Een elektrische spanning kan worden gemeten met een voltmeter, die direct het potentiaalverschil tussen twee punten in een systeem bepaalt. De meting heeft eigenlijk alleen zin als de spanning in de tijd constant is, tenzij de voltmeter een registratie in de tijd geeft.
Van de zwarte pool van spanningsbron breng je het meetsnoer naar de 'COM' poort van de multimeter. Daarna gaat je van de 10A poort naar de rode pool van de spanningsbron. Om de elektrische stroomkring te sluiten. Vervolgens draai je de knop naar 10 Ampère stand.
Een voltmeter of spanningsmeter is een meetinstrument om elektrische spanning te meten. De waarde wordt aangegeven in volt.
Meet je 3 fasen? Controleer dit door de zwarte kabel in een opening te stoppen waar je ongeveer 230V hebt gemeten en de rode in een andere opening waar je ongeveer 230V hebt gemeten. Geeft het display 400V aan? Dan heb je zeker 3 fasen.
Dmv draaiveldmeting . Op je duspol staat welke kant L1 is , dus de andere kant is L2. L1 op een aansluiting en de andere op een aansluiting en dan telkens kijken of de meter een rechts draaiveld aangeeft. Dus L1 en L2 rechts , L2 en L3 rechts, L3 en L1 rechts.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Met een tweepolige spanningstester kan bijvoorbeeld de spanning in een stopcontact gemeten worden wanneer deze is voorzien van een aardcontact. Met een tweepolige spanningstester kan niet alleen de grootte van de spanning worden gemeten, maar kan ook gezien worden worden of het om gelijk of wisselspanning gaat.
Een multimeter gebruik je dus om elektrische grootheden mee te meten. De belangrijkste zijn stroom, spanning en weerstand. Elke grootheid wordt in zijn eigen eenheid gemeten. Soms is het nodig om hele grote of kleine waardes te meten.
De stroom (A) is hoger omdat gelijkspanning met 12 V of 24 V lager is dan wissel-spanning met 230 V. Het (gevraagde) vermogen blijft gelijk, dus de stroom zal toenemen P = V x I. De onderstaande vuistregel kan gehanteerd worden: Voor 12 of 24 V DC systemen geldt 3 Ampère stroom per 1 mm² kabeldiameter.
Stel je hebt een 12volt motor die 30 Ampère trekt. Wat is het vermogen van deze motor? Antwoord: W = V x A. In dit geval doe je dus 12V x 30A = 360W.
Elektrische spanning wordt ook wel ingedeeld in wisselspanning en gelijkspanning.
Stroom is de hoeveelheid elektrische lading die ergens doorheen stroomt (bijvoorbeeld door een draad). Symbool van stroom is I, eenheid de Ampère (A). Spanning kan het makkelijkst begrepen worden door het te zien als de 'kracht' waarmee de stroom door de draad 'geduwd' wordt.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
Netspanning is wisselspanning van minder dan 1000 volt die via het elektriciteitsnet aan de kleinverbruikers wordt geleverd. Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt.
Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen. Nu kan u het vermogen uitrekenen door middel van de spanning en de stroom, waarbij u de stroom, 16 Ampère, vermenigvuldigt met de spanning, dat ofwel 220 Volt ofwel 230 Volt is. Hierbij is de uitkomst 16 Ampère x 220 Volt = 3520 Watt.
Vanaf 1989 is de norm in Nederland verandert van 220 volt naar de 230 volt om zo de Europese richtlijnen te volgen. Langzaam aan is de netspanning in Nederland hier al naartoe veranderd. Vanaf 1994 is alle apparatuur in Europa op deze basis gemaakt.
Bij een 3-fasenaansluiting komt er via drie kabels (fasen) 230 volt binnen. De 3-fasenaansluiting heeft meer capaciteit dan een 1-faseaansluiting. U kunt uw energieverbruik verdelen over de 3 fasen. Dit is handig als u apparaten hebt met een hoger energieverbruik.
Met krachtstroom wordt bedoeld dat een aansluiting 400 Volt levert. Bij een 3 fase aansluiting wordt een aansluiting geplaatst met 3 maal 25 Ampere of hoger. Daar komt dan gewoon 220 Volt 'uit'. In de meeste woningen is 1 fase aanwezig van 35 Ampere.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat. Toevallig is 400 gelijk aan 230 wortel 3.
De fasedraad is een elektriciteitsdraad met een bruin omhulsel die zorgt voor de toevoer van stroom naar elektrische apparaten. De spanning die een fasedraad voert, bedraagt 230 volt. Samen zorgen de fasedraad en de nuldraad voor het transport van stroom naar elektrische apparaten en vanaf elektrische apparaten.
Steek de tester in het stopcontact en de tester geeft door middel van het oplichten van een, twee of drie lampjes of het stopcontact geaard is en/of dat er iets anders aan de hand is. 3 lampjes: het stopcontact is geaard en de stroomdraden zijn goed aangesloten.
Plaats de positieve en negatieve sondes van de Megger op de twee geleiders of terminals tussen welke u de isolatieweerstand test. Als u isolatieweerstand tegen de grond probeert, plaatst u de positieve sonde op de gronddraad of de geaarde metalen verbindingsdoos en de negatieve sonde op de geleider of de aansluiting.