Kookroom, crème fraîche of sojaroom zorgt voor een dikkere soep én een romige smaak. Twee vliegen in één klap! Voeg de room toe als de soep warm is en roer goed door.
Als je soep te dun uitvalt, kan je ze dikker maken met aardappelzetmeel of maïzena of je kan er een gekookt aardappeltje tussen mixen. Is je soep te dik, doe er dan wat extra bouillon bij.
Roer gelijke delen bloem en boter stevig door elkaar totdat het een pasta wordt. Roer de pasta daarna in beetjes door de saus of soep. Meng goed totdat de pasta goed wordt opgenomen. Laat het gerecht nog even garen zodat de bloemsmaak verdwijnt.
Het zetmeel in de bloem zorgt voor dan voor de binding. Door vloeistof (melk, bouillon, kookvocht) toe te voegen krijg je een gebonden saus of soep. Gemakshalve wordt vaak gezegd dat een roux bestaat uit gelijke delen boter en bloem, wil je het echter heel exact doen neem dan 6 delen bloem op 5 delen boter.
Je hoeft het alleen even te mengen tot een glad papje en dan voeg je je het toe aan de hete vloeistof. Maizena is neutraal van smaak en blank van kleur. Soep: Gebruik ca. 15 g Maizena voor 1 l soep.
De structuur wordt als een soort stijfsel en voilà, je saus is dikker. Maizena en aardappelzetmeel zijn de bekendste zetmeel bindmiddelen, maar je kunt ook denken aan tapioca of sago. Daarnaast binden room, eieren, boter of meel ook prima.
Voeg tijdens het koken blokjes aardappel toe (ongeveer 1 aardappel per 2 liter bouillon) aan de soep die je wilt binden. Aan het eind van de kooktijd geeft de aardappel zetmeel af en bindt de soep.
Zetmeel zorgt voor binding
Zoek je redding dan in een zakje. Met maïzena (maïszetmeel) of aardappelzetmeel geef je soepen en ook sauzen namelijk extra binding in een handomdraai. Los een deel zetmeel op in een kleine hoeveelheid water tot je een glad papje hebt en voeg dit toe aan je soep om klonters te voorkomen.
Geen nood, je kunt Maizena namelijk vervangen door bloem, arrowroot en tapioca. Hierbij geldt dat je bloem het beste kunt gebruiken als je het gerecht gedurende langere tijd verwarmt.
Een van de makkelijkste en snelste manieren om hem in te dikken is met zetmeel. Meng hiervoor maizena (maiszetmeel) of aardappelzetmeel met wat koud water tot een glad papje en laat het kort meekoken in de saus tot de gewenste consistentie is bereikt. Herhaal eventueel.
Welke bloem voor soep? Voor het binden van blanke soepen en sauzen gebruik je de blanke roux. Een blonde roux wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de bereiding van ragout, salpicon of een velouté en een bruine roux gebruik je voor het binden van donkere sauzen en soepen.
Binden met bloem en boter (beurre marnié)
Ook met bloem en boter kan je soepen en sauzen binden. Vermeng gelijke delen bloem en boter en voeg deze al roerend in kleine beetjes aan de soep of saus toe. Zorg ervoor dat het mengels volledig is opgenomen voor je nieuwe beetjes toevoegt.
Gebruik een zeef
Wil je echt een supergladde soep, dan loont het om je gemixte soep nog eens door een zeef te laten passeren. Zo zijn die allerlaatste brokjes er zeker uit.
Laat een pan soep nooit koken, zo verliest hij zijn smaak. Laat een pan met soep zachtjes pruttelen op een zacht vuurtje. Als je de groenten toevoegt aan de soep, laat ze dan een paar minuten meebakken en voeg daarna pas de bouillon toe. Dit zorgt ervoor dat de groenten nog meer smaken afgeven aan de soep.
Maar hoe voorkom je dit? Je kunt de melk het beste zonder deksel op laag vuur zetten en voordat het kookt van het vuur afhalen. Of zet een lepel in het pannetje melk. Hierdoor scheurt het vel en kookt de melk niet over!
Wil je een gebonden soep indikken? Kookroom, crème fraîche of sojaroom zorgt voor een dikkere soep én een romige smaak. Twee vliegen in één klap! Voeg de room toe als de soep warm is en roer goed door.
Bindmiddelen. Als de saus wat dun blijft, kunt u altijd de standaard bindmiddelen als bloem en maizena proberen. Ook aardappelzetmeel is een prima bindmiddel. U kunt deze niet zomaar in de pan doen, maar u moet er eerst een papje van maken voordat u het aan de saus of het stoofgerecht toevoegt.
De oplossing is dat je het sap en de melk apart bindt met vanillepoeder. Je brengt dus het sap aan de kook en voegt het poeder al roerend toe. Nu kan je de melk en het sap vermengen naar eigen smaak.
Is de soep echt veel te dun voeg dan een in stukjes gesneden aardappel toe en laat de soep nog even verder pruttelen. De soep moet de dikte hebben van zeg maar een goed gevulde tomatensoep. De soep wordt nog een stuk dikker na het afkoelen, dan kan je er bijna een lepel in rechtop zetten.
Volle room/slagroom
Deze room is zonder twijfel het meest veelzijdig: je kunt 'm in zowel warme als koude gerechten gebruiken zoals sauzen, soepen, desserten en uiteraard: quiche! Hiermee zit je dus altijd goed.
Je hebt het vast wel een keer meegemaakt: je schenkt room bij de soep en opeens zie je allemaal kleine korreltjes ontstaan. Hè getsie, de soep is gaan schiften! Dat komt doordat water en vet zich van elkaar gaan scheiden en de eiwitten zich niet langer kunnen binden. Dat veroorzaakt die korrelige structuur.
Kookvocht drinken is meestal af te raden. Zo bevat kookwater van aardappelen het plantengif solanine. Ook kookvocht van nitraatrijke groenten (zoals spinazie, bieten en andijvie) kun je beter niet opdrinken, evenals kookwater waaraan zout is toegevoegd.
Kookvocht van groente kunt u gebruiken om bijvoorbeeld een saus of soep aan te verrijken. Wel is het raadzaam om dat niet van alle groente te gebruiken. Kookwater van groente en aardappels bevat namelijk niet altijd louter goede stoffen.