Hoe esdoorn snoeien
Neem liever enkele takken gedeeltelijk of helemaal weg om zo de kroon uit te dunnen. Haal naar binnen groeiende takken of kruisende takken weg. Knip hierbij boven een zijtakje dat naar buiten wijst. Dit geldt vooral voor jonge bomen, met de juiste manier van snoeien vormen ze een fraaie kroon.
De beste periode voor het snoeien van een esdoorn is in de maanden juli en augustus, want dan is de esdoorn volop in de groei en zullen snoeiwonden snel herstellen.
Dikke takken kunt u het beste tot op ongeveer 10 centimeter van de stam afzagen, en dunnere takken tot op ongeveer 5 centimeter, zodat er een stomp overblijft. Snoei de esdoorn op tijd, om zo te voorkomen dat u dikke takken weg moet snoeien.
Het kan voorkomen dat de boom al meerdere toppen heeft ontwikkelt, en zo kan er dus een dubbele stam ontstaan. Dit kun je verhelpen door een van de twee toppen weg te halen. Snoei dus een top dicht tegen de stam weg, maar behoud wel de takkraag. Probeer de kroon van de esdoorn niet te beschadigen tijdens het snoeien.
Kleiner houden is overigens geen enkel probleem. De bladeren worden, afhankelijk van de soort, tussen de 4 en 12 centimeter groot en hebben lange, spitse vingers. Ze zijn inheems in grote delen van Japan. Omdat ze relatief klein blijven groeien ze daar vaak op schaduwrijke plekken onder grotere bomen.
De Japanse esdoorn houdt niet van teveel water. Bij goed doorlatende grond kunt u het beste eenmaal per week water geven. Bij aanplant en zeer warme dagen kunt u tot driemaal per week water geven. Zorg dat de wortels niet continu in het water staan want dit kan zorgen voor rottende wortels.
Het snoeien van de Japanse esdoorn doet u alleen als er takken afsterven of als u de vorm van de heester wilt veranderen. In de zomer (juli/augustus) kunt u de struik modelleren om deze mooi compact te houden. Knip de takken terug naar wens, totdat de struik zijn natuurlijke vorm weer heeft.
Bij het verwijderen van deze zaailingen, moet er ander gereedschap aan de pas komen. Vaak wordt hiervoor een steekschop gebruikt. Deze is scherp waardoor je de zaailingen er eenvoudig uit kunt steken. Wanneer er veel zaailingen staan is dit een flinke klus.
Meestal is een Japanse esdoorn snoeien niet nodig, omdat het langzame groeier is. Maar soms is het goed om wat dode en 'verdwaalde' takken te verwijderen je Acer palmatum weer mooi in vorm te brengen.
Witte takken zijn dood, die kun je zonder risico wegsnoeien. De Japanse esdoorn is veeleisend als het gaat om bemesting. Twee keer per jaar een handvol koemestkorrels of andere droge varianten houdt de plant op de been.
De Japanse esdoorns zijn langzaam groeiende struiken of kleine meerstammige bomen. Acer palmatum kan met zijn waaiervormige kroon 10 m hoog worden, terwijl Acer palmatum 'Crimson Queen 'slecht 3 m bereikt. Schors en takken zijn grijs tot grijsbruin en glad.
Acers gaan bloeden indien in het vroege voorjaar drastische snoei toegepast wordt. Dus acers kunnen het beste zwaar gesnoeid worden in november en december wanneer ze in ruststand zijn. Verwijder dode , beschadigde of slecht, grote, geplaatste takken. Ook kleine, dunne, dode twijgjes kunnen afgeknipt worden.
Deze esdoorn groeit langzaam en wordt in Nederland vaak niet groter dan zo'n 2 meter. De schors is vaak grijsbruin. Sommige Acer palmatums hebben het hele jaar paars of rood blad.
Standplaats Japanse Esdoorn 'Acer Palmatum'
Plant de Japanse esdoorn in een vochtige én lichtzure bodem. Ze staan graag op een plekje in de halfschaduw, echter wordt volle zon ook verdragen mits de bodem voldoende vochtig is.
Het verplaatsen van een Japanse Esdoorn kunt u het beste doen, wanneer de plant nog geen blad heeft. Het najaar of het vroege voorjaar, wanneer het niet vriest is hier geschikt voor. Maak een zo groot mogelijk plantgat, vul dit met zachte turfgrond. Maak de grond goed vochtig en zet daar de Japanse esdoorn in.
Een volwassen Acer Palmatum kan makkelijk een wortelgestel hebben van 3 meter breed en bijna een meter diep.
Nee, de volle zon is niet echt geschikt voor deze plant. De bladeren zijn flinterdun (wat deels de reden is van hun prachtige kleuren) en zijn daarom ook gevoelig voor verbranding. Het liefst staat de Japanse Esdoorn op een plek met wat gefilterd licht door bladeren van andere bomen.
Vooral Japanse esdoorns met een fijn blad zijn gevoeliger voor wind, meestal hebben ze het meeste last van de wind uit het oosten. Deze is vaak droog en schraal en daar kunnen de fijne bladeren niet goed tegen. Een (zuid)westenwind is vaak vochtiger en minder schadelijk.
Kleur in het blad krijg je door zonlicht wat op het blad schijnt en dan gaat photosynthesis process aan de gang, en dan verkleurd het blad. Sommige esdoorns blijven rood in de zomer, sommige alleen in het voorjaar en najaar rood, en in het midden van het seizoen meer groen dan rood.
Een esdoorn die goed gesetteld is kan behoorlijk wat droogte verdragen maar zeker de eerste jaren moet je heel goed opletten dat je plant niet uitdroogt want dan is het finito.
De Acer behoort tot de familie van de Sapindaceae, de zeepboomfamilie waar ook de esdoornfamilie bij is ondergebracht. De Japanse esdoorn is uitstekend te combineren met andere planten uit Japan zoals de Rhododendron, Hydrangea, Pieris, Skimmia, Helleborus, Hosta of tuinvarens.
Acer Palmatum 'Fireglow'
Japanse esdoornsoort die rood blijft. In de herfst verkleurt hij naar felrood. De hoogte die de soort kan bereiken ligt tussen de 2 en 3 meter. De plant is goed in een flinke pot te houden of te kweken als een soort 'op stam'.
De Japanse esdoorn is fraai als solitair. Of combineer met rotsheide (Pieris), hartlelie (Hosta) en klokjesbloem (Campanula portenschlagiana) als bodembedekker.
De gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) is een boom die van nature in Zuid- en Midden-Europa voorkomt. In Nederland en België is hij sinds lang ingeburgerd en wordt hij tot 30 m hoog. Deze soort heeft stevige twijgen die dikke tegenoverstaande knoppen met bleekgroene knopschubben dragen.