Een normale ongesteldheid (menstruatie) komt ongeveer 1 keer per maand. Het bloedverlies duurt meestal een paar dagen (maximaal 7 dagen). Bij de meeste meisjes treden de menstruaties iedere 21 tot 45 dagen op gedurende het eerste jaar en iedere 21 tot 34 dagen vanaf het derde jaar.
Meestal drie tot acht dagen, maar gemiddeld duurt het ongeveer vijf dagen, waarbij de meeste vrouwen merken dat de zwaarste bloeding in de eerste twee dagen optreedt.
De bloeding (menstruatie) zelf duurt meestal niet korter dan één dag en niet langer dan zeven dagen. De variatie van vrouw tot vrouw is dus groot. Wat merkt u van de normale cyclus? U kunt voor u zelf bijhouden wanneer u ongesteld bent geworden en hoe lang u heeft gebloed.
Een normale cyclus (de periode van de eerste dag van de menstruatie tot de eerste dag van de volgende menstruatie) is niet korter dan 21 dagen en niet langer dan 42 dagen. Dit hangt af van de duur van de rijping van de eiblaas die kan wisselen. De tijd na de eisprong tot de menstruatie is bijna altijd 14 dagen.
De meeste vrouwen hebben een cyclus tussen de 21 en 35 dagen. Bij een langere of kortere cyclus dan 28 dagen, dan vindt de eisprong doorgaans toch 14 dagen voor de verwachte volgende menstruatie plaats. Een cycluslengte van 21 tot 35 dagen wordt dus als normaal beschouwd.
Ook als je cyclus korter duurt dan 21 dagen of langer dan 35 dagen, maak je best eens een afspraak bij de huisarts of gynaecoloog. Tijdens de menstruele cyclus maakt de baarmoeder zich (onder invloed van hormonen) klaar om eventueel een bevruchte eicel te laten innestelen.
Menstruatie cyclus
Een regelmatige cyclus duurt in principe niet korter dan 21 dagen en niet langer dan 42 dagen. Als je een regelmatige cyclus hebt, vindt er meestal wel een eisprong plaats, vooral als de cyclusduur tussen de 26 en 36 dagen ligt.
Een normale cyclus is tussen 21 en 35 dagen. Een korte cyclus is er een die korter dan 21 dagen duurt. Een lange cyclus is er een die langer dan 35 dagen duurt.
Het is volkomen normaal dat de menstruatie van maand tot maand kan verschillen en dat je een paar dagen overtijd kan zijn.
Regelmatig/normale ongesteldheid treedt iedere 3 tot 5 weken op. Dit bereken je door van de EERSTE dag van de ene ongesteldheid tot aan de EERSTE dag van de volgende ongesteldheid te tellen. Als je ongesteld wordt hoort dit 5 tot 7 dagen te duren. Aan het begin van je ongesteldheid kan het bloedverlies ruimer zijn.
Vooral de leeftijd van de vrouw heeft een grote invloed. Vrouwen zijn het meest vruchtbaar tussen de leeftijd van 20 en 30 jaar. Nadien neemt hun vruchtbaarheid stelselmatig af terwijl tegelijk het aantal miskramen toeneemt. Op 38 jaar bedraagt de kans op spontane zwangerschap per cyclus nog ongeveer 10 %.
Tijdens de rijping van de eicel groeit het baarmoederslijmvlies, onder invloed van bepaalde hormonen, zodat een bevruchte eicel zich kan innestelen. Als er geen bevruchting optreedt, wordt het ontstane baarmoederslijmvlies afgestoten: de menstruatie. Artsen noemen de eerste dag van je menstruatie dag 1 van de cyclus.
Maar de meeste vrouwen zijn niet gemiddeld. Alles tussen de 3 en 7 dagen wordt daarom als normaal beschouwd. Ben je langer dan 7 dagen per cyclus ongesteld dan spreek je van langdurige menstruatie en kan er sprake zijn van menorragie.
Een periode van een signaal (golf, trilling, wisselstroom) is één volledige cyclus die steeds wordt herhaald. De periodetijd (symbool: T) is de tijdsduur van de periode (eenheid: seconde).
Ben je inderdaad 2 keer per maand ongesteld dan kun je dat duidelijk maken in een gesprek met je huisarts. Het hebben van een onregelmatige cyclus kan verschillende oorzaken hebben.
De duur van een cyclus is tussen de 21 en 35 dagen, daarbuiten is er sprake van een kortere of langere cyclus. Een vrouw kan vruchtbaar zijn vanaf dag 8-9 t/m de 3e week, waarbij de bevruchting in de periode van 5 dagen na de menstruatie tot en met de ovulatie moet plaats vinden.
Oorzaken onregelmatige menstruatie
Vaak is er geen specifieke oorzaak aan te wijzen; hormoonschommelingen kunnen op elk moment in je leven voorkomen door allerlei factoren. Denk bijvoorbeeld aan stress. Vaak wordt je cyclus vanzelf weer regelmatig.
Gedurende de (menstruatie) cyclus kan je vaginale afscheiding veranderen. Vlak na je menstruatie kan de afscheiding nog wat roze of bruinig zijn als gevolg van de restjes oud bloed die worden afgestoten. Naarmate je cyclus vordert zal je afscheiding witter worden.
Bij vrouwen met een regelmatige cyclus van 28 dagen ligt de meest vruchtbare periode tussen dag 11 en dag 16 van de cyclus. Zonder rekening te houden met de dag van de cyclus of het moment van de eisprong heeft men de grootste kans op bevruchting wanneer men om de 2 dagen, dus ongeveer 2 tot 3 maal per week seks heeft.
Als je cyclus erg kort is, regelmatig korter dan 21 dagen, heet dat polymenorroe. Let op dat je voor het tellen van het aantal dagen van je cyclus ook de dagen van de menstruatie meetelt. Vaak zal in deze cycli de eisprong niet of te vroeg optreden.
Als er geen eisprong is, wordt ook geen progesteron aangemaakt. Je lijf krijgt dan domweg geen seintje dat de juiste dikte is bereikt. Het baarmoederslijmvlies blijft zich opbouwen en wordt te dik om nog vast te houden. Ook een tekort aan progesteron kan dus onbedoeld hevig vaginaal bloedverlies tot gevolg hebben.
Meestal is het niets om je zorgen over te maken. Het kan ook voorkomen dat je opeens onregelmatig ongesteld wordt, terwijl je eerder bijna op de minuut precies kon voorspellen wanneer je zou gaan bloeden. Dat kan verschillende oorzaken hebben, zoals: Gebruik van bepaalde medicijnen.
Heb je opeens een hevigere menstruatie dan dat je gewend bent? Duren je menstruaties langer dan normaal? Dan kan dit komen doordat een eiblaasje langer aanwezig blijft dan normaal. Je hoeft je hier geen zorgen over te maken want het is niet gevaarlijk voor je gezondheid.
Als je een langere cyclus hebt vindt de eisprong later plaats en bij een kortere cyclus vindt deze eerder plaats. Dit betekent dus dat niet elke vrouw rond de 14e dag vruchtbaar is.
Je bent het meest vruchtbaar wanneer je ovuleert. Dit gebeurt ongeveer 10 tot 16 dagen voor je volgende menstruatie. Als je een korte menstruatiecyclus hebt, kun je ook vroeger ovuleren. Sperma kan tot 5 dagen in je lichaam overleven en kan het eitje bevruchten zodra het wordt vrijgegeven.