Nadat je jouw argumenten hebt samengevat, herhaal je jouw standpunt.Je standpunt volgt vanzelfsprekend logisch uit je argumenten: [herhalen argumenten], daarom vind ik dat [standpunt]. Tot slot probeer je je tekst op zo'n manier af te sluiten, dat de tekst nog even blijft hangen in het hoofd van de lezer.
Inleiding (Kop)
Je vertelt waarom het relevant is om het hier nu over te hebben in plaats van over een ander onderwerp. Zo is het voor de lezer logisch wanneer je de stelling introduceert. Nadat je de stelling expliciet genoemd hebt, vertel je aan de lezer wat jouw standpunt is.
Tegenargumenten formuleren
Om een tegenargument te formuleren, geef je antwoord op de volgende vragen: Wat is een logisch tegenargument met betrekking tot jouw standpunt? Dit is je kernzin. Dit is altijd de eerste of tweede zin van de paragraaf of alinea.
Een argument: moet steekhoudend zijn: met andere woorden het moet kloppen. moet altijd gaan over het onderwerp waar discussie of meningsverschil over is. is het meest krachtig wanneer het gebaseerd is op feiten, feitelijkheden en in sommige gevallen cijfers.
Nadat je jouw argumenten hebt samengevat, herhaal je jouw standpunt. Je standpunt volgt vanzelfsprekend logisch uit je argumenten: [herhalen argumenten], daarom vind ik dat [standpunt]. Tot slot probeer je je tekst op zo'n manier af te sluiten, dat de tekst nog even blijft hangen in het hoofd van de lezer.
Standpunt: Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert. Standpunten herken je aan signaalwoorden als: ik vind, volgens mij, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat, dus. En om een standpunt hard te maken zal een schrijver komen met een aantal argumenten (= de argumentatie) om je te overtuigen.
Standpunten. Hoe jij tegen een onderwerp aankijkt, wat jouw mening daarover is, dat noem je je standpunt. Soms zeg je dat erbij: ik vind ..., volgens mij ..., maar vaak ook niet en moet de luisteraar/lezer maar snappen dat dit een persoonlijk standpunt is.
Proeven met dieren voor onderzoek moet verboden worden. Ouders moeten verplicht één dag in de week voor hun kinderen zorgen. Roddelbladen moeten verboden worden. De regering moet roken verbieden.
een houding die men aanneemt ten aanzien van een actueel vraagstuk. het punt waar men zich bevindt om waar te nemen.
Bij de introductie van je onderwerp kan je gebruik maken van het stellen van een aantal vragen of het aankondigen van wat je verder in de tekst gaat bespreken. Je geeft jouw mening over het onderwerp of formuleert de vraagstelling/het probleem. In het middenstuk werk je je onderwerp uit.
apogoge = procesrecht: weerlegging van een stelling door het aanvoeren van daaruit volgende tegenspraak. ... principaal verweer = burgerlijk procesrecht: inhoudelijk of voornaamste verweer. Bijv. de weerlegging van de door de eiser gestelde feiten en ...
doet ter zake en ondersteunt je standpunt op een constructieve manier; weerlegt mogelijke tegenargumenten; is belangrijk en dwingend zodat de tegenpartij het niet zomaar naast zich kan neerleggen.
Een stelling gebruik je in een debat of betoog. Je kunt van een stelling ook zeggen dat het prikkelt (een prikkelende stelling). Dat betekent dat sommige mensen het er helemaal niet mee eens zijn en sommige mensen het er wel helemaal mee eens zijn. Een prikkelende stelling is handig als je wilt discussiëren met elkaar.
Je kunt beginnen met een grapje, een anekdote of een directe vraag aan de lezer (Baalt u ook zo van…). In het begin van het betoog formuleer je de mening (het standpunt, de stelling) die je zal gaan verdedigen in het essay. Zorg dat je krachtig overkomt en vermijd daarom woorden als 'wellicht, misschien, ik denk'.
Wanneer je argumenteert, probeer je een ander te overtuigen van jouw gelijk. Je hoopt hiermee te bereiken dat de ander zijn mening over het onderwerp verandert. Voorbeeld: “Faalangst is iets waar je invloed op hebt (standpunt), want je kunt je gedachten om leren zetten met cognitieve gedragstherapie (argument),”.
Formuleer je stelling nooit als een vraag.
Vaak durven mensen hun mening niet te zeggen omdat ze denken voor een ander. Wat er achter zit is vaak een angst voor afwijzing en tal van aannames en beschouwingen die in de meeste gevallen nergens op gebaseerd zijn.
standpunt (zn) : bewering, convictie, denkbeeld, gedachte, gevoelen, gezichtspunt, gezindheid, houding, ingesteldheid, instelling, inzicht, mening, oogpunt, oordeel, opinie, opstelling, optie, opvatting, overtuiging, perspectief, platform, positie, stelling, stellingname, uitgangspunt, visie, zienswijze.
Standpunt: een taaluiting waarin een spreker of schrijver zijn mening over iets weergeeft. Argument: een taaluiting waarmee een spreker of schrijver zijn standpunt verdedigt tegen kritiek.
Standpunt: Ander woord voor mening. Als je het ergens mee eens bent is het een positief standpunt. Als je het er mee oneens bent een negatief standpunt. Bij standpunt van twijfel weet je niet wat je ergens van moet vinden.
Het SExI-argumentatiemodel
i staat voor drie woorden: State, Explain en Illustrate. Bij 'State' geef je met zo min mogelijk woorden aan dat de kern van je argument is. Daarna ga je bij 'Explain' stapsgewijs uitleggen wat je daarmee bedoelt. Tot slot geef je een voorbeeld waardoor het argument echt gaat leven.