Dubbelklik in het kop- of voettekstgebied. Selecteer de tekst die u wilt wijzigen en typ in plaats daarvan de nieuwe kop- of voettekst. Selecteer Koptekst en voettekst sluiten of dubbelklik ergens buiten het kop- of voettekstgebied om af te sluiten.
Als u tekst wilt bewerken, selecteert u de tekst die u wilt wijzigen, en typt u in plaats daarvan de nieuwe kop- of voettekst. Als u het ontwerp wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Ontwerpen onder Hulpmiddelen voor koptekst en voettekst op Koptekst of Voettekst en kiest u vervolgens een stijl in de galerie.
Gebruik kop- en voetteksten om een titel, datum of paginanummers toe te voegen aan alle pagina's in een document. Selecteer Invoegen > Koptekst of Voettekst. Selecteer een van de ingebouwde ontwerpen. Typ de gewenste tekst in de koptekst of voettekst.
Selecteer Invoegen > Koptekst en voettekst. Selecteer aan de rechterkant van het witte gebied boven aan het documentgebied Opties > Even en oneven pagina's verschillend. Typ de tekst die u wilt weergeven op even pagina's. Klik op Oneven pagina's en typ de tekst die u wilt weergeven op oneven pagina's.
U hebt het vast weleens gezien: tekstbestanden die bovenaan en onderaan tekst hebben staan, in de bovenste of onderste marge van de bladzijde. Bijvoorbeeld een hoofdstuktitel of een voetnoot. Deze teksten heten kop- en voetteksten, naar hun positie op de pagina.
Oplossing: Als u voettekst niet rechtstreeks kunt bewerken, is het waarschijnlijk het geval dat de tijdelijke aanduiding voor voettekst is uitgeschakeld in de diamodelweergave. Als u deze situatie wilt wijzigen, kunt u de diamodelweergave openen en daar wijzigingen aanbrengen, zoals hieronder wordt beschreven.
Je plaatst het nootnummer (in superscript) direct achter het laatste leesteken na het gedeelte waarop je voetnoot betrekking heeft. Bij voorkeur plaats je het nummer op het eind van de zin, na de afsluitende punt.
Klik of tik in de kop- of voettekst, waar u de paginanummers wilt plaatsen. Ga naar Invoegen > Paginanummer. Kies een stijl.
Het doel van een voetnoot
In de voetnoot plaats je een bronvermelding, zodat de lezer je bron kan controleren. Je voorkomt hiermee dat je plagiaat pleegt. De veelgebruikte APA-stijl schrijft voor dat je geen voetnoten gebruikt om bronnen te vermelden.
Kop- en voetteksten zijn teksten die in de boven- of ondermarge van je document worden geplaatst. Ze staan los van de eigenlijk tekst van je document. De kop- of voettekst wordt automatisch op elke pagina weergegeven.
Kop- en voetteksten kunnen de titel van een document bevatten, de naam van de auteur of een paginanummer. Het voordeel is dat je ze maar één keer hoeft in te geven, om ze toch op elke pagina te doen verschijnen. Je kan deze procedure volgen om een koptekst/voettekst in te voegen.
Sectie-einden gebruiken om documenten van alle grootten op te splitsen en op te maken. U kunt bijvoorbeeld secties opmaken in hoofdstukken en opmaak toevoegen, zoals kolommen, kop- en voetteksten, paginaranden, aan elk hoofdstuk.
Bron in de literatuurlijst
Hoe vaak je ook van een bron gebruikmaakt in de tekst, je schrijft de volledige bron maar een keer op in de literatuurlijst.
Een vast afbreekstreepje invoegen
Klik op het tabblad Invoegen in de groep Symbolen op Symbool. Klik op Meer symbolen in het vak dat wordt geopend. Klik in het dialoogvenster Symbool op het tabblad Speciale tekens, klik op de rij Vast afbreekstreepje om deze te markeren en klik vervolgens op Invoegen. Klik op Sluiten.
Elk diamodel heeft een bijbehorende dia-indeling met de naam Titeldia-indeling, en met elk thema worden de tijdelijke aanduidingen voor tekst en andere objecten voor die indeling anders geschikt, met verschillende kleuren, lettertypen en effecten.
U kunt ook een koptekst van één pagina verwijderen. Ga naar Invoegen > Koptekst of Voettekst en selecteer daarna Verwijder Koptekst of Verwijder Voettekst.
Klik op het tabblad Invoegen op het pictogram Paginanummer en klik vervolgens op Paginanummer. Selecteer een locatie en kies vervolgens een uitlijningsstijl. Elke pagina wordt automatisch door Word nummerd, behalve de aangewezen titelpagina's.
Met de sectie-einden Even pagina of Oneven pagina wordt een nieuwe sectie gestart op de volgende pagina met een even of oneven nummer. Dit kun je bijvoorbeeld gebruiken als je wilt dat nieuwe hoofdstukken in een handboek altijd op een oneven pagina beginnen.
Vanaf welk hoofdstuk begin je met de paginanummering? De paginanummering start na het voorblad. Als je gebruikmaakt van een informatiepagina start de paginanummering vaak na de informatiepagina.