De Algemene nabestaandenwet (Anw) kent verschillende uitkeringen. De hoogte van de Anw-uitkering verschilt per soort uitkering en hangt soms ook af van uw inkomen. De uitkering is maximaal 70% van het nettominimumloon.
In Nederland bestaat er een nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Het is een financiële ondersteuning vanuit de overheid na het overlijden van de partner (dit geldt ook voor wezen). De uitkering komt vanuit de Sociale Verzekeringsbank. De nabestaandenuitkering is een soort basisinkomen.
De hoogte van een nabestaandenpensioen
Natuurlijk is de hoogte van een weduwenpensioen of nabestaanden pensioen afhankelijk van een groot aantal factoren. Maar in het algemeen kunt u er van uitgaan dat dit pensioen 70% bruto zal bedragen van het pensioen dat u zou ontvangen of reeds ontvangt als u met pensioen gaat.
De Algemene nabestaandenwet (Anw) geeft nabestaanden onder voorwaarden een basisuitkering. Iedere inwoner van Nederland is automatisch verzekerd voor de Anw.
Algemene nabestaandenwet (Anw)
De overheid keert een uitkering uit aan nabestaanden die óf kinderen tot 18 jaar verzorgen of meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn. De uitkering is inkomensafhankelijk. Als kinderen alleen achterblijven hebben zij in de meeste gevallen recht op een wezenuitkering.
U overlijdt als u al met pensioen bent. Standaard krijgt uw partner 70% van het pensioen dat u krijgt uitgekeerd. De hoogte van het partnerpensioen is afhankelijk van keuzes die u vlak voordat u met pensioen ging, heeft gemaakt.
Overlijdt je echtgenoot, dan heb je, onder bepaalde voorwaarden, recht op een overlevingspensioen. De berekening van een overlevingspensioen vertrekt van de loopbaan van de overleden echtgenoot. Had de overledene een gemengde loopbaan, dan worden de pensioenrechten binnen elk statuut samengenomen.
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. We noemen het ook wel een weduwepensioen of weduwnaarspensioen.
Het wezen- en weduwepensioen is het pensioen voor de nabestaanden na een sterftegeval. Dit wordt ook wel het nabestaandenpensioen genoemd.
Het nabestaandenpensioen ontvangt u levenslang, maar kan wijzigen. Bijvoorbeeld als u opnieuw trouwt, een partnerschap registreert, of uw partner aanmeldt bij ABP. Uw nabestaandenpensioen kan ook wijzigen als u een Anw-uitkering ontvangt en gaat samenwonen voordat u de AOW-leeftijd bereikt.
Wanneer heb ik recht op een nabestaandenuitkering (Anw-uitkering)? Als weduwe of weduwnaar met kinderen tot 18 jaar komt u in aanmerking voor een nabestaandenuitkering. Of als u arbeidsongeschikt bent en u bent uw partner verloren. Hiervoor gelden wel verdere voorwaarden.
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. Het overlevingspensioen wordt ook wel weduwepensioen of weduwnaarspensioen genoemd.
Als je een ex-partner hebt, heeft die mogelijk ook recht op een uitkering van je pensioenuitvoerder als jij overlijdt. Dit heet het bijzonder nabestaandenpensioen of bijzonder partnerpensioen. Dat betekent een lager pensioen voor je huidige partner.
Vanaf het jaar 2016 bedraagt de opbouw van het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen. In 2015 was dat 50%. Dat had het ABP duidelijker moeten opschrijven in het pensioenreglement.
Een werknemer heeft vanwege ziekte in het tweede ziektejaar recht op 70% van het maandinkomen. Bij overlijden is de overlijdensuitkering 3 maal het oorspronkelijke maandinkomen. De overlijdensuitkering wordt gebaseerd op het oorspronkelijke, onverminderde maandinkomen, waarvan 70% onbelast mag worden uitbetaald.
Bij overlijden stopt de uitkering op de dag na het overlijden. De nabestaande geeft het overlijden zo snel mogelijk door aan de gemeente.
De hoogte van het nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is meestal 70 procent van het te bereiken ouderdomspensioen. Ben je tussentijds één of meermalen van werkgever veranderd, dan bouw je over het algemeen geen volledig pensioen op.
Naar wie gaat je pensioen bij overlijden? Je opgebouwde pensioen gaat naar je erfgenamen. Wie die erfgenamen zijn, is afhankelijk van je persoonlijke situatie en of je een testament hebt.
Uw rustpensioen is het inkomen waarop u recht hebt na pensionering, op basis van de wettelijke bijdragen die u in de loop van uw carrière gedaan hebt. Het gaat met andere woorden om uw wettelijk pensioen en vormt de eerste pijler van uw pensioen.
Wat er met een bankrekening gebeurt na het overlijden van een rekeninghouder? Dat is in principe aan de erfgenaam of erfgenamen. De rekening kan worden geblokkeerd, maar ook worden gewijzigd. Je kunt hem bijvoorbeeld op een andere naam laten zetten.
De notaris legt in een verklaring van erfrecht vast wie de gevol machtigde is. Meld zo snel mogelijk het overlijden bij de bank van de overledene. De bank blokkeert dan de rekeningen die op naam staan van de overledene. Er kan dan niets meer van de rekening worden afgeschreven.
Als er geen testament is, regelen de erfgenamen samen de erfenis. Zij kunnen dit ook door 1 of meer personen laten doen met een boedelvolmacht. Dit is een verklaring waarin staat wat de gekozen persoon namens de erfgenamen mag doen. Deze persoon kan een erfgenaam zijn, maar dat hoeft niet.
Gemiddelde netto pensioen per maand In Nederland? Gemiddeld krijgt een gepensioneerd persoon €2845 netto per maand aan pensioen. Dit bedrag is een optelsom van alle mogelijke inkomstenbronnen (o.a. AOW, je werknemerspensioen en eventuele spaarrekeningen of lijfrentes).
Als iemand overlijdt, heeft dit vaak financiële gevolgen voor de partner en kinderen. De overheid wil dat nabestaanden zeker zijn van een basisinkomen. Daarom kunnen zij aanspraak maken op een uitkering via de Algemene nabestaandenwet (Anw).