Irritant en luidruchtig doen. Maak je broer of zus 's ochtends vroeg wakker met een hard geluid. Sluip als hij of zij nog niet wakker is de slaapkamer binnen en ga dicht bij zijn of haar oor staan. Klap vervolgens in je handen of schreeuw om hem of haar wakker te maken.
Je bent kwaad op je broer of zus, omdat hij/zij onbetrouwbaar is of omdat hij/zij jullie ouders zoveel verdriet en pijn doet. Boos zijn is geen probleem, het gaat erom hoe je hiermee omgaat. Probeer niet uit te barsten. Neem afstand van de situatie en probeer er later, op een rustig moment, opnieuw op terug te komen.
Praat met je ouders of voogden.
Benader je ouders of voogden en vertel hen wat er aan de hand is, vooral als jij en je broer of zus nog thuis wonen. Laat ze weten dat wat ze zien meer is dan alleen maar rivaliteit tussen broers en zussen, en dat je hulp wilt bij het omgaan met de agressie van je broertje en zusje.
Dan geef je aandacht voor positief gedrag, in plaats van alleen aandacht te geven bij negatief gedrag zoals ruzie. Dat betekent overigens niet dat ruzie maken niet mag of niet goed is. Als ze het maar goed kunnen uitpraten. Praat met elkaar over het pesten.
Hoe gek dat ook klinkt: broers en zussen vormen altijd een 'natuurlijke bedreiging' voor elkaar. Dat komt doordat ze elk afzonderlijk verlangen naar de exclusieve aandacht van hun beide ouders. Ze zijn bang dat zij net wat minder liefde of aandacht zullen krijgen dan de ander.
Voor een leuke dag met je broer of zus hoef je er niet eens per se op uit. Er is ook thuis genoeg te doen samen. Ga samen met je broer of zus eens de keuken in en ga lekker bakken. Een dagje samen koekjes bakken en versieren is altijd een succes.
In 67 procent van die gevallen ging het om broers en zussen. Ze verbraken het contact vaak na een ruzie (48 procent) of nadat beide ouders waren overleden (17 procent). Een snel rekensommetje levert op dat een kwart van de mensen een broer of zus heeft die hij niet meer ziet. Dat lijkt nogal veel.
Want samen met je papa of mama stoeien of vechten, is eigenlijk een motorische boost voor je kind. Door te stoeien ontwikkel je al je motorische vaardigheden. Je ziet dan ook dat kinderen dat al lachend doen. Voor hen is vechten lachen.
Volgens Van den Eerenbeemt kun je bovendien nooit definitief breken met je familie. "Het zijn gegeven relaties, die je niet kiest. Broers en zussen horen bij je, ze zijn het merg van je bot, zoals een Surinaamse uitdrukking zo mooi luidt.
Cijfers over hoeveel mensen breken met een familielid zijn er nauwelijks. Volgens een onderzoek van het Netwerk Notarissen in 2014 zou 38 procent van de Nederlanders geen contact meer hebben met één of meer familieleden. In 67 procent van die gevallen ging het om broers en zussen.
Kindermishandeling gaat niet altijd om zichtbare schade, zoals blauwe plekken of brandwonden. Ook zonder dat je het ziet kan er sprake zijn van een vorm van kindermishandeling. Denk dan aan: schreeuwen, kleineren of bang maken.
Wanneer de band met je ouders of familie jou (emotionele) schade oplevert, of ervoor zorgt dat jij je niet op een gezonde manier kunt ontwikkelen, kan het, in sommige gevallen raadzaam zijn te breken met je ouders (of familie). Dit is een ingrijpend proces en aan zo 'n beslissing gaat heel veel vooraf.
Een zuster of zus is een vrouwelijk familielid, bij wie de verwantschap gelegen is in het gemeen hebben van een moeder én vader.
De resultaten tonen aan dat het er best geregeld bovenarms opzit in de huisgezinnen. De doorsnee ouder gaat per jaar gemiddeld 2.184 keer met zoon- of dochterlief in de clinch. Omgerekend komt het neer op 182 ruzies per maand, 42 per week, of zes per dag. En elke ruzie duurt gemiddeld acht minuten.
Je kind wordt boos uit frustratie. Er grenzen opgelegd worden, waar je kind het niet mee eens is. Iemand iets over hem/haar gezegd heeft, waardoor hij zich gekwetst, beledigd, afgewezen of gekleineerd voelt. Het zich niet serieus genomen voelt.
Het enige wat een boos kind nodig heeft tijdens en/of na een woede-uitbarsting is aandacht. Praten over de woede-uitbarsting is (nog) niet mogelijk voor jonge kinderen, dus de beste manier is aandacht in de fysieke vorm; knuffelen, stoeien, samen lachen.
Ga niet meer lopen oplossen en redderen voor dat andere familielid, maar bespreek met die persoon wat hij/zij er zelf aan kan doen. Meedenken mag, maar je neemt geen verantwoordelijkheid meer voor acties en keuzes. Stap uit jouw rol. Loslaten is niet onverschillig worden, is niet jezelf afsluiten.
Misschien kunt u eens proberen haar gerust te stellen door iets aardigs te zeggen? Zie dit als een aanpassingsproces dat zijn tijd nodig heeft. Trek niet te snel conclusies. Verander uw gedrag tegenover uw broer niet; blijf hem en zijn vrouw met dezelfde frequentie zien, dan kunt u aan elkaar wennen.
Een broer-zus relatie wordt vaak vergeleken met 'een sleur'. De dagen beginnen op elkaar te lijken. Je zit vaak 's avonds samen op de bank televisie te kijken, in je comfortabele huiskleding. Moe van het werk, niet per se de behoefte om eens even een potje te gaan zoenen met je vriend of vriendin.