Het is ook belangrijk dat de houtopslag los van de grond ligt. Direct contact met de bodem leidt er namelijk toe dat vocht veel meer kans heeft om in het haardhout te trekken. Hanteer bij voorkeur een hoogte van circa tien centimeter.
Samenvatting brandhout opslaan
Opslaan kan in de garage of onder een overkapping, maar het liefst waar de wind vrij spel heeft; Bewaar uw het tien centimeter boven de grond (pallet eronder, geen stenen of zand); Stapel uw haardhout op in de breedte van de opslag en niet in de diepte.
Vul de grote houtblokken aan met een laagje kleine blokken van enkele centimeters en een of twee lagen aanmaakhout. Houd een tussenruimte van circa een centimeter aan bij het stapelen van de blokjes. Om een goede en efficiënte verbranding mogelijk te maken, is het belangrijk dat er voldoende lucht bij het vuur komt.
Om te zorgen voor een goede houtopslag, moet je met een aantal zaken rekening houden wanneer je een locatie kiest. De wind komt bij ons meestal uit het westen, wat betekent dat je de open kant van je opslagplaats het best naar het zuiden richt ter bescherming tegen regen, wind en sneeuw.
Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen. Er bestaan in de handel goedkope en eenvoudige toestelletjes om dit vochtgehalte te meten. Zo weet je exact wanneer het hout zijn gewenste droogtegraad heeft bereikt.
Brandhout te lang opslaan is geen goed idee.
Hierdoor stijgt de kans op houtworm en boktorren. Bovendien verliest het jaarlijks 3% van haar energiewaarde. Wij raden een houtvoorraad van 3 jaar aan.
Zorg altijd voor de juiste luchttoevoer. Als u begint met stoken zet u de luchttoevoer schuif volledig open. Als de blokken goed vlam hebben gevat mag de luchttoevoer schuif op ongeveer 75% open staan. Smoor het vuur niet en zet de luchttoevoer schuif pas dicht als het vuur volledig is gedoofd.
Boven op de stapel hout wordt het aanmaakblokje neergelegd en aangestoken. Op deze manier zal het hout langzaam opgewarmd worden door de vlam, en zal het vuur zich een weg naar beneden banen. Door het toepassen van deze methode ontstaat er weinig rook en komen er weinig tot geen schadelijk stoffen vrij.
De Zwitserse stookmethode is eigenlijk omgekeerd stoken. De meeste mensen steken hun kachel van onderen aan, terwijl het bij deze methode juist de bedoeling is dat u het vuur van boven aansteekt. Op deze manier zorgt u ervoor dat u al vanaf het begin een bijna volledige verbranding krijgt.
Indien het hout nat regent, trekt het vocht enkel via de buitenkant iets in het hout. Na een week droge opslag is dit vocht er weer uitgetrokken. Bij voorkeur uiteraard niet nat laten regenen, zo blijft het hout ook mooier qua uiterlijk!
Een kuub droog, losgestort hout kost ongeveer 90 euro. Een kuub droog gestapeld hout, wat ongeveer twee keer zoveel is, kost circa 200 euro.
Droog hout geeft een hol geluid al u twee stukken tegen elkaar aanslaat. De barst van droog hout is gemakkelijk te pellen. Nat hout is vaak nog groen van kleur. Vochtgehalte droog hout is 20% of minder.
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden. Stook geen hout dat geverfd, gebeitst of geïmpregneerd is. Het verbranden van afval is in Nederland wettelijk verboden.
Houtkachel doven
Laat het vuur daarom zo lang mogelijk uitbranden. Laat vuur ('s nachts) niet zachtjes nasmeulen. Doof het volledig met zand of sluit de luchttoevoer af. Bij nasmeulen vindt onvolledige verbranding plaats en ontstaan schadelijke gassen.
Hout van fruitbomen geeft het mooiste vuur met de minste rook. Eik en beuk branden lang, geven mooie vlammen, en de kooltjes gloeien lang na. Zachtere houtsoorten (populier of wilg) branden minder lang maar geven sneller warmte, en je vuur laait hoger op.
De kachel wordt gebruikt als hoofdverwarming van de ruimte en je hebt een goed geïsoleerd huis. Bij een oudere kachel zonder hoog rendement zal je ongeveer 10/11 m3 per jaar gebruiken. Heb je een hoog rendement kachel dan vermindert het verbruik met 25 tot 30% en zul je 7/8 m3 per jaar verbruiken.
Op eigen verantwoording is het technisch wel mogelijk de kachel de nacht door te laten branden. Voorwaarde is dat u een voldoende geïsoleerde schoorsteen heeft. U vult de kachel met voldoende hout en stookt hier goed vuur in door de zuurstofregelaar uit te trekken.
Zo lang je goed stookt en je schoorsteen goed onderhoudt, kun je zonder problemen je kachel stoken bij harde wind. Doe je dit niet, dan loop je bij harde wind een groter risico op een schoorsteenbrand. Zorg daarom altijd dat het hout volledig verbrandt en laat je schoorsteen periodiek schoonmaken.
Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Het “wateren” zorgt ervoor dat voedingsstoffen (suiker en zetmeel) uit het hout worden gespoeld. Hierdoor is gewaterd hout niet meer aantrekkelijk voor hout aantastende insecten, zoals de houtworm, bonte knaagkever, boktor en spinthoutkever.