Leg kort uit dat een liniaal een meetinstrument is en dat de getallen bij de grote strepen het aantal centimeter aangeeft. Vervolgens leg je uit dat de afkorting van centimeter cm is. Laat zien dat je de liniaal met het streepje van de 0 aan het begin van de lijn legt.
Objecten meten met een liniaal:
Om de lengte van een object te meten , plaatst u het nul-hashteken van de liniaal precies langs één uiteinde van het object. Lijn het object dat u meet uit langs de rand van de liniaal. Let op het hashteken op de liniaal waarlangs de andere kant van het object eindigt.
Plaats het uiteinde van het object dat u wilt meten op de nulmarkering aan de linkerkant van de eerste inchmarkering . De langste lijnen op de liniaal zijn de inchlijnen. Deze worden genummerd. Als uw object direct eindigt op een van de inchmarkeringen, is uw object zoveel inches lang.
Het is handig om centimeters met een liniaal te kunnen aflezen, omdat je zo kunt aflezen hoeveel centimeter lang iets is.
Leg kort uit dat een liniaal een meetinstrument is en dat de getallen bij de grote strepen het aantal centimeter aangeeft. Vervolgens leg je uit dat de afkorting van centimeter cm is. Laat zien dat je de liniaal met het streepje van de 0 aan het begin van de lijn legt.
Lees van links naar rechts: Lijn wat u meet uit met de linkerkant van het nulpunt . Leer de inch-markeringen: De langste lijnen op een liniaal stellen inches voor, zoals het grote getal 5 voor 5 inch. 1/2-inch-markeringen: Deze bevinden zich halverwege de inch-markeringen. Een object van 4 1/2 inch bereikt de kortere lijn tussen 4 en 5 inch.
U kunt de liniaal op het tabblad Tekenen van het lint gebruiken om rechte lijnen te tekenen of om een set objecten uit te lijnen. De liniaal draait naar elke positie die u wilt: horizontaal, verticaal en elke hoek ertussenin. De liniaal bevat een aanduiding in graden, zodat u de exacte hoek kunt instellen.
De meeste linialen hebben een lengte van 30 centimeter. Dit past vaak niet in een etui, dus zijn er ook linialen van 15 centimeter (de helft dus). Bij het tekenen kan een liniaal van 30 centimeter weer te kort zijn, daarom zijn er ook linialen van 50 centimeter en er bestaan zelfs linialen van 1 meter!
Het schaaldeel van een meetinstrument is de kleinste waarde die je erop kan aflezen. Het bereik van een meetinstrument is hoever de schaalverdeling loopt. Bijv. bij een liniaal is dit meestal 0 tot 30 cm.
Een liniaal is een langwerpig instrument waarlangs rechte lijnen kunnen worden getrokken en waarlangs kan worden gesneden. Veel linialen fungeren ook als meetlat: aan een van de lange zijden of aan beide is een maatverdeling aangebracht waarmee ook lengtes kunnen worden opgemeten.
Als u de liniaal wilt weergeven, gaat u naar het tabblad Beeld en schakelt u in de groep Weergeven het selectievakje Liniaal in. Als u de liniaal wilt verbergen, klikt u op Weergave en schakelt u in de groep Weergeven het vak Liniaal uit.
Gewoonlijk gaan we er van uit dat je op een meetinstrument kunt aflezen tot op de helft van de kleinste schaalverdeling. Op de centimeterschaal van jouw liniaal dus aflezen met een nauwkeurigheid van een halve millimeter.
TIEN MILLIMETER IN ÉÉN CENTIMETER
Elk stukje op het meetlint tussen twee getallen is 1 cm. Je ziet ook kleinere streepjes staan. Elk streepje is één millimeter (mm).
Omtrek = twee keer lengte plus twee keer breedte. Voorbeeld: de omtrek van een grasveld van 12 m lang en 5 m breed = (2x12 + 2x5) = 34 m.
Bijvoorbeeld: Als je 3 cm wilt omzetten naar mm, moet je 3 vermenigvuldigen met 10. Je krijgt dan 30 mm. Dus 3 cm is gelijk aan 30 mm.
Ga met bloten voeten tegen de muur staan. Je hakken, billen, schouders en het achterhoofd raken de muur. Kijk recht vooruit en strek je rug. Schuif nu de bodymeter omlaag totdat deze de hoofdhuid raakt, of lees het aantal centimeters af op het meetlint.
Een centimeter (cm) is een lengte van 0,01 meter = 10 mm. Centi komt van het Latijnse woord 'centum', honderd. De centimeter is de gebruikelijke eenheid voor metingen in huiselijke omstandigheden, bijvoorbeeld lichaamslengte, afmetingen van meubels, kleding enzovoort.
Een schaal van 1 : 50 betekent bijvoorbeeld dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 50 cm is en 27,7 cm (de breedte van A4-papier) 13,85 m. Bouwplannen worden vaak op schaal 1:50 getekend, wat betekent dat 1 cm op de plattegrond eigenlijk 50 cm is.
Pak het meetlint en plaats het rondom je hoofd. Begin ongeveer 1 centimeter boven je wenkbrauwen en oren, op het breedste punt van je voorhoofd. Zorg ervoor dat het meetlint horizontaal en recht blijft. Als je geen meetlint hebt, kun je een stuk touw gebruiken en dit later met een liniaal meten.
De linialen weergeven
Ga naar Weergave en selecteer Liniaal. Als de verticale liniaal niet wordt weergegeven, zorgt u dat u de afdrukweergave selecteert. Als de liniaal nog steeds niet wordt weergegeven, moet u mogelijk de liniaal inschakelen.
Liniaal van RVS, met een meetlengte van 200 mm, een breedte van 13 mm en een dikte van 0.5 mm. De schaalverdeling is 0.5 mm.
Leg uit dat je de liniaal met het streepje van de 0 aan het begin van de lijn legt.Vervolgens kijk je bij welk getal de streep eindigt. Dit is het aantal centimeter.