we geen pleisters gebruiken. De Bridle is een systeem waarbij een lus wordt gelegd achter het neustussenschot langs. Deze lus is van glad siliconen materiaal en veroorzaakt geen irritatie.
Een maaghevel zorgt ervoor dat de inhoud van de maag wordt geleegd. Hierdoor krijgen de maag en darmen rust waardoor u niet meer misselijk bent en niet meer braakt. De maaghevel blijft in principe een aantal dagen zitten. Hoe lang de maaghevel blijft zitten, is afhankelijk van de productie.
93% van de patiënten met sondevoeding had een passagestoornis van oesofagus of maag en 58% van de patiënten met PV had een ileus. De mediane overleving was 17 weken voor de patiënten met SV en 12 weken voor de patiënten met PV; 29% was overleden binnen 6 weken.
Wanneer de pH-waarde hoger is dan 5,5, zal de verpleegkundige u aanraden voorlopig te stoppen met de sondevoeding en/of medicatie. Hij of zij zal de pH-waarde opnieuw controleren binnen 30-60 minuten. Wanneer de pH-waarde nog steeds hoger is dan 5,5 is het mogelijk dat uw sonde niet goed ligt.
Zorg dat de zorgvrager het hoofd naar voren buigt als de sonde in de keelholte ligt (in deze houding sluit het strottenklepje de luchtpijp af).
Een maagsonde is een slangetje dat via de neus of de mond door de slokdarm in de maag wordt ingebracht en dient meestal om sondevoeding te kunnen toedienen. Dit geldt vooral voor patiënten aan de beademing die vanwege het beademingsbuisje (tube) niet normaal kunnen eten en drinken.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Daarnaast is het belangrijk dat de sondevoeding op kamertemperatuur is en dat u uw toedieningsmaterialen, zoals spuiten en de pompset/toedieningssysteem iedere 24 uur vervangt. Verder kan diarree ontstaan doordat u te weinig vezels binnen krijgt. Mogelijk kan een sondevoeding met vezels de oplossing zijn.
- Bepaal de benodigde lengte van de sonde: neem het uiteinde van sonde en meet de lengte vanaf het puntje van de neus via de oorlel naar uiteinde van het borstbeen (NEX: nose-earlobe- xyphoid). Tel 10 cm bij de gemeten lengte op. Het totaal is de lengte die moet worden ingebracht (NEX+10). Noteer deze lengte.
Het is belangrijk de sonde goed open te houden. Om verstopping te voorkomen adviseren wij u het volgende: Spuit de sonde na elke portie sondevoeding door met lauw kraanwater. Spuit tijdens continue voeding de sonde iedere 4 uur per dag door met 20 ml lauw kraanwater.