Houd je baby na het voeden minimaal twintig minuten rechtop. Laat je baby vaker kleine porties eten of drinken. Als je je baby flesvoeding geeft, kun je hem tijdens een voeding iedere drie minuten laten boeren.
Niet iedere baby hoeft te boeren, en niet iedere baby heeft het nodig na iedere voeding. Je kleine boert namelijk alleen als hij (veel) lucht hapt of inslikt tijdens het drinken. Daarnaast duurt het soms even voordat een boertje omhoogkomt, dit kan tot wel dertig minuten duren.
Een baby heeft baat bij het laten van een boertje wanneer er lucht in zijn maag zit. Deze lucht komt vaak mee tijdens het drinken van borstvoeding of flesvoeding. Je baby weet namelijk nog niet zo goed hoe hij kan ademen en drinken tegelijk. Daarom laten ouders hun baby vaak na het drinken een boertje laten.
Houd je baby rechtop (met de buik tegen de borst of net over je schouder). Zorg dat je baby niet te snel drinkt. Zorg dat je af en toe een pauze neemt tijdens de voeding.
Onze onderzoeken onder baby's in de leeftijd van een tot zes maanden die uitsluitend borstvoeding kregen, toonden aan dat ze doorgaans tussen de vier en dertien keer per dag aan de borst dronken, waarbij een voedingssessie tussen de twaalf minuten en bijna een uur duurde.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Uw baby mag zo lang en zo vaak drinken als hij of zij zelf wil. Als u de eerste dagen zo'n acht tot twaalf voedingen per dag geeft en uw baby goed drinkt, heeft uw baby waarschijnlijk genoeg.
Zodra je baby het 3 minuten volhoudt, kun je gaan uitbreiden naar 5 minuten. Zodra je baby 3 of 4 maanden oud is, is het ideaal als je baby zo'n 20 tot 30 minuten op zijn buikje kan liggen.
Te snel drinken kan leiden tot krampjes. Bovendien leert je baby niet meer om goed naar zijn/haar eigen verzadigingssignalen te luisteren en kan je baby wellicht minder goed aanvoelen wanneer hij/zij vol zit. Ook kan het zijn dat de zuigbehoefte na zo'n korte voeding nog niet bevredigd is.
3 goede manieren om je baby te laten boeren:
Houd je kindje vast in een verticale of een voorover liggende houding. Niet schudden of hard kloppen, maar stil houden en zachtjes wrijven over de rug of zachtjes kloppen tegen de luier.
In de wereld van de baby's mag er al een boertje worden gelaten en wordt dit zelfs gestimuleerd! Waarom? Omdat hij op die manier de lucht die hij naar binnen heeft gehapt tijdens het drinken kan laten ontsnappen. En dus geen last heeft van de krampjes die het leven van de zuigelingen zuur kunnen maken.
Houd je baby vast en laat hem boeren.
Verplaats je baby langzaam naar je toe, zodat hij niet wakker wordt. Laat het hoofd of de kin van je baby op je schouder rusten en houd met een hand hun billen vast, zodat ze niet wegglijden. Leg je andere hand op de rug en tik dan rustig om het boeren te helpen.
Het beste is om bij de eerste slaapsignalen uw baby wakker in zijn bedje te leggen en niet op schoot (bij uzelf of bij bezoek) of in de box te laten slapen. Als u uw baby steeds wakker in zijn eigen bed legt in een rustige kamer, went hij aan deze regelmaat en valt hij gemakkelijk in slaap.
Houd je baby rechtop tegen je aan en laat zijn kinnetje op je schouder rusten; wrijf zachtjes over zijn ruggetje of klop er zachtjes op. Wees geduldig, het kan wel een paar minuten duren voordat hij een boer laat.
Pasgeboren baby's tot en met 4 weken mogen 3 tot 4 uur slapen zonder voeding. Tussen de 4 en 12 weken kun je jouw baby gerust door laten slapen als hij of zij geen signalen afgeeft of vanzelf wakker wordt. Tussen de 12 en 24 weken heeft een kindje 5 tot 7 uur rust nodig na elke voedingsbeurt.
Wakker in bed leggen Het is erg belangrijk dat u uw baby wakker in bed legt. Een baby die daaraan gewend is, kent het bed als een vertrouwde plek waar hij mag slapen. Hij zal zich tevreden in bed laten leggen en zich snel overgeven aan de slaap, nadat hij aangaf moe te zijn.
Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken. Het is aangeraden water maximaal 2 à 3 dagen in de koelkast (voorkeur HGR) te bewaren.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Krampjes zijn heel normaal, maar zijn wel vervelend voor je baby. Met name in de eerste weken hebben baby's vaak last van krampjes in de avonduren. De piek van de darmkrampjes ligt bij de 6 tot 8 weken, daarna merk je dat het minder wordt. Na drie tot vier maanden gaan de krampjes meestal vanzelf over.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Voeden op verzoek houdt in dat je voeding geeft op het moment dat je baby signalen afgeeft dat dat hij/zij honger heeft. Op dat moment geef je de borst of de fles. Ook geef je net zolang voeding tot je kindje aangeeft genoeg gehad te hebben.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Als je kort voedt, voedingen overslaat of het lastig vindt om de hongersignalen van je baby te herkennen, kan je productie ook teruglopen. Een baby die te weinig voeding krijgt, kan: Zwak huilen. Veel slapen en zich niet zelf melden voor een volgende voeding.