Bij angst voor poepen kunt u structuur bieden door na ieder eetmoment het kind minimaal vijf minuten op de wc te laten zitten. Op deze manier wordt het normaal. Als uw kind wel aangeeft dat het moet poepen maar het niet durft op de wc kunt u afspreken dat het dan tijdelijk een luier om mag tijdens het poepen.
Als een kind niet op de wc wil poepen, kunnen daar verschillende oorzaken van zijn, zegt orthopedagoog Loes Waanders: "Sommige kinderen zijn bang om in de wc te vallen. Of ze hebben een negatieve associatie met poepen zelf, doordat ze bijvoorbeeld een keer diarree of harde, pijnlijke ontlasting hebben gehad.
Heeft je kind moeite om op het potje of op de wc te gaan zitten, ga dan vooral niet pushen. Hou het leuk en begeleid hem op een respectvolle en liefdevolle manier naar de wc of het potje. Blijf erbij als hij zijn behoefte doet. Geef duidelijk aan wat je van hem verwacht en zorg dat het leuk is.
Het verschilt per kind hoe lang het duurt voor de zindelijkheidstraining werkt. Zoals bij alle ontwikkelingen pakken sommige kinderen het heel snel op, terwijl andere er meer dan 3 maanden voor nodig hebben. Over het algemeen geldt: hoe jonger je kindje, hoe langer het duurt voor hij zindelijk is.
Wat kan er fout lopen bij de zindelijkheidstraining? Het hanteren van te strikte hygiëne thuis kan ervoor zorgen dat het kind vies wordt van andere toiletten. Het kind is thuis vaak gewoon van in een paleis naar het toilet te mogen gaan, maar op school is dit meestal niet het geval.
Laat je peuter niet te lang op het potje zitten. Enkele minuten is voldoende. Geef complimentjes, bijvoorbeeld als je kind tegen je gezegd heeft dat het naar de wc moet, iets gedaan heeft of het heeft geprobeerd.
Laat uw kind elke dag op vaste tijden enkele minuten op het potje zitten zonder luier. Goede momenten zijn: als uw kind wakker wordt, als er signalen zijn/uw kind aangeeft dat het nodig moet, na het eten of drinken of bij weggaan of thuiskomen. Vertel iets leuks terwijl u uw kind op het potje zet.
Op de poeppoli worden kinderen behandeld met klachten zoals buikpijn, een moeilijke stoelgang en het onvrijwillig verliezen van ontlasting. Ook wordt er op de poeppoli wetenschappelijk onderzoek gedaan naar deze aandoeningen.
Redenen voor angst
Een associatie met poepen en buikpijn of vervelende ervaringen in het verleden, zoals diarree, kapotte billen of luieruitslag. Soms lijken kinderen moeite te hebben om iets van zichzelf te laten gaan. Dus angst om de ontlasting letterlijk los te laten waarbij het verdwijnt in een potje of toilet.
Bij de behandlingen van overloopdiarree of paradoxale diarree met dunne ontlasting is het belangrijk om voldoende vezels (zoals bruinbrood, rijst en volkorenproducten) te eten en laxerende producten (koffie, fruit en pittig eten) te vermijden.
Je voelt de inco bij de eerste plas al zwaarder worden en daardoor is het gevoel ook anders. Hoe meer je plast, hoe harder en zwaarder de inco lijkt te worden.
Deze kan variëren van 3 maal per week tot 3 maal per dag. Zolang het kind geen klachten heeft, zoals harde ontlasting, pijn tijdens het poepen, buikpijn, vieze broeken e.d., is er geen reden tot zorgen.
In de dikke darm kan zich veel ontlasting ophopen, soms loost een kind in één keer heel veel ontlasting, dat wordt een olifantendrol genoemd. Sommige kinderen hebben kast van buikpijn of darmkrampen. Voor ouders is het soms verwarrend dat een kind met verstopping ook diarree kan hebben.
Je kunt het potje introduceren door je kind er na een maaltijd of na een slaapje op te zetten (of op de wc met wc-brilverkleiner). Op deze momenten is de kans het grootst dat een kind moet plassen en/of poepen. Terwijl je kind op het potje zit, lees je bijvoorbeeld een verhaaltje voor.
Als je kind heel expressief is over "poepen" of "plassen" of gromt en hurkt, kan dit erop wijzen dat hij klaar is om met zindelijkheidstraining te beginnen. Je kind kan verlegen zijn en liever alleen worden gelaten op zulke momenten, dat is een ander teken dat hij er klaar voor is.
De signalen die een kind geeft zijn belangrijker om dit moment te bepalen dan een vaste leeftijd of start van de kleuterschool. Een kind is klaar om zindelijk te worden als hij of zij: begrijpt dat pipi of kaka in het potje hoort. voelt dat hij of zij pipi of kaka moet doen en dit kan ophouden tot het potje.
Zet het potje bij of op de wc, ga zelf op de wc zitten terwijl je kind toekijkt, zet hem op de wc als hij dit aangeeft. Het komt vanzelf weer goed. Sommige kindjes kunnen zo opzien tegen het doen van een poepje op het potje of op de wc, dat ze het gaan ophouden en er obstipatie ontstaat.
Overigens zijn er mensen die dit om die reden juist geen goed idee vinden, want een kind half slapend laten plassen betekent dat hij zich er niet bewust van is, en dat werkt dan dus niet bevorderlijk voor het proces. Echter, het vergroot de kans op een droge nacht aanzienlijk.
Wat is een oefenbroekje? Een oefenbroekje is een speciaal broekje dat tussen een luier en een gewone onderbroek in zit. Het is wat dikker dan een onderbroek en kan wat plas opnemen. Toch zijn ze dunner dan een luier en nemen ze meestal geen hele plas op.
Het niet zindelijk zijn voor urine na de leeftijd van 5 jaar wordt ook wel enuresis genoemd. Er wordt gesproken van enuresis diurna wanneer kinderen overdag niet zindelijk zijn. Wanneer kinderen overdag wel zindelijk zijn en in de nacht niet wordt gesproken van enuresis nocturna.