Een depressie kan een paar weken of zelfs maanden duren. Sommige mensen raken in hun leven één keer depressief, andere mensen krijgen vaker last van een depressie. Bij ongeveer 50% van de mensen duurt een depressieve periode korter dan drie maanden.
Chronische depressie
Maar een depressie kan ook chronisch – langdurig – worden. We spreken van een chronische depressie wanneer de verschijnselen langer dan twee jaar duren en de klachten ernstig zijn. Periodes met zware klachten worden soms afgewisseld met periodes waarin het beter gaat.
Je voelt je somber, hebt nergens zin in en alles lijkt meer energie te kosten dan voorheen. Vaak trekt zo'n sombere bui na een paar dagen weg. Maar het kan zijn dat je al langer rondloopt met dit gevoel, dat het maar niet weggaat. En dat het je leven beheerst.
De duur van depressieve episodes (de periode waarin zich depressieve symptomen voordoen) is per persoon verschillend. De helft van de depressieve episodes duurt korter dan drie maanden. Ongeveer 20% van de episodes duurt meer dan twee jaar. De gemiddelde duur van een depressieve episode is acht maanden.
Neurotransmitters en depressie
Bij het ontstaan van een depressie zijn vooral serotonine, noradrenaline en dopamine van belang. In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters.
Als je depressief bent is het belangrijk dat je dit met je werkgever bespreekt. En samen met de bedrijfsarts onderzoekt hoe ernstig je klachten zijn en wat het beste is om te doen. Misschien niet doorgaan met depressief thuis werken, maar even helemaal stoppen en wat rust nemen en daarna weer rustig op gaan bouwen.
Goede of slechte ervaringen of gebeurtenissen die je leven opeens erg veranderen, kunnen ervoor zorgen dat je depressief wordt. Voorbeelden daarvan zijn het verlies van je partner, ontslag of een verhuizing. Maar denk ook aan schokkende gebeurtenissen die je somber en angstig maken, zoals een beroving of een ongeluk.
Een depressie zit meestal niet alleen in het hoofd, maar brengt vaak ook lichamelijke gevolgen met zich mee. U kunt hierbij denken aan het hebben van hoofdpijn of het veranderen van de eetlust met een gewichtstoename of -afname tot gevolg. Ook in de hersenen zijn fysieke veranderingen terug te vinden.
Behandeling depressie
In sommige gevallen gaat een depressie vanzelf over, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Als een depressie niet behandeld wordt loop je het risico om een ernstige depressie te krijgen.
Tijdens een matige depressie nemen de depressieve klachten in een aantal weken snel toe en merk je dat het snel slechter met je gaat. Tijdens een matige depressie heb je meer moeite om je dagelijkse activiteiten en werkzaamheden uit te voeren. Je hebt minder energie, problemen met concentratie en een erg somber gevoel.
Hersenactiviteit en volume kunnen gemeten worden met behulp van een MRI scanner. Er wordt gedacht dat mensen met een depressie- of angststoornis een verstoorde verwerking, reactie en geheugen hebben voor emotionele prikkels uit de omgeving.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Zowel een toename in gewicht en meer behoefte aan slaap, als een afname in gewicht en vroeg wakker worden zijn bijvoorbeeld symptomen van een ernstige depressie. Wanneer men weinig eetlust heeft en vroeg wakker wordt noemt men dit ook wel een “melancholische depressie” of een “typische depressie”.
Neurotransmitters. Bepaalde stoffen in de hersenen maken een mens kwetsbaar voor depressie. Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming.
Als u een ernstige depressies heeft en niet goed reageert op antidepressiva, kan de arts nog andere medicijnen geven, zoals lithium. Meestal wordt lithium voorgeschreven om na herstel van de depressie een nieuwe sombere periode te voorkómen.
De kans op een depressie is bijvoorbeeld groter bij het gebruik van bepaalde medicijnen of drugs, of als je lijdt aan een andere aandoening, zoals de ziekte van Parkinson of diabetes. Maar een depressie kan ook zomaar ontstaan, zonder een specifieke oorzaak.
Maak het jezelf makkelijk
Vertel bijvoorbeeld dat je last van je ziekte hebt, maar er een goede behandeling voor hebt gekregen en ermee hebt leren overweg te gaan. "Als je alleen maar zegt dat je somber bent en last hebt van stemmen in je hoofd, laat je mensen schrikken.
Een depressie heeft niet alleen gevolgen voor degene die lijdt aan de depressie, maar ook voor degene die met deze persoon samenleeft. Samenleven met een depressieve partner is zwaar. De relatie is vaak niet meer zoals voorheen. De partner dient zich in veel gevallen aan te passen en heeft veel te incasseren.
Veel depressieve mensen melden zich in eerste instantie bij de huisarts met onverklaarbare lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, buikpijn of spierpijn, problemen met de ontlasting, slaapproblemen, verandering van eetlust of een verminderd libido.
Tegen een depressiepatiënt kun je dus beter niet alles zeggen wat er misschien in je opkomt. 'Het belangrijkste is dat je er voor iemand bent als hij daar behoefte aan heeft', zegt Cuijpers. 'Je mag natuurlijk altijd informeren hoe het met iemand gaat. En luister dan vooral naar wat hij zegt en oordeel niet.
Waar is God als alles donker is? Aan de hand van zeven thema's neemt de auteur de lezer mee op haar weg door depressie en angst. Zonder gemakkelijke antwoorden, openhartig en eerlijk, vertelt ze over haar ervaringen met depressie en het leven met God. Zo is dit boek een metgezel voor mensen die donkere dagen meemaken.
Depressies kunnen zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de persoon en hun omgeving. Naast het psychisch lijden en de beperkingen in het sociale leven van de cliënt, hebben depressies vaak grote gevolgen voor relaties. Partners kunnen overbelast worden of de relatie met de kinderen raakt mogelijk verstoord.