Narcis kwekenPlant narcissenbollen in de herfst in vochtige maar goed gedraineerde grond in de volle zon. Ze doen het goed met andere voorjaarsbloemen, waaronder muurbloemen en primula's, en zijn perfect voor een voorjaarspot. Plant je ze in de vollegrond, plant dan eerst de planten en daarna pas de bollen.
Narcissen vermeerderen
De beste manier om narcissen te vermeerderen, is door de bollen uit te graven en te verdelen als ze niet meer actief zijn.
Zaaien is alleen mogelijk en zinvol voor botanische wilde soorten. Bij het zaaien is geduld vereist, want het kan zeven jaar duren voor de eerste bloei. Narcissen hebben geen winterbescherming nodig. Op enkele uitzonderingen na zijn bijna alle rassen voldoende vorstbestendig op onze breedtegraden.
Narcissen rooien en opnieuw planten
Als je je narcissen niet wilt laten verwilderen, kan je ze ook uit de grond halen. Op deze manier kan je ze het volgende jaar op een andere plek in je tuin plaatsen. Laat ook in dit geval het blad en de steel helemaal geel worden voordat je ze rooit.
Wat moet ik doen als mijn narcissen zijn uitgebloeid? Als narcissen zijn uitgebloeid laat je ze lekker staan.Laat het loof volledig afsterven tot het een geel of bruine kleur heeft.Dan kan je de afgestorven bladeren en stelen afknippen.
Dat komt omdat narcissen geschikt zijn om te verwilderen. Dit betekent dat de bollen elk jaar terugkomen en na de bloei zelfs ondergronds nieuwe bollen vormen. Dit betekent dat narcissen niet alleen elk jaar terugkomen, maar zich ook voortplanten. Vaak wordt de bloei wel elk jaar steeds iets minder.
Toch bevelen wij het niet aan om de bollen in te grond te laten. Wanneer je tulpen in de grond laat zitten er namelijk kans is dat er schimmels en ziektes ontwikkelen. Dit is slecht voor de bol maar ook voor de vruchtbaarheid van de grond.
Blauwe druifjes, narcissen en tulpen. De voorjaarsbollen hebben afgelopen weken menig huiskamer versierd. Nu het seizoen op zijn eind loopt, zijn de bloemen ook uitgebloeid. De meeste mensen gooien de bollen dan meteen in de prullenbak, maar dat hoeft niet: je kunt ze prima bewaren voor volgend jaar.
Samen met andere vroegbloeiers (zoals tulpen) zijn narcissen ideaal als je je tuin in het voorjaar wat kleur wilt geven. Zelfs als je geen tuin hebt, hoef je niks te missen : in veel kwekerijen en zelfs in supermarkten kan je narcissen in potten aankopen.Zo kan je ook binnenshuis genieten van de prachtige kleuren.
Niet te vroeg maaien
Wilde narcissen slaan - net als alle bolgewassen - energie op in hun bol. Na de bloei moet de plant afsterven, pas daarna mag je ze maaien. De narcissen verspreiden zich door zaad.
Vegetatieve vermeerdering wordt het meest toegepast: broedbollen, zijbollen, spanen, schubben, stekken, kralen, klisters of hollen. Alleen via vegetatieve vermeerdering is het mogelijk een nieuwe partij bloembollen te telen met hetzelfde uiterlijk en eigenschappen als de oorspronkelijke plant.
Nog narcissen, hyacinten of andere voorjaarsbollen te planten? Het kan nog de hele maand.
De loof kan je van de bollen verwijderen door deze met een scherpe en schone snoeischaar af te knippen. De bollen van de narcis kun je het beste bewaren op een droge plaats. Op deze manier kunnen de bollen drogen en in het najaar weer terug de tuin in.
Narcissen kunnen lijden aan iets wat Britten 'blindness' noemen. Dan produceren ze gezonde bladeren, maar komen ze niet tot bloei. Er zijn verschillende redenen waarom dit kan gebeuren, waaronder slechte grond, schaduw en te veel bollen te dicht op elkaar.
Graaf een gat voor een groep bloembollen of meerdere individuele gaten voor het planten van enkele bloembollen. De grootte van de bloembol bepaalt hoe diep je moet planten. Grote (5 cm en groter) plant je 15 cm diep en kleine (2,5 - 5 cm) 7 tot 10 cm diep. Zet de bloembollen zachtjes in de grond met de punt naar boven.
Verwilderingsbollen zoals lenteklokjes, krokussen, narcissen, sneeuwklokjes en sterhyacinten, lijken een beetje op meerjarige bollen. Je hoeft ze ook maar een enkele keer te planten en dan komen ze ieder jaar terug. Daarbovenop vermeerderen deze bollen zich ook, zonder dat je er iets aan hoeft te doen.
Voor een goede beworteling is het van belang dat de grond luchtig is en niet lang nat blijft (drainage). Te natte grond zorgt dat de bollen verstikken en verrotten. Bloembollen prefereren in het algemeen een licht humeuze grond. Zware (klei) grond kan verschraald worden met scherp zand (3 delen zand op 1 deel klei).
Tulpen zijn bollen die je gemakkelijk kunt vermeerderen. Als je de bollen in de zomer uit de grond haalt kun je aan de onderkant van de bol kleine bolletjes zien zitten. Dit zijn bloembollen in de maak. Deze kun je losmaken van de 'moeder tulpenbol'.
Bloembollen houden niet van veel nattigheid, want dan is de kans op rotten groot. Zijn de bollen helemaal netjes en droog? Dan kan je ze het beste in krantenpapier wikkelen en ze op een droge, koele plek bewaren. Doe dit liever niet op de grond, maar bijvoorbeeld in een kast.
Bollen pellen
Na het rooien pelt men de bollen door de kleine broedbolletjes onder de bollen te verwijderen. Deze broedbolletjes kun je net als de volwassen bloembollen bewaren en het volgende jaar opnieuw planten. Je zult zien dat deze bollen ieder jaar een stukje groeien en zich uiteindelijk ook gaan vermeerderen.
Om ervoor te zorgen dat de narcis elk jaar terug blijft komen, moet u hem op de meest gunstige plek in uw tuin planten. Zoals veel bloembollen staat de narcis het liefst in de zon. Zes uur zonlicht per dag zorgt ervoor dat de narcis, ook na de bloei, weer kan gaan werken aan het ontwikkelen van nieuwe bloemen.
Als blauwe druifjes uitgebloeid zijn kan je ze gewoon in de grond laten zitten.
Je mag de bollen van je uitgebloeide tulpen in de grond laten tot de bladeren bruin kleuren en de planten zijn bestorven. Dat is ongeveer eind mei. Vanaf dat moment ga je de bollen van je uitgebloeide tulpen uitgraven ('rooien' zoals de kwekers zeggen).