Van december tot april voorzie je vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas, halve kokosnoten …) en mag je voedertafel goed gevuld zijn. Voorzie het hele jaar door kruimels en fruit, aangevuld met een goede voedertafelmix die aansluit bij het seizoen.
Zomer: eiwitrijk voedsel
Vogels gaan ruien en krijgen het verenkleed dat ze tegen de winterse kou moet beschermen.
Vogels hebben het hele jaar door energie nodig: tijdens de winter om zichzelf warm te houden, in de lente om zich te nestelen en hun jongen op te voeden en in het najaar om reserves op te bouwen voor de vorst die komt.
Voed de vogels gerust het jaar rond, maar met voer aangepast aan hun behoeften van dat moment, dus eiwitrijker in het voorjaar en de zomer, en meer vet in het najaar en de winter.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
De Vogelbescherming roept op om vogels niet te voeren met vetbollen voor mezen en pinda's in plastic netjes. Het levert namelijk gevaar op voor vogels, doordat zij er met hun snavels of pootjes in verstrikt kunnen raken.
Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten, bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda's bied je nu beter niet meer aan. In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Heeft u nog pinda's liggen of vinden uw tuinvogels écht alléén maar pindakaas lekker, voer dat dus gerust, maar let op: Bij heel warm weer kan pindakaas sneller bederven, hang het daarom liever in de schaduw en kijk af en toe of het er nog goed uit ziet.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Houdbaarheid circa 4 weken na aanschaf.
Leg of hang het voer niet op een open plek
Vogels eten graag op plekken waar zij niet gestoord kunnen worden of waar zij makkelijk weg kunnen als er gevaar dreigt. Het is daarom verstandig om het voer altijd dichtbij een beschutte plek te leggen of hangen. Dichtbij een struik is bijvoorbeeld ideaal.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Veel vogels bakenen hun territorium af en dulden geen soortgenoten binnen hun gebied. Hang daarom vetbollen of voedersilo's niet te dicht in de buurt van nestkastjes, want dat kan tot conflicten leiden. Hang vetbollen of mezenbollen op aan een dun takje in een boom of struik.
Een voedertafel
Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Wanneer je vogelpindakaas gaat ophangen, zorg er dan wel voor dat de pot in de schaduw hangt. Wanneer het in de zon hangt, kan het snel bederven. Daarom is pindakaas in de zomer voeren ook wat lastiger. Je moet het goed in de gaten blijven houden.
Vogelpindakaas. Kool- en pimpelmezen vinden naast vetbollen, noten en zaden, ook vogelpindakaas heel erg lekker. Je kunt deze gemakkelijk ophangen in een houder op de door jou gewenste plek. Je kunt variëren in smaak, zo bevat de ene vogelpindakaas veel insecten en de andere bijvoorbeeld veel zaden.
hak de 160 gram pinda's tot stukjes, bijvoorbeeld in een hakmolen die bij een staafmixer zit, goed mengen, in de glazen pot scheppen en ophangen maar. Tip voor variatie: vervang 80 gram pinda stukjes door 80 gram zonnebloempitten (foto rechts).
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Voedsel. 's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.
Daarom adviseer ik echt iedereen die een vetbolletje voor de vogels op wil hangen, deze eerst van zijn netje te ontdoen. Leg de bolletjes vervolgens gewoon los in je vogelhuisje of op een handig voederplateau. Dat is ook nog eens beter voor het milieu.
Nederlandse koolmezen zijn standvogels en overwinteren dus in ons land. In strenge winters overwinteren koolmezen uit Scandinavië en Oost-Europa in grote aantallen in Nederland, maar ook nog zuidelijker.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.