Het aanvragen van een hulpmiddel bij de gemeente (wmo) kan zomaar een paar weken tot en paar maanden in beslag nemen. Dat kan erg lang zijn als je een aandoening hebt waarbij je situatie snel verslechtert. Of als je door een ongeval plotseling hulp nodig hebt.
Wmo aanvragen: 8 weken. Woonruimteaanpassing: 16 weken.
De eerste stap bij het aanvragen van hulp en ondersteuning is het maken van melding bij het Wmo loket van jouw gemeente. Bij de meeste gemeenten kun je online een formulier invullen voor de Wmo-aanvraag. Na jouw aanmelding neemt er iemand van de gemeente contact met je op om een afspraak te maken voor een gesprek.
Meldt u zich bij de gemeente met het verzoek om ondersteuning, zodat u thuis kunt blijven wonen? Dan moet de gemeente onderzoek doen naar uw persoonlijke situatie. De uitslag van het onderzoek bepaalt of u ondersteuning kunt krijgen vanuit de Wmo (officieel Wmo 2015).
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent niet meer zelfredzaam en u kunt niet meer meedoen in de samenleving omdat u een aandoening of een beperking hebt. Of omdat u langdurige zorg nodig hebt. U hebt geen of onvoldoende mogelijkheden het zelf op te lossen.
Het aanvragen van een hulpmiddel bij de gemeente (wmo) kan zomaar een paar weken tot en paar maanden in beslag nemen. Dat kan erg lang zijn als je een aandoening hebt waarbij je situatie snel verslechtert. Of als je door een ongeval plotseling hulp nodig hebt.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen, het ontmoeten van anderen en voor de ondersteuning van mantelzorgers. Voorbeelden van ondersteuning uit de Wmo zijn: maaltijdservice, huishoudelijke hulp en een scootmobiel.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo (offcieel Wmo 2015). Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo.
Heeft u een aanpassing nodig in uw woning zoals een traplift of een verhoogd toilet? U kunt dan een vergoeding krijgen via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit is afhankelijk van de aard en de zwaarte van de zorg die u nodig heeft.
Sinds 2020 betalen Wmo-klanten een eigen bijdrage van maximaal € 19,- per maand. Ongeacht het inkomen, vermogen en de hoeveelheid hulp en/of ondersteuning. Het inkomen is uiteraard nog wel relevant als het gaat om minimabeleid. De maximale eigen bijdrage van € 19,- per maand geldt per huishouden.
Eigen bijdrage Wmo (abonnementstarief)
Een duurzame hulpverleningsrelatie wil zeggen dat u voor een langere periode vaste begeleiding of hulp krijgt. Bijvoorbeeld iemand die bij u schoonmaakt of de administratie doet. Dit abonnementstarief geldt voor iedereen, ongeacht inkomen, vermogen of gebruik.
omvang van 40 uur per week.
Wanneer u niet meer in staat bent om uw huishouden zelf te doen (bijvoorbeeld door een ongeval, ziekte of omdat u slecht ter been bent), kunt u huishoudelijke hulp inschakelen. Om in aanmerking te komen voor de WMO dient u contact op te nemen met uw gemeente.
Een pgb is mogelijk als u zorg of ondersteuning nodig heeft vanuit de gemeente (Wmo) of als u verpleging en verzorging nodig heeft vanuit de zorgverzekering. Langdurige, intensieve zorg vanuit de Wlz kunt u ook regelen in de vorm van een pgb. Heeft u op dit moment een pgb vanuit de gemeente of de zorgverzekeraar?
Gemeenten ondersteunen mensen met een ziekte of beperking en ouderen die thuis wonen. Het doel is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en dat zij goed mee kunnen doen in de maatschappij. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.
Vanaf 2020 is de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen voor iedereen maximaal € 19,00 per 4 weken, ongeacht inkomen of draagkracht. Dat heet Wmo-abonnementstarief. Dit betekent niet dat u altijd € 19,00 betaalt. Als u gedurende een periode bijvoorbeeld minder ondersteuning krijgt, betaalt u ook minder.
De Belastingdienst geeft het inkomen en vermogen aan ons door. In 2021 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.360 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrij vermogen'. Het vermogen boven € 30.360 telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Bij begeleiding leert u om allerlei dagelijkse handelingen zelf te doen, of krijgt u ondersteuning hierbij. Dat gaat om bijvoorbeeld persoonlijke verzorging of het huishouden. Maar het kan ook gaan om sociale zelfredzaamheid, toezicht houden of dagopvang.
De Wet langdurige zorg (Wlz) betaalt de zorg voor mensen die in een instelling wonen. Deze behandelingen zijn duur, daarom betaalt u mee in de vorm van een eigen bijdrage. Voor zowel zorg met verblijf als zorg zonder verblijf betaalt u een eigen bijdrage.
Gemeenten in Nederland krijgen een budget van de Rijksoverheid om de de Wmo uit te voeren. Dit landelijke bedrag wordt over alle gemeenten verdeeld. Worden er meer aanvragen voor hulp gedaan? Dan betekent het niet dat er meer geld vanuit de Rijksoverheid naar uw gemeente gaat.
De eigen bijdrage voor de Wmo in 2021 is maximaal €19,00 per maand. Kijk voor meer informatie op de website van het CAK. U kunt een indicatie voor huishoudelijke hulp aanvragen bij het Wmo-loket van uw gemeente. Indien u een Wmo-indicatie heeft ontvangen, worden de kosten (gedeeltelijk) vergoed door de gemeente.
Wmo-ondersteuning en wijkverpleging zijn mogelijk als u thuis (= zelfstandig) of in een kleinschalig wooninitatief woont. De Wlz geeft recht om in een zorginstelling te gaan wonen. Bijvoorbeeld een verpleeghuis of een instelling voor gehandicaptenzorg.
In het gesprek gaat het ook over de volgende dingen: hoe je de ondersteuning kunt betalen – met een persoonsgebonden budget (PGB) of Zorg in Natura (ZiN); hoe het gaat op je werk en of je wel genoeg geld hebt om te leven; of je mantelzorger goede ondersteuning krijgt.