Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Haardhout bewaren in de garage of tuin
In principe kan het haardhout op iedere plek worden opgeslagen waar vocht geen mogelijkheid heeft om erin te trekken. De twee meest gebruikte plekken om het haardhout te bewaren zijn in de garage of de tuin, waarbij wat ons betreft de tuin de voorkeur heeft.
Dek na het stapelen je brandhout af om het te beschermen tegen de regen. Al het water dat op het brandhout terecht komt, moet opnieuw opdrogen. Scherm de stapel niet volledig af met bijvoorbeeld een zeil. Neen, zorg dat je enkel boven op de houtstapel iets legt om de regen tegen te houden.
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden. Stook geen hout dat geverfd, gebeitst of geïmpregneerd is. Het verbranden van afval is in Nederland wettelijk verboden.
Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen. Er bestaan in de handel goedkope en eenvoudige toestelletjes om dit vochtgehalte te meten. Zo weet je exact wanneer het hout zijn gewenste droogtegraad heeft bereikt.
In de meeste gevallen is het beter om haardhout in de buitenlucht op te slaan. Hout droogt het beste als het in contact komt met de buitenlucht. Wind en zon zijn namelijk de beste droogmechanismen. Als hout gekapt wordt heeft het een vochtigheidspercentage (afhankelijk van de houtsoort) van rond de 50 procent.
De poten van het houthok moeten minimaal 30 centimeter in de grond worden gegraven. Behandel het deel wat ingegraven wordt met een oleum product om houtrot als gevolg van vocht te voorkomen. Als je het houthok aan een muur gaat bevestigen kun je dit het beste doen met schroeven en pluggen van minimaal 8 millimeter.
Een kuub droog, losgestort hout kost ongeveer 90 euro. Een kuub droog gestapeld hout, wat ongeveer twee keer zoveel is, kost circa 200 euro.
Het “wateren” zorgt ervoor dat voedingsstoffen (suiker en zetmeel) uit het hout worden gespoeld. Hierdoor is gewaterd hout niet meer aantrekkelijk voor hout aantastende insecten, zoals de houtworm, bonte knaagkever, boktor en spinthoutkever.
Tijdens het bewaren wil je natuurlijk dat het brandhout zo droog mogelijk blijft of wordt. Het best kun je het hout dan ook bewaren op een plek waar voldoende wind staat en waar de zon schijnt. Begin daarom met stapelen op een betonnen plaat, zeil of pellet dat minimaal 10 centimeter boven de grond is.
Hoe komt het dat de transportkosten zo hoog zijn? Dat komt mede door corona. Veel houtzagerijen zijn een poos dicht geweest en kampen met personeelstekorten waardoor ze de vraag naar haardhout nauwelijks aankunnen. Daarnaast is er weinig retourvracht naar Oost-Europa.
Het brandhout mag een vochtigheidspercentage hebben tot maximaal 20 procent. Vers gekapt hout heeft een vochtigheidsgehalte van ongeveer 50 procent. Na een jaar drogen daalt dit tot ongeveer 28 procent en na 2 tot 3 jaar drogen heeft het hout het geschikte vochtigheidspercentage van 20 procent of minder.
Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Bij het verbranden van nat hout komt er veel waterdamp vrij. Deze waterdamp neemt zoveel ruimte in de verbrandingskamer in dat deze de verbrandingslucht verdringt. Het gevolg is een verbranding die slecht verloopt.
Stapels tak- en tophout laten een hoge biologische afbraak zien indien ze niet voldoende drogen. Goed bovenaan afgedekte stapels die in de wind liggen kunnen in 6 maanden worden gedroogd tot een vochtgehalte van 40%; Loofhout vertoont een snellere vrijgave van water dan naaldhout.
Dennenhout bevelen we ook niet aan, in de open haard tijd was het een hele vette “nee!” omdat het dennenhars in een open haard niet goed verbrande. In de moderne houtkachel is dat niet meer belangrijk. Toch bevelen wij het niet aan omdat het hout dan wel echt perfect gekloofd en droog (max12% vocht) moet zijn.
Zware houtsoorten zijn haagbeuk, valse acacia, beuk, eik, es, kastanje, notenboom, olm, kers en esdoorn. Lichte houtsoorten zijn berk, linde, wilg, gewone den, douglas, els, spar en populier. Haagbeuk levert uitstekend brandhout, maar is zeer gevoelig voor schimmels.
Naaldbomen. Vurenhout gebruiken als aanmaakhout, niet gebruiken in de open haard en niet gebruiken voor de kachel (vervuiling van het rookkanaal).