Een diagnose is niet altijd snel of eenvoudig vast te stellen. Welke behandeling het beste bij je past wordt bepaald op basis van je diagnose. Soms kan het 6 maanden duren voordat duidelijk is van welke aandoening er precies sprake is. Een voorlopige diagnose kan dan uitkomst bieden.
Medische gegevens van psychiatrische patiënten die gedwongen zijn opgenomen moeten minimaal tot 5 jaar na hun ontslag bewaard blijven. Deze bewaartermijn komt voort uit het Besluit Patiëntendossier Bopz.
Het stellen van een diagnose
Op basis van zijn of haar kwaliteiten, vaardigheden en ervaring overweegt de psycholoog zorgvuldig wat er aan de hand is. Daarbij wordt rekening gehouden met wie u bent als persoon in relatie tot uw omgeving.
Diagnosen worden in het dagelijks leven door iedereen gesteld (zal wel een griepje zijn), maar in een meer formele context - vooral als er juridische, financiële of andere gevolgen aan verbonden zijn - is diagnostiek voorbehouden aan gekwalificeerde personen die zich beroepsmatig met gezondheidszorg bezighouden, vooral ...
Antwoord. Een psychiatrische diagnose kan gesteld worden door een psychiater of een klinisch psycholoog. Als je het niet eens bent met een gestelde diagnose, kun je altijd een second opinion vragen bij een andere psychiater of klinisch psycholoog.
De huisarts bekijkt welke psychische klachten of aandoening u heeft, en welke behandeling en begeleiding het beste past. Ook kan de huisarts u zelf behandelen. Een huisarts kan daarbij medicijnen voorschrijven. Deze praktijkondersteuner kan u helpen om uw klachten beter te begrijpen en ermee om te gaan.
De neuroloog praat met u en doet een lichamelijk onderzoek.Ook krijgt u een onderzoek van uw spieren en zenuwen: een EMG. Met dit onderzoek kan de neuroloog zien hoe goed uw zenuwen en spieren werken. Er is geen speciale test om te weten of u ALS heeft.
Er zijn drie soorten diagnoses die verschillen in de mate waarin de oorzaak bekend is: symptoomdiagnose (weinig bekend over oorzaak), syndroomdiagnose en ziektediagnose (veel bekend).
Een vroege diagnose geeft u meer tijd om de hulp in te schakelen die u wenst, wanneer u die nodig heeft. Hoe eerder men op de hoogte is van de diagnose, hoe beter uw familie kan leren met de ziekte en de gedragsveranderingen om te gaan. Dit is voor zowel voor uw als uw naaste van groot belang.
Aanbeveling. De diagnose DCD wordt gesteld door een arts die hiertoe geschoold en competent is (kinderrevalidatiearts, kinderarts, jeugdarts, kinderneuroloog, kinderpsychiater) of door een GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist.
Een psychiater is eigenlijk een dokter voor de ziel. Hij of zij is bevoegd om medicatie voor te schrijven aan patiënten met bepaalde psychiatrische stoornissen. Een psycholoog mag dit niet. Bij een psychiater kun je terecht met de meer ernstigere psychische problemen.
Vraag de huisarts bijvoorbeeld of hij psychologen of instellingen in de buurt weet en kan aanbevelen. Of, als niet duidelijk is welk type behandelaar en behandeling je behoeft: trek de praktijkondersteuner (POH-GGZ) aan zijn jasje en kijk samen naar wat je wensen zijn en wat de beste optie is.
Een goede psycholoog beschikt over empathisch vermogen, is in staat om écht naar mensen te luisteren en kan opgedane kennis en ervaring inzetten om tot de beste oplossing te komen voor cliënten. Daarbij is een goede psycholoog integer en kan deze goed omgaan met vertrouwelijke kwesties en informatie.
Voorbeelden van ernstige psychische ziektes: ernstige depressie, een psychose, autisme en een bipolaire stoornis.Of een verslaving aan bijvoorbeeld alcohol of drugs. Vaak krijg je al een behandeling. Meestal van meerdere behandelaars.
Wanneer we spreken van psychiatrische problematiek, dan bedoelen we zaken die het dagelijkse leven van mensen verstoren en waarbij het nodig kan zijn om behandelingen te ondergaan, soms in combinatie met medicijnen. Denk hierbij aan stoornissen als persoonlijkheidsstoornissen, ADHD en depressies.
De psychiatrische diagnostiek bij een nieuwe ambulante volwassen patiënt neemt gemiddeld in totaal ongeveer twee uur in beslag (Beerthuis e.a., 2007). Hier is de verslaglegging niet bij inbegrepen. Een onderzoek voor een second opinion neemt meestal meer tijd in beslag, variërend van drie tot vier uur.
Door de opleiding als arts kan de psychiater een diagnose stellen en medicatie voorschrijven. Psychotherapeuten en psychologen daarentegen mogen geen medicatie voorschrijven of een diagnose stellen.
Ruim vier op de tien mensen krijgt ooit in het leven één of meerdere psychische aandoeningen. De weg naar een diagnose is vaak lang, en veel mensen zijn dan ook opgelucht als ze die uiteindelijk krijgen. Ze weten wat er met hen aan hand is en ze kunnen een behandeling starten.
Om de diagnose en ziektestadium vast te stellen worden er (mogelijk) een aantal onderzoeken uitgevoerd, zoals lichamelijk en rectaal onderzoek, endoscopie, CT-scan, MRI-scan, (endo-)echografie en bloedonderzoek. Bij een vermoeden van endeldarmkanker, verwijst uw huisarts u door voor een darmonderzoek, een endoscopie.
Angststoornissen komen het vaakst voor, namelijk bij 15% van de volwassenen.Van alle specifieke psychische aandoeningen komt depressieve stoornis het vaakst voor (9%). Op de pagina Kerncijfers psychische aandoeningen vindt u meer informatie over dit onderwerp.
De zenuwcellen die signalen doorgeven aan de spieren heten motorische zenuwcellen. Bij ALS sterven deze motorische zenuwcellen af, waardoor de spieren steeds minder signalen krijgen. Omdat de spieren minder signalen krijgen van de zenuwcellen beginnen ze kleiner/dunner te worden (te 'atrofiëren').
Onderzoek naar een mogelijke spierziekte omvat vrijwel altijd een bloedonderzoek. Belangrijk is de bepaling van de hoeveelheid creatinekinase (CK) in het bloed. Het enzym creatinekinase speelt een rol in de energievoorziening van de spier.
Hoe lang duurt het? Dat hangt af van wat en hoeveel onderzocht moet worden, maar meestal duurt het ongeveer 30 minuten. De neuroloog bespreekt de uitslag van het onderzoek met je.