Leg een houten lepel op je pan. De houten lepel zorgt ervoor dat het water in de pan niet overkookt. Bezoekster Kim had ook nog een handige tip om overkoken te voorkomen, namelijk een klontje boter toevoegen aan het kookwater, gelijk bij het opzetten van de pan met water en niet als het water al kookt.
Water bereikt zijn kookpunt als de dampdruk even groot is als de atmosferische druk. Dat klinkt misschien nog een beetje ingewikkeld. Denk je in dat je een pannetje op het vuur zet. Als het water kookt, dan zie je dat er damp vanaf komt.
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Waarom is het kookwater van pasta zo'n kostbaar goedje? Wel, pastawater zit vol restjes zout en zetmeel van de pasta die je erin kookte. Als je dat water toevoegt aan de pan waarin je je pasta afwerkt én waarin zich een vet – olijfolie of boter – bevindt, ontstaat er een emulsificatie (of culinaire magie).
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Nooit meer water laten overkoken
Om te vermijden dat je pastawater overkookt, leg je een houten lepel over de kookpot heen terwijl het water kookt. Ja, zo simpel is het! Hout is namelijk een materiaal dat warmte niet goed geleidt waardoor de bubbels kokend water die het hout raken, barsten.
Het koude water moet eerst opwarmen voordat het even warm is als het water dat uit je warme kraan komt. Dat kost tijd, en dus is koud water aan de kook brengen niet sneller. Koud water kan het warme water niet inhalen.
Om te kunnen bevriezen, moeten watermoleculen ergens een beginnetje van een ijskristal maken. In superschoon water gaat dat heel moeilijk, en dat bevriest daarom pas rond de min 40 graden (het smelt altijd bij nul graden). Water dat bij temperaturen onder het vriespunt nog vloeibaar is, wordt onderkoeld water genoemd.
Maar het kan ook zonder overkoken, zeer eenvoudig! Leg een houten lepel of spatel over de pan heen als het water kookt en je zult zien dat het niet overkookt. De reden dat het water niet meer overkookt is dat de belletjes barsten waar ze het hout van de lepel raken doordat het hout de wand van de belletjes breekt.
Want of u het water in een waterkoker kookt of in een pan, het kookt altijd bij 100 graden. Het is eenvoudig te zien of het kookt of niet, want dat ontstaan er luchtbelletjes (belletjes met stoom). Dus als het borrelt is het gekookt.
Breng groente of aardappelen met 1 tot 2 centimeter water aan de kook met een deksel op de pan. Groente en aardappelen hoeven dus niet helemaal onder water te staan om gaar te worden! Voor bladgroenten zoals spinazie is helemaal geen extra water nodig.
Bij het koken van ons pannetje melk gebeurt dit aan het grensvlak vloeistof-lucht; hierdoor ontstaat het vel, dat ook nog wat vet en caseïne insluit. De oorzaak van het overkoken is dus het vel, dat ontstaat doordat vele eiwitten boven 70oC na korte of lange tijd denatureren.
Zet ze half onder water en kook ze 15-20 minuten. Check met een vork of scherp mes na 15 minuten of ze bijna gaar zijn. Zo niet, laat ze steeds een minuut extra koken.
Je moet de kosten van het benodigde gas berekenen, hoeveel kost warm water uit de kraan en hoe groen is het allemaal? Maar uit verschillende bronnen blijkt toch dat een waterkoker het dichtst in de buurt van groen en goedkoop komt.
Warm water om te koken
Maar wist je dat dat eigenlijk helemaal niet gezond is? Wanneer water opgewarmd is door de boiler, verliest het namelijk heel wat zuurstof. Daardoor ontstaat er ruimte voor giftige bestanddelen, bacteriën en metalen. Je mag het dan ook niet meer als drinkwater beschouwen.
Het is beter om water op te warmen met de waterkoker of op het gasfornuis. Waterleidingen zijn gemaakt van metalen zoals koper, lood of cadmium. Deze stoffen lossen op in warm water en komen dus mee uit de kraan. Dit is niet goed voor de gezondheid.
Pasta moet je nooit samen met koud water aan de kook brengen, maar altijd pas toevoegen als het water goed aan de kook is. Daar is een uitstekende reden voor: pasta neemt in koud water weliswaar water op, maar het gaart niet. Het resultaat: een slappe, papperige pasta.
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Tijdens het pasta koken kun je het beste geen deksel op de pan doen. Het deksel zorgt er vaak voor dat het water gaat schuimen en dat er water over de rand van de pan heen loopt. Ook heb je net kunnen lezen dat je de pasta goed in beweging moet houden, zonder deksel gaat dit natuurlijk ook een stuk makkelijker!
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
Ook pasta kun je koken in een waterkoker. Dit gaat vooral goed met waterkokers zonder metalen spiraal op de bodem (hier koekt de pasta snel aan vast). Doe de pasta in de koker en vul hem aan met water. Per 100 gram pasta volstaat ongeveer 1 liter water.
“Als je aardappelen meteen in kokend water legt heb je de kans dat de buitenkant te snel gaar wordt, terwijl de kern nog niet mee opgewarmd is. Met koud water voorkom je dus dat de ze oneven gaar worden.” Snijd de aardappels in gelijke stukken en kook ze in 15 tot 20 minuten gaar, afhankelijk van de grootte.