Laat de pasta niet helemaal gaar worden, maar laat deze al dente.Giet 'm dan ook niet af, maar gebruik een schuimspaan om de pasta bij de saus toe te voegen.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Zet de pasta als een mooi torentje op het bord. Rasp wat verse Parmezaanse kaas over de pasta en verdeel wat olie in een mooie cirkel eromheen. Garneer het torentje met wat basilicum en serveer.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Tijdens het pasta koken kun je het beste geen deksel op de pan doen. Het deksel zorgt er vaak voor dat het water gaat schuimen en dat er water over de rand van de pan heen loopt. Ook heb je net kunnen lezen dat je de pasta goed in beweging moet houden, zonder deksel gaat dit natuurlijk ook een stuk makkelijker!
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
De tussenoplossing is het eten tot lauw of kamertemperatuur af te laten koelen. Het duurt namelijk twee uur tot er zich (te veel) bacteriën beginnen vormen als de voeding buiten de koelkast staat. Dat afkoelen gaat sneller als het eten in een laag is uitgespreid. Of je kunt ook de pan in een bak met ijswater zetten.
Zorg er wel voor dat de pasta snel afkoelt. Zet de restjes daarom binnen 2 uur in de koelkast. Houd er wel rekening mee dat gekookte pasta gaat plakken. Om het plakken te voorkomen, kan je een lepeltje olijfolie door de pasta heen roeren.
Giet de spaghetti snel af in een vergiet en vang eventueel wat kookwater op om de saus mee te binden. Je kunt ook wat koud water toevoegen om het kookproces te stoppen en dan pas af te gieten. tip Laat droge pasta altijd 1 minuut minder lang koken dan aangegeven op de verpakking.
Is je overgebleven pasta al gemengd met saus en wil je de pasta opwarmen? Leg het dan in een ondiepe ovenschaal, bedek deze met folie en zet het zo'n 20 minuten op 175 graden in de oven. Om de pasta nog een beetje smeuïg te maken kun je 5 minuten voor tijd de folie verwijderen en er Parmezaanse kaas over gooien.
Het Italiaanse woord 'al dente' betekend beetgaar oftewel bijtgaar. 'Dente' is het Italiaanse woord voor tand en daar komt dan ook de term vandaan. Je kookt pasta altijd beetgaar. Dit houd in dat je de pasta nét gaarkookt zodat de deze nog enige weerstand geeft.
Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Als je pasta te lang kookt, wordt hij niet alleen slijmerig, maar stijgt er ook zijn glycemische index. Hierdoor gaat je bloedsuikerspiegel snel stijgen en zal je minder lang een verzadigd gevoel hebben. Als je de pasta afgiet op het moment dat hij perfect al dente is, is het eigenlijk al te laat.
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Water kookt sneller wanneer je het deksel op de pan zet. Dat komt doordat de warmte in de pan gevangen blijft, waardoor het water sneller het kookpunt bereikt.
De beste techniek om te zorgen dat je kliekje pasta niet te klef of te droog wordt tijdens het opwarmen is door dit gewoon in de pan te doen. Voeg hier een scheutje water aan toe en kook dit op middelhoog vuur tot het meeste water is verdampt. Zo krijgt de pasta zijn volle, romige structuur weer terug.
Heb je geen weegschaal bij de hand en wil je toch weten hoeveel pasta per persoon je nodig hebt? Dan kun je de pasta het beste in een kopje afmeten. Een gevuld kopje droge pasta staat namelijk ongeveer gelijk aan één portie. Het maakt hierbij wel uit van wat voor soort pasta je precies gebruik maakt.
Reken gemiddeld op zo'n 100 gr droge pasta per persoon. Voor kinderen voorzie je best iets minder, zo'n 80 gr per persoon. En voor grote eters neem je je voorzorgen en voorzie je rond 120 gr per persoon.