In dit voorbeeld gaan we uit van een bestelbus met een aanschafprijs van 20.000 euro, een restwaarde van 7.500 euro en een vermoedelijke gebruiksduur van 7 jaar. Als we deze gegevens in de formule invullen, krijgen we de volgende rekensom: (20.000 – 7.500)/ 7 = 1785 euro.
De restwaarde is het verschil tussen de aanschafkosten en de kosten van afschrijving. De formule: Aanschafwaarde – de afschrijvingskosten per jaar (x het aantal jaar) = restwaarde.
De formule voor deze berekening van de afschrijving luidt: afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) : vermoedelijke gebruiksduur. U koopt een machine. De aanschafprijs bedraagt € 30.000, de vermoedelijke gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde na 10 jaar is € 5.000.
De restwaarde is de waarde van een product aan het eind van de levensduur. Deze gebruik je om te berekenen wat je per jaar moet afschrijven voor een bepaald bedrijfsmiddel.
De restwaarde helpt om te berekenen hoeveel er per jaar moet worden afgeschreven op een bedrijfsmiddel. Door elk jaar een gedeelte van de aanschafwaarde af te schrijven, kan aan het einde van de levensduur het product mogelijk worden vervangen.
Vanaf 1 januari 2007 bent u verplicht om af te schrijven over minimaal 5 jaar zonder rekening te hoeven houden met een restwaarde, jaarlijks dus 20% van de aanschafprijs.
Feitelijk is de restwaarde van een pand de waarde die aan het einde van de gebruiksduur aan het pand kan worden toegerekend. Als voorbeeld wordt vaak de sloopwaarde genoemd. De restwaarde van onroerend goed is dát deel van de historische kosten dat niet wordt afgeschreven, zoals grond.
De achterliggende formule komt neer op Afschrijving = (kosten – restwaarde) x (rest levensduur in jaren / som van de jaren). Als argumenten gebruikt SYD de aanschafkosten, restwaarde, levensduur activa en de termijn en de syntaxis is dus SYD(kosten;restwaarde;duur;termijn).
Je auto kostte je nieuw 32.000 euro. Na vijf jaar krijg je er nog 14.000 euro voor terug. Je afschrijving is dus 32.000 –14.000 euro is 18.000 euro. Per jaar is dat 3.600 euro.
Dus veruit de meeste autoverzekeraars spreken van 'volledig economisch verlies' als de herstelkosten van een auto méér dan twee derde bedragen van hetgeen de auto direct vóór het ongeval waard was. Is jouw auto technisch total loss, dan heb je recht op de dagwaarde.
Een laptop van 5 jaar oud is verouderd en daardoor economisch gezien niets meer waard. De restwaarde van uw laptop is € 0. U mag per jaar maximaal 20% van de aanschafprijs afschrijven. Voor uw laptop is dat 20/100*€ 1.000 = € 200.
De meeste ondernemers schrijven hun auto of bestelbus in vijf jaar af. Dat is de maximale afschrijvingstermijn die de belastingdienst stelt. Het voertuig wordt in vijf gelijke stappen (dus 20 procent per jaar) afgeschreven. Lineair afschrijven heet dat.
Je kunt de boekwaarde berekenen met een formule. Je neemt dan de aanschafwaarde minus de afschrijvingen en je vermenigvuldig dit met het aantal jaren. Vaak wordt de boekwaarde verwart met de restwaarde. De restwaarde is een bedrag oftewel waarde wat een activa nog opbrengt na de afschrijvingsperiode.
Jaarlijkse afschrijving: over het algemeen verliest een populaire auto al 25% van zijn waarde in het eerste jaar. Vervolgens verliest hij 18% van de resterende waarde tijdens het tweede jaar, daarna 15%, 12% en uiteindelijk nog eens 10% per jaar.
De dagwaarde is het bedrag dat uw auto vandaag waard is. Of het bedrag dat uw auto vlak voor de schade of diefstal waard was. De dagwaarde is dus niet het bedrag waarvoor u uw auto kocht. De auto dagwaarde hangt onder andere af van het bouwjaar, aantal gereden kilometers, onderhoud en accessoires.
De cataloguswaarde is de prijs die je betaalt voor de nieuwe auto inclusief btw, bpm en accessoires. Op het moment dat kenteken deel 1 wordt afgegeven heeft je auto de cataloguswaarde. Deze waarde wordt over het algemeen door de verzekeraar gebruikt om de hoogte van de premie vast te stellen.
Gemiddelde waardedaling
Uit een onderzoek naar waardevermindering onder occasions van Business Insider blijkt dat de gemiddelde occasion 7 jaar oud is en gemiddeld 12,5% per jaar in waarde was gedaald. Het betreft een gemiddeld percentage, hou er rekening mee dat de afschrijving in de eerste jaren sneller gaat.
Is de termijn van 5 jaar verstreken, gaat vanaf dat moment het dan geldende bijtellingspercentage voor de auto in kwestie gelden. Heb jij bijvoorbeeld een plugin hybrid die op 1 november 2015 op kenteken is gezet, dan krijg jij vanaf 1 december 2020 te maken met een bijtelling van 22%!
Je trekt de restwaarde van de aanschafwaarde af en deelt dit door het aantal verwachte jaren dat je de auto gebruikt. €16.000 - €7.000 : 6 = €1.500 euro afschrijving per jaar. De gemiddelde afschrijving per jaar kun je uitdrukken in euro's of je kunt het omrekenen naar procenten.
De berekening van NHW is gebaseerd op toekomstige cashflows. Als de eerste cashflow aan het begin van de eerste termijn plaatsvindt, moet de eerste waarde worden opgeteld bij het resultaat van NHW, en niet als waarde-argument worden opgegeven.
Degressieve afschrijving is mogelijk voor alle belastingplichtigen die de aftrek van hun werkelijke beroepskosten vragen. Het stelsel van de degressieve afschrijvingen moet toegepast worden vanaf het jaar waarin het goed is verkregen of tot stand gebracht.
U moet rekening houden met een restwaarde van het pand. Dit is de waarde die het pand heeft aan het einde van de gebruiksduur. U mag niet afschrijven over grond.
Niet afschrijfbaar
In tegenstelling tot vastgoed zijn gronden en terreinen niet aftrekbaar, zelfs niet in een vennootschap. Een afschrijving is immers een compensatie voor slijtage en gronden kunnen niet afslijten.
Een normaal gebouw mag u afschrijven tot aan de WOZ-waarde (bodemwaarde). Als u het gebouw zelf gebruikt, mag u tot 50% van de WOZ-waarde afschrijven. Veelal wordt er in 20 - 30 jaar afgeschreven. Vanaf 2019 is de wetgeving aangepast, afschrijving is mogelijk tot 100% van de bodemwaarde.