Schrijf de coördinaten van het punt op als (x,y). Vul de x- en y-coördinaten van het punt in de vergelijking van de grafiek in.Als de vergelijking waar is wanneer je de coördinaten van het punt invult, dan ligt het punt op de grafiek. Als de vergelijking niet waar is, ligt het punt niet op de grafiek.
Een punt is eigenlijk een set van coördinaten. Deze coördinaten vertellen je waar het punt zich bevindt op de grafiek of in een assenstelsel. De eerste coördinaat is de x-coördinaat en de tweede is de y-coördinaat.
In de meetkunde, de topologie en andere, gerelateerde, takken van de wiskunde duidt een punt een specifieke positie binnen een ruimte aan. Een punt heeft geen afmetingen, dus geen lengte, oppervlakte of volume.
Het hoogste punt van een grafiek wordt meestal de piek genoemd, terwijl het laagste punt vaak het dal wordt genoemd.
De combinaties punt aan de lijn en punt andere lijn zijn standaardtaal in België. Beide combinaties betekenen 'discussie gesloten'. Standaardtaal in het hele taalgebied is punt uit.
Een lineaire formule is een formule die een rechte lijn wordt, zoals bijvoorbeeld: a = 3x + 5. Als je een lineaire formule zou plotten in een grafiek dan is het altijd een rechte lijn! Een lineaire formule is één die evenredig (dus continu met een rechte lijn) toeneemt of afneemt.
Het deel van een grafiek is stijgend als de lijn van het deel omhoog loopt.Het deel van een grafiek is dalend als de lijn van het deel naar beneden loopt. Het deel van een grafiek is constant als de lijn van het deel recht, dus horizontaal loopt.
Hoe groter de richtingscoëfficiënt, hoe steiler de lijn. Een richtingscoëfficiënt wordt ook wel het hellingsgetal of gemiddelde verandering genoemd.
Een lineair verband is een relatie die continu toe- of afneemt. Dit houdt in dat bij dezelfde stapgrootte in de x-richting dezelfde hoeveelheid toe- of afneemt in de y-richting. Als de grafiek een lineaire relatie heeft, is het een rechte lijn met een bijbehorende lineaire functie.
Om te weten of een punt op een rechte ligt, moeten we geen grafiek maken. We vullen enkel de coördinaten in:- Krijgen we een gelijkheid, dan ligt het punt op de rechte. - Krijgen we geen gelijkheid, dan ligt het punt niet op de rechte.
Coördinaten opgeven om een plaats te vinden
Decimale graden (DD): 41.40338, 2.17403. Graden, minuten en seconden (DMS): 41°24'12.2"N 2°10'26.5"E. Graden en decimale minuten (DMM): 41 24.2028, 2 10.4418.
Door een coördinatenstelsel wordt een vlak of (algemener) een ruimte zo ingedeeld, dat de plaats van ieder punt in dat vlak of die ruimte eenduidig wordt bepaald door een aantal getallen, die coördinaten van dat punt heten. -coördinaat beide groter zijn dan 0, heet het 1e kwadrant.
Een lineaire functie schrijf je als f(x)=ax+b (of y=ax+b). A is de richtingscoëfficiënt (rico). A bepaalt namelijk de richting van de rechte. B is het snijpunt met de y-as.
Als we van een lineaire functie een grafiek maken is dat altijd een rechte lijn. Uit een grafiek kunnen we de onderdelen herkennen en de functie opstellen. De a, de richtingscoëfficiënt, bepaalt hoe de grafiek loopt. Hoe verder a afzit van 0, hoe steiler de grafiek loopt.
De algemene formule voor een lineair verband is y = a·x + b. Dus de opdracht wordt: Zoek de getallen a en b. a is het hellingsgetal of richtingscoëfficient. Deze kun je vinden door de verandering van y te delen door de verandering van x.
Punt. Aan het eind van een zin schrijf je een punt. Er komt geen spatie vóór de punt. Als je na de punt op dezelfde regel verdergaat, komt er een spatie tussen de punt en het volgende woord.
Een punt is een leesteken waarmee je het einde van een zin aangeeft. Verder gebruik je een punt in getallen, tijdsaanduidingen en afkortingen.
(Hiermee is de zaak afgedaan!)
Uitdaging. Een grafiek met een machtsfunctie kan een top of een symmetrie punt hebben. Als de grafiek een top heeft is het een hoogste of een laagste punt in de grafiek.
Een bergparabool heeft een hoogste punt, de top. Bijvoorbeeld: y = -3x2 + 5x + 2. Als er een positief getal voor x2 staat in een kwadratische formule is de grafiek een dalparabool. Een dalparabool heeft een laagste punt, dit noemen we ook de top.