Naarmate je 2 cm ontsluiting hebt, zullen de weeën steeds regelmatiger worden en zo'n 45 seconden duren. Bij 3 cm worden de weeën steeds krachtiger, pijnlijker en gaan langer duren. Bij een eerste bevalling kan de latente fase in het totaal wat langer duren.
Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën. Als de bevalling dan echt begint heb je al een voorsprong en hoef je die eerste 4 cm, die bij het eerste kindje soms zo lang duren, niet meer te gaan.
In geval van een thuisbevalling bellen we bij 5-6 centimeter ontsluiting de kraamverzorgster die ons komt ondersteunen bij de bevalling. Ga je poliklinisch bevallen dan gaan we bij 5-6 centimeter ontsluiting richting het ziekenhuis. De eerste vijf centimeter zijn voor de meeste vrouwen goed te doen.
Als je baarmoedermond er klaar voor is, dit noemen we rijp zijn, en je hebt al minimaal 1 cm ontsluiting dan kunnen we strippen. Dit houdt in dat we met 1 vinger in de baarmoedermond de vliezen aan de binnenkant van de baarmoedermond een beetje los woelen.
Het breken van de vliezen kan ervoor zorgen dat je weeën krijgt en dus gaat bevallen. Hiervoor moeten er echter wel: voldoende ontsluiting zijn (minimaal 2 cm) een goed ingedaald hoofdje zijn.
Dit is natuurlijk een schatting, maar soms is het helemaal niet nodig om gestructureerd te gaan voelen naar je ontsluiting. Aan de sterkte van je weeën en aan de verandering in je houding kunnen we al veel aflezen. En ook zelf zou je dit kunnen opmerken.
De pijn tijdens de bevalling neemt meestal toe als de ontsluiting vordering laat zien. Het is in deze fase vaak te voelen in de onderbuik, de onderrug of soms richting de bovenbenen. Ook de pijn tijdens het persen verschilt per persoon. De meesten vinden het een opluchting en prettig om actief aan het werk te gaan.
Je hebt zelf invloed op de hoeveelheid oxytocine die je lichaam aanmaakt. Als je ontspannen bent, je veilig voelt en je over kunt geven aan hetgeen er gebeurt maakt je lijf meer oxytocine aan. Hierdoor krijg je betere weeën en ontsluit je sneller.
De adrenaline concentratie zal namelijk stijgen bij, onder andere; pijn, stress, angst en onrust. Dus ook wanneer de omgeving als niet rustig en/of veilig genoeg ervaren wordt. Dat is dan ook de reden dat de meeste bevallingen 's avonds of 's nachts starten.
Kindje wordt rustiger
De bewegingen van je kindje worden minder. Doordat het hoofdje is ingedaald heeft hij minder ruimte. Toch moet je opletten dat je over de hele dag gezien je baby wel voelt bewegen, maar heel zachtjes, de kracht van de bewegingen neemt dan ook af.
Bij 5 centimeter neemt de intensiteit van de weeën toe. Je hebt nu je volledige concentratie nodig om ze op te vangen. Doorgaans komen de weeën nu elke drie minuten en houden ze ongeveer 1,5 minuut aan. Gemiddeld vordert je ontsluiting nu met 1 centimeter per uur.
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
In de actieve fase vordert de ontsluiting gemiddeld een centimeter per uur. Op het moment dat de weeën elke 4 tot 5 minuten komen, een minuut aanhouden, voor een uur lang, bel je naar de diensttelefoon. De dienstdoende verloskundige komt bij jullie langs om te kijken hoe het gaat.
Bewegen is altijd goed, zowel in de zwangerschap als tijdens de bevalling. Tijdens de bevalling kan bewegen er zelfs voor zorgen dat de bevalling sneller gaat. Ga om de bevalling op te wekken wandelen, fietsen of zet een feel good muziekje op en ga lekker dansen. Ook heel goed voor de gelukshormonen!
In zeer zeldzame gevallen kan de bevalling worden ingeleid voor het 'persoonlijk comfort', met andere woorden: op verzoek van de patiënte, om niet-medische redenen. Zwangerschapsuitputting, angst dat de gynaecoloog-verloskundige of vroedvrouw er op de dag zelf niet zal zijn, familiale problemen enz.
Hoe herken je echte weeën? Een belangrijke aanwijzing dat de bevalling eraan zit te komen, zijn regelmatige samentrekkingen van de baarmoeder. In het begin voelen deze vroege weeën aan als menstruatiekramp of pijn in de onderrug die komt en gaat met tussenpozen van 20 tot 30 minuten.
Vooral in de midden- en laatste fase is de pijn goed te voelen. In de uitdrijvingsfase (tijdens het persen) is de pijn vaak het hevigst. Meestal is de pijn het meest in de buik te voelen, maar ook in de rug en de benen kan pijn gevoeld worden. Na de geboorte van de baby neemt de pijn zeer sterk af.
Strippen. Een andere mogelijkheid om de bevalling zonder inleiding op gang te brengen is 'strippen'. De verloskundige of gynaecoloog maakt dan met de vingers tijdens het toucher de baarmoedermond los van de vliezen. Dit kan pijnlijk zijn.
Heb je echt een razendsnelle bevalling, dan wordt dat een stortbevalling genoemd. Het hele baringsproces duurt dan vier uur of korter. Dat klinkt als een droom, maar er zitten ook wat mogelijke nadelen aan.
Voor veel vrouwen is toucheren stressvol, het is onprettig als een vreemde vingers in haar vagina stopt. Als het met haast en zonder aandacht wordt gedaan kan het erg pijnlijk zijn. Dit komt helaas veel voor. Onthoud: Het hoort geen pijn te doen.
Daarnaast krijg je een verblijfskatheter in de urinebuis, omdat je niet meer zelf kunt voelen of je moet plassen. Een ruggenprik kan gegeven worden vanaf 2 of 3 centimeter ontsluiting en werkt door tot aan de persfase.
Meestal wordt de pijn erger als de ontsluiting toeneemt. De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.