Er zijn verschillende oorzaken van slissen of lispelen. De tong wordt bijvoorbeeld naar voren tussen de tanden geduwd waardoor een onzuivere [s] wordt gehoord. Soms wordt ook bij andere klanken de tong naar voren geduwd, zoals de [t] en de [d]. De tong kan zijwaarts breed tussen de zijtanden of kiezen worden geschoven.
Dit kan komen door te slappe tongspieren, te weinig beheersing van de tongmotoriek of het verkeerd aanleren van tongklanken. Slissen wordt soms veroorzaakt door duimen. Vaak ontstaat dit op jonge leeftijd tijdens de spraakontwikkeling, maar slissen kan op alle leeftijden voorkomen.
Onder fonetische stoornissen verstaan we o.a. slissen, lispelen, interdentaliteit (met de tong tussen de tanden spreken) en nasaliteitsstoornissen (spraak klinkt te veel of juist te weinig door de neus). Slissen gaat dikwijls samen met afwijkende mondgewoonten, zoals duim- en vingerzuigen.
Behandeling van slissen en lispelen
Afhankelijk van de gevonden oorzaken zal de logopedist oefenen met de juiste plaatsing van de tong in de mond ipv buiten de mond. Meestal zal er eerst geoefend worden met een correcte tongplaatsing bij het slikken en lipversterkende oefeningen.
Slissen wordt ook wel lispelen genoemd. Het is een vorm van spraakgebrek dat zich vaak al op jonge leeftijd ontwikkelt. Het is een spraakgebrek waar bij het praten de tong naar voren tussen de tanden wordt gestoken. De tong kan ook zijwaarts breed tussen tanden of kiezen worden gestoken.
De tong kan zijwaarts breed tussen de zijtanden of kiezen worden geschoven. Ook dan ontstaat een onzuiver [s]-geluid. Kinderen of volwassenen met een open beet, bij wie er te veel ruimte is tussen de onder- en boventanden, zullen hun tong vaak tussen de opening van de tanden duwen. Je hoort dan een foutieve [s].
Wanneer je kind 3 jaar is zou het alle klanken goed uit moeten spreken en bij 4 jaar spreekt het verstaanbaar voor buitenstaanders. De /r/ is een uitzondering, die verwerf je als laatste.
Dat doe je zo: Duw met je duim achter je boventanden op de ribbeltjes • Leg het puntje van je tong op dit plekje • Zeg een aantal keer d (spreek uit: duh en niet dee). Bij de d beweegt je tongpunt, maar je lippen bewegen niet. Als je je tong in de goede positie hebt gebracht, kun je met de klanken gaan oefenen.
Dat gebeurt als je je tong tussen je zijtanden of kiezen laat gaan als je de s-klank wil maken. Het klinkt dan een beetje alsof er net iets te veel speeksel in je mond zit om te praten. Een beetje zoals Sylvester, een personage uit de Looney Tunes.
Gebitscorrectie (operatief of met een beugel) heeft in het geval van de open beet of scheefstand van tanden alleen effect als het slissen wordt afgeleerd. Door de druk van de tong tegen de tanden, zal het gebit in rap tempo weer scheef gaan staan.
Een overbeet kan behandeld worden door middel van een beugel. Als dit niet helemaal lukt omdat de stand van de boven- en/of onderkaak afwijkt, kan de overbeet behandeld worden met een chirurgische kaakcorrectie.
Bij slissen of lispelen wordt de /s/ verkeerd uitgesproken. Door te slappe tongspieren of te weinig beheersing van de tongmotoriek klinkt de /s/ onzuiver.
Broddelen is een spraakstoornis die voorkomt dat je vloeiend spreekt. Vaak is er sprake van snel en onverstaanbaar praten, of juist van spreken met een wisselend tempo. Het gaat mis omdat de organisatie van spraak- en taal in de hersenen niet goed gaat.
De wijze van diagnose van een spraakstoornis hangt af van het type spraakstoornis (stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...). In de meeste gevallen zal een logopedist en/of arts betrokken zijn bij de diagnosestelling.
Een verbale ontwikkelingsdyspraxie (VOD), ook wel spraak- ontwikkelingsdyspraxie (SOD) genoemd, is een (uit)spraakstoornis. Je kind ondervindt: moeite met het plannen, programmeren, coördineren en controleren van de spraakbewegingen (tong, lippen en kaken).
Een fonetische stoornis is een stoornis waarbij het kind de klank kan maken, en ook deze klank bedoelt, maar de klank technisch niet goed maakt, en dus vervormt. Bij een fonetische articulatiestoornis worden klanken technisch niet goed gevormd. De verstaanbaarheid wordt daardoor slechter.
Spreken vraagt een zeer fijne coördinatie; als deze coördinatie niet meer goed wordt aangestuurd door de hersenen, kun je dit horen in de spraak. Dit kan klinken als 'spreken met een dubbele tong'. Problemen met spreken kunnen ook ontstaan door een te hoge spierspanning in het mond- en keelgebied.
Oorzaak spraakproblemen
Dit kan komen door: Problemen met de spraakontwikkeling door gehoorproblemen of door veel duim- of speen zuigen. Een stembandaandoening. Een te grote neusamandel.
Logopedisten behandelen aandoeningen op het gebied van persoonlijke communicatie, stem, taal, spraak, gehoor en slikken.
Baby's komen in principe enkel in uitzonderlijke gevallen in aanmerking voor de logopedist (bijvoorbeeld bij ernstige aangeboren gehoorstoornissen of kinderen met hersenverlamming). Omdat in dat geval een arts je dan zeker doorverwijst, beginnen we meteen met de leeftijd van ongeveer 1 jaar oud.
Als beide ouders dus zo'n tongpunt-r of alveolaire tril uitspreken, dan zal een kind van die ouders dat ook doen. Die tongpunt-r is geen heel makkelijk te vormen klank.
Maaike Hebbrecht, logopediste: “In de Nederlandse taal is de letter 'r', samen met de 's', technisch gezien een van de moeilijkere klanken. We zien dan ook dat kinderen daar de meeste problemen mee hebben. De reden dat de 'r' zo moeilijk uit te spreken is, heeft te maken met de articulatiewijze.
Laat uw kind een klein beetje water in de mond nemen, hoofd iets achterover doen en dan zachtjes gorgelen. Gebruik, als het goed gaat, iedere keer steeds minder water bij het gorgelen. 3. Laat uw kind gorgelen, het water doorslikken en daarna direct met dezelfde beweging van de huig, de huig /R/ maken .