De verblijfskatheter is meestal aangesloten op een urinezak waarin de urine opgevangen wordt. Een verblijfskatheter kan zo'n 4 tot 8 weken blijven zitten. Daarna zal de arts of verpleegkundige, indien nodig, een nieuwe katheter bij u inbrengen. Via de katheter loopt de urine uit de blaas in een urineopvangzak.
Krijgt u de katheter voor langere tijd, dan moet u deze na ongeveer 8-12 weken laten verwisselen. Dit wisselen kan door de thuiszorg, huisarts of verpleegkundige van het ziekenhuis.
De katheter kan tussen de 8 en 12 weken blijven zitten. Wanneer de katheter er langer in moet blijven, wordt deze gewisseld en krijgt u een nieuwe katheter. Urinezak of kraantje Aan de katheter kan een opvangzak of kraantje gekoppeld worden.
In de meeste gevallen kunt u gewoon uw leven blijven leiden met een verblijfskatheter. Toch kunnen er soms probleempjes ontstaan. Vaak kunt u die met een kleine handeling zelf oplossen. Daarom is het handig om te weten hoe u dat doet.
Vaak wordt de katheter na zes tot twaalf weken verwisseld. Voor het wisselen van de katheter heeft u een afspraak gemaakt. Een verpleegkundige van de polikliniek Urologie wisselt de katheter. Als u niet onder behandeling bent van de uroloog, wisselt uw huisarts de katheter.
Zolang u een verblijfskatheter heeft, kunt u niet gewoon plassen. De urine loopt weg door de katheter, zonder dat u het merkt. Met een verblijfskatheter kunt u bijna alles doen wat u gewend was. De urine wordt opgevangen in een opvangzak.
's Nachts sluit u de grotere urine-nachtzak op de urine-beenzak aan. Deze heeft een inhoud van twee liter, zodat u rustig door kunt slapen. De opvangzak kunt u in een rekje aan de zijkant van uw bed hangen.
Door het handmatig leegtrekken kunnen gerimpelde ballonrandjes (zie foto) ontstaan waardoor het uittrekken van de katheter gevoelig of pijnlijk kan zijn voor de patiënt.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
Katheter via de plasbuis in de blaas (katheter à démeure)
Overdag dient de FlipFlo dicht te staan en moet u de blaas elke 3 à 4 uur legen boven het toilet door de Flipflo open te zetten. 's Nachts mag er wel een urinezak aan, om uw nachtrust niet te verstoren.
De Richtlijn V&VN1 geeft aan dat verblijfskatheters 's avonds verwijderd kunnen worden (voor 12 uur 's nachts) met als gevolg een korter verblijf in het ziekenhuis. Daarentegen geven ze aan dat katheters toch veelal 's ochtends verwijderd worden, zodat eventuele retenties overdag behandeld kunnen worden.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Lukt het niet om spontaan te plassen of blijft er te veel urine achter in de blaas na het plassen? Dan kan u eventueel 1 keer gekatheteriseerd worden. Dit is 1 keer de blaas leeg maken met een katheter.
Als de katheter op de afdeling is verwijderd, moet u elke 2 uur gaan plassen. Pijn in uw onderbuik of flanken kan een teken zijn dat uw blaas vol is. Dan moet u eerder gaan plassen. Dit geldt zowel voor overdag als 's nachts.
Door het inbrengen van een blaaskatheter kun je last krijgen van verschillende complicaties, zoals: Urineweginfecties. Blaaskramp. Lekkage of verstopping van de katheter.
Deze studies lieten vrij consistent zien dat het 's avonds verwijderen van de katheter leidde tot een grote hoeveelheid urine tijdens eerste urinelozing (verschil van 95 ml), kortere tijd tot eerste urinelozing (1 uur verschil), korter verblijf in het ziekenhuis (0,71 dag), en minder rekatheterisaties (2 procent ...
Om verstoppingen van de katheter te voorkomen, adviseren we u 1,5-2 liter per dag te drinken. Als u voldoende drinkt, stimuleert u ook dat uw ontlasting regelmatig komt en niet te hard is. Bij harde ontlasting gaan veel mensen persen waardoor urine langs de katheter kan lopen. Veel drinken kan dat voorkomen.
Procedure: het verwijderen van de verblijfskatheter
Plaats het nierbekken tussen de benen van de patiënt. Laat de ballon af: druk de spuit in het ventiel en laat de ballon spontaan leeglopen in de spuit. Verwijder de verblijfskatheter, klem de katheter af tijdens het verwijderen.
Bij harde ontlasting kunt u de neiging krijgen om te persen en als gevolg daarvan kan er urine langs de katheter lopen. Om uw ontlasting soepel te houden is het ook van belang om genoeg te drinken. De arts of verpleegkundige zal u vertellen of en wanneer de katheter verwisseld moet worden.
Onaangenaam ruikende urine ontstaat doordat er bacteriën in de urine zitten. Mensen met een katheter hebben altijd bacteriën in de blaas die zich daar normaliter niet bevinden.
Om te voorkomen dat deze complicatie ontstaat, dient u tenminste anderhalf tot twee liter liter vocht per dag te drinken. Indien er na twee tot drie uur geen urine in de urineopvangzak komt, moet de katheter doorgespoeld worden of vervangen door een nieuwe.