Een eenvoudige en veel gebruikte methode om de onderlijn aan de hoofdlijn te bevestigen. Leg de lussen in elkaar op de manier die op het plaatje wordt getoond. Trek hierna de onderlijn vast aan de hoofdlijn maar zorg ervoor dat de lussen goed over elkaar heen schuiven. Vissen met onderlijnen, probeer het!
Vissen met een onderlijn is nodig om je hoofdlijn te beschermen. Dit kan bijvoorbeeld zijn voor tanden van roofvissen, maar ook voor scherpe stukken in het water zoals stenen. Ook is het met een onderlijn makkelijker om te verwisselen van haak of kunstaas.
Een onderlijn is een korte lijn met aan de ene kant een lusje en aan de andere kant een haak. Om de onderlijn vast te maken aan je hoofdlijn moet je even een lusje aan je hoofdlijn knopen. Probeer de lus zo klein mogelijk te houden zo valt hij het minste op.
1 Steek de lijn richting de haakpunt door het oog van de vishaak of wartel en hou ruim draad over. 2 Maak drie open lussen rond de vaste lijn. 3 Steek de losse draad beginnend vanaf de eerste lus door de drie lussen. Het losse eind komt aan de zelfde kant uit de knoop als de vaste lijn de knoop in gaat.
De populairste en best zinkende gevlochten lijn van dit moment is de Korda Sub Braid. Korda Sub Braid is verkrijgbaar in diverse treksterktes en op klossen van 450 meter en 1200 meter. Deze lijn is extreem populair omdat de lijn goed zinkt en behoorlijk slijtvast is.
De schootsteek is een simpele knoop om twee touwen aan elkaar vast te maken. Hij is in principe hetzelfde als de paalsteek, maar er ontstaat geen grote lus. Het is een sterke knoop die niet zal gaan schuiven.
Verbind een touw aan het midden van een ander touw met de magnussteek (rolling hitch). Wikkel het uiteinde van het ene touw twee keer rond de hoofdlijn. Trek hetzelfde uiteinde over de twee wikkelingen en stop het onder de hoofdlijn -- trek door om strak te trekken.
De halve knoop is de makkelijkste knoop en meestal de eerste die iemand leert. Maak een lus die lijkt op de looping in een achtbaan. Haal één van de uiteinden van het touw door die lus. Trek de uiteinden in tegengestelde richting zodat de knoop strak komt te zitten.
Het onderste loodje hang je meestal op een 15 a 25cm van de haak. Bij voornvissen komt het lood iets dichter op de haak dan bij het vissen op brasem. Bij het vissen op de bodem moet het lood meestal net boven die bodem hangen.
Een wurgsteek is een knoop waarmee een lijn aan een paal of iets dergelijks bevestigd kan worden. De knoop lijkt enigszins op de mastworp, maar kenmerkend voor deze knoop is dat hij zichzelf steeds verder vast trekt.
Stap 1: Buig de paperclip in een S-vorm. Stap 2: Maak de paperclip vast aan het uiteinde van je armband die om je pols zit. Positioneer het stukje armband vervolgens in de bocht van de S. Stap 3: Houd met de hand waar de armband omheen zit de paperclip vast.
Knoopje om af te hechten
Steek de naald door dit lusje en trek de draad aan. Dit maakt een knoop, maar het moet een dubbele knoop worden. Steek de naald onder de laatste steek met het knoopje door, maar trek de draad niet helemaal door. Laat weer een klein lusje zitten.
Pak het haakje tussen duim en wijsvinger vast. Duw de haak naar de buitenkant van de weerhaak toe los. Duw de haak (iets) naar beneden terug totdat de weerhaak vrijkomt van de vissenbek. Haal de haak nu voorzichtig uit de bek.
Schuif eerst de dobber ongeveer op de diepte dat je denkt dat het water diep is. Daarna kunnen we onze dobber ingooien op de plek waar we denken te gaan vissen, laat de dobber recht onder de top van de hengel zakken, alleen zo kunnen we de juiste diepte bepalen. Peil nooit schuinweg over de visstek heen.
ik vis op een kanaal met veel beroepsvaart, gebruik meestal 43gram toplood en vanaf 130gram lood en dat werkt bij mij goed.. Je ziet de lijn trekken aan je swingers gezien die lichter zijn dan je lood maar de rest blijft goed liggen..