Gemiddelde wielrenner: 75 minuten.Tour-renner: 40 minuten.
De bekendste wielerwedstrijd is de Tour de France. Net als de Giro en de Vuelta is dit een meerdaagse wedstrijd die drie weken duurt. Deelnemen aan zo'n langdurige wedstrijd vraagt veel training en duurvermogen van een renner. Vandaar dat de renners veel energie binnen moeten krijgen middels voeding.
De gemiddelde snelheid op een racefiets is 24 kilometer per uur. Met wind tegen ligt de gemiddelde snelheid rond de 21 kilometer per uur, en met wind tegen rond de 26 kilometer per uur. Op een racefiets ga je dus een stuk sneller dan op een stadsfiets.
Veel wielrenners fietsen naast hun 40-urige baan en hebben geen tijd voor meerdere lange duurtrainingen in een week van 5-6 uur. Als je niet veel tijd hebt om te trainen moet je je tijd efficiënt benutten. Als je dan op kwaliteit gaat trainen kun je ook met weinig trainingsuren veel progressie maken.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
Door zo licht mogelijk van gewicht en zo gestroomlijnd mogelijk te zijn kunnen wielrenners gemiddeld zo'n 25-30 kilometer per uur fietsen. Je snelheid tijdens het fietsen op een stadsfiets is gemiddeld 17 kilometer per uur.
Frequentie en herstel
Meer dan drie keer per week trainen heeft niet zoveel zin, omdat je lichaam ook herstel nodig heeft tussen de fietsritten door. Plan dus maximaal twee of drie keer per week een zware training in. Wel kun je tussendoor herstelritjes doen om je afvalstoffen af te voeren.
Elke dag urenlange fietsritten maken is voor velen een onhaalbare droom. Het dagelijks neerzetten van serieuze afstanden vergt meer tijd dan een gemiddelde fietser heeft. Maar dagelijks fietsen is niet alleen erg haalbaar, het is bovendien erg goed voor je.
Grijs is de hartslagzone waarbij je echt heel rustig fietst. Grijze zone = herstel zone = een uurtje ontspannen fietsen. Ook wordt deze training gebruikt op dagen in aanloop naar een prestatie toe. Altijd op een lichte versnelling; kleine blad voor licht achter.
Andere fietsdisciplines. De winter leent zich bij uitstek voor andere fietsdisciplines, zoals veldrijden, baanwielrennen of strandracen. Deze wedstrijden zijn vaak kort en intensief. Ideaal als je fit wilt blijven maar niet uren op de fiets door de kou wil rijden.
Om 20 km af te leggen op je fiets heb je onder normale omstandigheden 1 uur en 11 minuten nodig. Met wind tegen doe je over 20 km ongeveer 1 uur en 20 minuten, en met wind mee ongeveer 1 uur en 4 minuten. Op een elektrische fiets doe je 48 minuten over 20 km.
Denk aan volkorenpasta, quinoa, volkorenrijst, bananen, sinaasappels, ontbijtkoek, zoet beleg en volkorenbrood. Zorg ook voor voldoende eiwitten na het wielrennen. Deze spelen een rol bij opbouw en herstel van je spieren.
Racefiets en mountainbike: twee erg verschillende fietsen
Het frame van een mountainbike is meestal ook dikker. Stevigheid is namelijk erg belangrijk. Een racefiets is daarentegen ontworpen om hoge snelheden te kunnen halen. Daarom zijn er geen veringen, want die verlagen de snelheid, en het frame is ook opvallend dun.
De laatste 10 minuten voorafgaand aan een fietssprint loopt het vermogen dat profwielrenners leveren op van ruim 300 W tot bijna 500 W op een minuut voor de sprint. Tijdens de sprint ligt het piekvermogen van de sprinters ongeveer rond de 1250 W waarbij de snelheid richting de 70 km/u gaat.
Van een uur 200 watt trappen wordt een goed getrainde fietser lekker moe. En 250 watt trappen is voor een goed getrainde fietser voluit fietsen en net een uur vol te houden.
Conditie opbouwen: tips
Dan begin je het best in hartslagzone 60-70% om je conditie op een verstandige en rustige manier op te bouwen. Een te hoge hartslag is namelijk nefast voor beginnende sporters. Baken je hartslagzone goed af tijdens het trainen en let erop dat je tussen 70% en 85% van je maximale hartslag blijft.
Voor een run van gemiddelde intensiteit raadt de American Heart Association (AHA) aan binnen 50-70% van je maximale hartslag te blijven. Dus als je 40 bent, probeer dan je hartslag tussen de 90 en 126 bpm te houden tijdens een run van gemiddelde intensiteit.
Houd een gestaag tempo
Hoewel de buikspieren tijdens het fietsen niet zo hard werken als je bilspieren, is wielrennen toch een geschikte sport om van je buikvet af te komen. Als je drie keer per week een tochtje maakt op een matig intensief tempo, dan train je je lichaam om vet als brandstof te gebruiken.
Door regelmatig te fietsen zorg je er bovendien voor dat je hart ook in rusttoestand gezonder is. Het is bewezen dat het risico op hart- en vaatziektes gevoelig daalt als je regelmatig (2,5 uur per week) beweegt. En met elke dag twintig minuutjes op de fiets kom je daar al bijna aan.
Wielrennen en afvallen
Je verbrandt tussen de 400 en 1000 calorieën per uur als je wielrent, afhankelijk van je gewicht en hoe hard je fiets. Iemand van ongeveer 70 kg, verbruikt rond de 650 kcal per uur. Hiermee is wielrennen dus zeer voordelig voor gewichtsverlies.
Fietsen verbetert je weerstand. Fietsen is bevorderlijk voor je immuunsysteem, zeker wanneer je regelmatig de fiets pakt. Indien je 5 of meer dagen per week 30 min tot 1 uur per dag fietst, wordt je lichaam sterker en is het beter in staat virussen en griep af te weren.
Wielrennen leidt bij uitstek tot een gezond lichaam door een combinatie van de onderstaande effecten: De regelmatige training heeft een direct en zeer groot positief effect op de lichamelijke fitheid; je krijgt het lichaam en de conditie van een atleet.
Met name de quadriceps (de 'druppel', voor op je been) en hamstrings hebben bij een wielrenner aardig wat groeipotentie. Maar die groei blijft natuurlijk beperkt zolang je alleen maar fietst, en de weerstand niet verder oploopt.